gepubliceerd op 08 september 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de erkenning van de representatieve functie
14 JUNI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de erkenning van de representatieve functie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de erkenning van de representatieve functie.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juni 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 Erkenning van de representatieve functie (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer 54454/CO/149.01) Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distibutie.
Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en werksters.
Voorwerp
Art. 2.Werkgevers uit het toepassingsgebied, met name bedrijven zonder een vakbondsafvaardiging die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, erkennen de representatieve functie van de werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties die deel uitmaken van het paritair subcomité.
Modaliteiten
Art. 3.§ 1. Een limitatieve lijst van de regionaal verantwoordelijken van de respectievelijke werknemersorganisaties, vastgelegd in het paritair subcomité wordt ter beschikking gesteld van de werkgeversorganisaties.
Enkel de regionaal verantwoordelijken op deze lijst hebben een representatieve functie in de bedrijven onder het toepassingsgebied. § 2. Een regionaal verantwoordelijke kan contact opnemen met de werkgevers van bedrijven uit het toepassingsgebied.
Binnen de 10 dagen na de eerste contactname wordt dit contact schriftelijk aangekondigd bij de werkgeversorganisatie met vermelding van de identificatie van het bedrijf, de plaats, datum en agenda van het contact.
De betrokken werkgever kan zich bij het contact laten bijstaan door een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties. § 3. Het voorwerp van het contact met de regionaal verantwoordelijke kan betrekking hebben op : - de arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden; - de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving, de collectieve en individuele arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement; - informatieverstrekking aan de werknemers.
De aard van de contacten is in de eerste plaats preventief in functie van het voorkomen van conflicten. § 4. In gevallen van betwisting kan op vraag van de meest gerede partij beroep gedaan worden op het verzoeningsbureau.
Bijkomende bepalingen
Art. 4.Deze procedure kan niet in de plaats treden van de aanduiding en de bevoegdheden van de vakbondsafvaardigingen.
Gedurende het vierde kwartaal van 2000 wordt deze procedure in de schoot van het paritair subcomité geëvalueerd.
Geldigheid
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en treedt buiten werking op 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX