gepubliceerd op 02 januari 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de dagen anciënniteitsverlof
14 NOVEMBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de dagen anciënniteitsverlof (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de dagen anciënniteitsverlof.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 november 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 2014 Dagen anciënniteitsverlof (Overeenkomst geregistreerd op 29 april 2014 onder het nummer 120922/CO/152) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de mannelijke en vrouwelijke werknemers van de instellingen die vanaf 27 augustus 2011 ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Waals Gewest en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die zijn ingeschreven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid op de Franse taalrol ten gevolge van de wijziging van zijn bevoegdheidsgebied bij het koninklijk besluit van 12 juli 2011.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers. HOOFDSTUK II. - Toekenning van een bijkomende verlofdag per schijf van 5 jaar anciënniteit
Art. 2.Het artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2008 (89627/CO/152) betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde instellingen en internaten van het vrij gesubsidieerd onderwijs wordt door de volgende beschikking vervangen : "
Art. 12.De werknemers hebben recht op een bijkomende dag jaarlijks verlof per schijf van 5 jaar voltooide anciënniteit.
De grens vastgesteld op 25 jaar wordt opgeheven vanaf 1 januari 2014.
De in artikel 2 bedoelde anciënniteit moet zijn verworven bij een inrichtende macht voor het officieel gesubsidieerd onderwijs.".
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 maart 2014. Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een vooropzeggingstermijn van 6 maanden, te betekenen bij een ter post aangetekend schrijven ter attentie van de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde instellingen van het vrij onderwijs.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 2014.
De Minister van Werk, K. PEETERS