Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 april 2018
gepubliceerd op 16 mei 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende het tijdskrediet

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017206892
pub.
16/05/2018
prom.
15/04/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende het tijdskrediet (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende het tijdskrediet.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 april 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017 Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2017 onder het nummer 141978/CO/202.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01). § 2. Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden. HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2.De hieronder vastgestelde bepalingen worden toegevoegd aan de regels van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 27 juni 2012, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 103bis van 27 april 2015 en nr. 103ter van 20 december 2016. HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden

Art. 3.De werknemers hebben volgens de hierna bepaalde modaliteiten recht op tijdskrediet.

Art. 4.Het uitvoerend personeel heeft recht op de volgende vormen van tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 : - Voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering met motief gedurende maximum 36 of 51 maanden; - Halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; - 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen.

Art. 5.Het niet-uitvoerend personeel heeft recht op de volgende vormen van tijdskrediet voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 : - Voltijds tijdskrediet met motief gedurende maximum 36 of 51 maanden; - 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar; - 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van landingsbanen vanaf de leeftijd van 50 jaar wanneer de werknemer een beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar heeft doorlopen.

Art. 6.De werknemers van 55 jaar of ouder hebben, zonder beperking in het percentage voorzien in artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 (5 pct.), recht op een 1/5de loopbaanvermindering in het kader van het stelsel van landingsbanen vanaf de leeftijd van 55 jaar zoals voorzien in artikel 8, § 1, 1° van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. HOOFDSTUK IV. - Organisatieregels

Art. 7.Conform artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 worden werknemers van 55 jaar of ouder die een 1/5de loopbaanvermindering uitoefenen of hebben aangevraagd niet meegerekend voor de vaststelling van het percentage vermeld in artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.

Art. 8.De perioden van schorsing of vermindering van de arbeidsprestaties worden opgenomen conform de bepalingen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. Voor het tijdskrediet zonder motief dient de opname telkens te gebeuren in blokken van minstens 1 jaar. HOOFDSTUK V. - Premie sociaal fonds

Art. 9.§ 1. Een premie van 25 EUR per maand wordt betaald aan werknemers vanaf 55 jaar die hun prestaties met 1/5de verminderen. De premie wordt betaald door het sociaal fonds opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven. § 2. De financiering van deze premie gebeurt ten belope van de reserves van de premies van de kinderopvang voorzien in het sociaal fonds. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 juli 2017. Zij houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2019.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 april 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^