gepubliceerd op 06 december 1997
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, tot vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel ten laste van het "Sociaal Fonds voor de gezins- en bejaardenhelpsters » in de diensten gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, de Duitse Gemeenschap en door het Brussels Gewest
14 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, tot vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel ten laste van het "Sociaal Fonds voor de gezins- en bejaardenhelpsters » in de diensten gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, de Duitse Gemeenschap en door het Brussels Gewest (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1989, gesloten in het Paritair Comité voor de gezins- en bejaardenhelpsters, houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 februari 1990;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de gezins- en bejaardenhelpsters, tot vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel ten laste van het « Sociaal Fonds voor de gezins- en bejaardenhelpsters », in de diensten gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, de Duitse Gemeenschap en door het Brussels Gewest, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 november 1991, inzonderheid op artikel 1, eerste en tweede lid;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de dienssten voor gezins- en bejaardenhulp, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, tot vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel ten laste van het "Sociaal Fonds voor gezins- en bejaardenhelpsters" in de diensten gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, de Duitse Gemeenschap en door het Brussels Gewest.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 september 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1996 Vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel ten laste van het « Sociaal Fonds voor de gezins- en bejaardenhelpsters » in de diensten gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, de Duitse Gemeenschap en door het Brussels Gewest (Overeenkomst geregistreerd op 8 mei 1996 onder het nummer 41737/CO/318) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke en Franse Gemeenschapscommissies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en door de Duitse Gemeenschap.
Onder « werknemers » verstaat men de mannelijke en vrouwelijke gezins- en bejaardenhelpsters en huishoudhulpen en de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 2.Artikel 1, eerste lid van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de gezins- en bejaardenhelpsters, tot vaststelling van het bedrag en de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel ten laste van het « Sociaal Fonds voor de gezins- en bejaardenhelpsters », in de diensten gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, de Duitse Gemeenschap en door het Brussels Gewest, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 november 1991 (Belgisch Staatsblad van 7 januari 1992), wordt gewijzigd als volgt : « Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke en Franse Gemeenschapscommissies van het Brussels Hoofstedelijk Gewest en de Duitse Gemeenschap. ».
Art. 3.Artikel 1, tweede lid van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991 wordt gewijzigd als volgt : « Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder werknemers en/of werkneemsters : de mannelijke en vrouwelijke gezinshelpsters, bejaardenhelpsters en huishoudhulpen en de werklieden en werksters. ». HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1995.
Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan worden opgezegd door een van de partijen met een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp.
De termijn van drie maanden vangt aan op de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité wordt toegezonden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld