gepubliceerd op 06 september 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de tewerkstelling
14 JUNI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de tewerkstelling (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de tewerkstelling.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juni 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2000 Tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2000 onder het nummer 55289/CO/321) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen. HOOFDSTUK II. - Ontslag om economische of technische redenen
Art. 2.In geval van ontslag om economische of technische redenen binnen een periode van 60 dagen van 3 pct. der werknemers met een minimum van 3 (in een juridische entiteit en/of een bedrijfstechnische entiteit), wordt een overlegprocedure gevolgd.
Deze bestaat hierin dat de werkgever de syndicale afvaardiging (of bij gebrek hiervan de werknemersafvaardiging in de ondernemingsraad of het comité voor veiligheid en gezondheid), eventueel bijgestaan door de regionale afgevaardigde, inlicht over de voorgenomen ontslagen. Indien men op het niveau van de onderneming geen akkoord bereikt binnen de 21 dagen na de bedoelde inlichting, wordt het probleem door de meest gerede partij voorgelegd aan de voorzitter van het paritair comité.
Het verzoeningsbureau, opgeroepen door de voorzitter, spreekt zich uit binnen de 14 dagen na de aanvraag. Indien geen syndicale afvaardiging of ondernemingsraad of een comité voor preventie en bescherming bestaat wordt de zaak meteen door de werkgever gemeld aan de voorzitter van het paritair comité.
Tijdens het overleg worden onder meer de volgende alternatieven voor de voorgenomen ontslagen onderzocht : - een systeem van brugpensioen op een lagere leeftijd dan 57 jaar; - een systeem van gedeeltelijke werkloosheid; - een systeem van beroepsloopbaanonderbreking zonder vervanging; - de beperking van het werk door derden; - de beperking van de tijdelijke arbeid.
Art. 3.Indien deze procedure, die geen resultaatverbintenis inhoudt, niet gevolgd wordt, betaalt de werkgever naast de wettelijke opzeg- of verbrekingsvergoeding een bijkomende vergoeding gelijk aan 6 x het van kracht zijnde maandloon aan iedere werknemer waaraan het ontslag betekend werd in strijd met voormelde procedure.
Art. 4.In andere gevallen van ontslag om redenen van economische aard verwittigen de betrokken werkgevers eveneens de ondernemingsraad hiervan vooraf en, bij gebreke hiervan, de vakbondsafgevaardigden, overeenkomstig de bepalingen van de van kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de Nationale Arbeidsraad, zonder af te wijken van de bestaande overeenkomsten.
Art. 5.Bij aanwerving verbinden de werkgevers zich ertoe, bij voorkeur, personeel in dienst te nemen uit de ondernemingen van de sector getroffen door ontslag om redenen van economische aard. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX