14 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, van het koninklijk besluit van 30 juli 1987 tot uitvoering van de dienstplichtwetten, gecoördineerd op 30 april 1962, en van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School, inzonderheid op artikel 1ter, ingevoegd bij de wet van de 22 maart 2001, en artikel 20, vervangen bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 93;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1987 tot uitvoering van de dienstplichtwetten, gecoördineerd op 30 april 1962, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, inzonderheid op de bijlage vervangen bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 128;

Overwegende dat de verplichting het bewijs te leveren dat men aan de dienstplichtwetten heeft voldaan, door het voorleggen van een militiegetuifschrift, vóór men toegelaten wordt tot een betrekking in de overheidsinstellingen (publiekrechtelijke rechtspersonen) afgeschaft werd doro de opheffing, door de wet van 15 december 2005 houdende administratieve vereenvoudiging II, van artikel 100 van de dienstplichtwetten gecoördineerd op 30 april 1962, heeft artikel 28 van het koninklijk besluit van 30 juli 1987 tot uitvoering van deze dienstplichtwetten, dat de afgifte van de bovenvermelde militiegetuigschriften regelt, geen reden meer om te blijven bestaan;

Gelet op het advies van de vervolmakings- en opleidingsraad, gegeven op 7 december 2005;

Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 19 april 2006;

Gelet op het advies 40.558/4 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 28 van het koninklijk besluit van 30 april 1987 tot uitvoering van de dienstplichtwetten, gecoördineerd op 30 april 1962, wordt opgeheven.

Art. 2.De bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2005, wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit, behalve voor de leerlingen die hun vormingsjaar, aangevangen in 2005, nog niet beëindigd hebben.

Voor die leerlingen blijft de vorige bijlage van toepassing tot het einde van dat vormingsjaar.

Art. 3.Artikel 128 van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 2 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2006.

Art. 5.Onze Minister van landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT