gepubliceerd op 12 december 2005
Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 14-21-0 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005 en bestemd tot dekking van allerlei uitgaven die verband houden met het Belgische voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
14 JUNI 2005. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 14-21-0 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005 en bestemd tot dekking van allerlei uitgaven die verband houden met het Belgische voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 december 2004 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005, inzonderheid op artikel 2.14.15;
Overwegende dat op het programma 14-21-0 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005 een provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van vier miljoen honderdduizend euro, om allerlei uitgaven die verband houden met het Belgische voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa te dekken;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een bedrag van twee miljoen vijfhonderdendrie duizend euro wordt afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 14-21-0, onder de basisallocatie 21/01.01.01, van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2005, en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.
Art. 2.De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten welke onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2005.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Buitenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juni 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 juni 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT