gepubliceerd op 19 januari 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, tot toekenning van een premie van 148,74 EUR
14 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, tot toekenning van een premie van 148,74 EUR (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, tot toekenning van een premie van 148,74 EUR.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000 Toekenning van een premie van 148,74 EUR (Overeenkomst geregistreerd op 5 april 2001 onder het nummer 56981/CO/305)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van : - de inrichtingen die aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn; - de psychiatrische verzorgingstehuizen; - de samenwerkingsverbanden voor de oprichting en het beheer van initiatieven van beschut wonen; - de rusthuizen voor bejaarden; - de rust- en verzorgingstehuizen; - de serviceflats en dienstencentra die verzorging verlenen ten gunste van bejaarden; - de revalidatiecentra.
Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het punt 1 van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000.
Art. 3.§ 1. Een bruto jaarlijkse premie van 148,74 EUR wordt toegekend aan alle werknemers. § 2. Het volledig bedrag van de premie wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.
De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.
De referentieperiode is de periode gaande van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken jaar. Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referentieperiode geeft recht op een negende van de premie vermeld in § 1.
Onder maand wordt verstaan, iedere verbintenis welke is aangegaan voor de zestiende dag van de lopende maand. § 3. Als de werknemer de gehele premie niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de premie vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgesteld arbeidsprestaties. § 4. Het bedrag van de premie voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd. § 5. De premie wordt in éénmaal uitbetaald in de loop van het laatste kwartaal van het in aanmerking genomen jaar. § 6. De premie is niet verschuldigd aan de om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode aan dewelke een einde werd gesteld, noch voor arbeidsprestaties verricht in het raam van een studentencontract of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer deze premie ontvangt. § 7. De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van een premie hebben geen recht op de premie.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2001. Zij is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen met een opzegtermijn van drie maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.
Art. 5.bis. Het opschrift, de artikelen en of de onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste en de vierde kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst. Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft enerzijds de collectieve arbeidsovereenkomst op van 22 oktober 1991, gesloten in het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen betreffende de premie van 6 000 BEF, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 mei 1992 (Belgisch Staatsblad van 12 juni 1992) en anderzijds de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1994, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot toekenning van een bruto jaarpremie van 6 000 BEF voor de revalidatiecentra, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 januari 1996 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 1996) en dit vanaf het ogenblik dat de voordelen bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst effectief worden toegekend.
Art. 7.Partijen komen overeen dat de voordelen bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief zullen toegekend worden aan de werknemers voor zover de regering in uitvoering van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000 de tenlasteneming van de kost ervan verzekert vanaf de inwerkingtreding ervan.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX