gepubliceerd op 07 maart 2007
Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan bepaalde wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde
14 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan bepaalde wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006, inzonderheid op begroting 25, afdeling 52, artikel 41.3336;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid artikel 14, 2°;
Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 8 november 2006;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een toelage van vijfhonderdduizend euro ( euro 500.000), aan te rekenen ten laste van artikel 41.3336, afdeling 52, van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, begrotingsjaar 2006, wordt toegekend als tussenkomst van de Staat in de werkings- en personeelskosten van twee wetenschappelijke verenigingen van huisartsen.
Art. 2.Deze toelage wordt op volgende wijze verdeeld : 1) DOMUS MEDICA, St.Hubertusstraat, 58, 2600 Berchem (B.R. : 733-0100945-95) : euro 300.000; 2) Société scientifique de Médecine générale d'Expression française, rue de Suisse, 8, 1060 Brussel (B.R. : 001-3142233-91) : euro 200.000.
Art. 3.Deze toelage is bedoeld om de realisatie van volgende opdrachten toevertrouwd aan de verenigingen, bedoeld in artikel 2, van 1 oktober 2006 tot 30 september 2007, te ondersteunen : 1° Een wetenschappelijke ondersteuning verlenen aan huisartsgeneeskunde door het realiseren van aanbevelingen voor goedepraktijkvoering, de aanpassing en de vertaling van bestaande aanbevelingen. De verenigingen bedoeld in artikel 2 zullen erover waken om, via een actief overleg, een gemeenschappelijke benaderingswijze, realisatie en voorstelling van deze aanbevelingen aan te nemen.
De verenigingen bedoeld in artikel 2 zullen waken op de maximalisatie van « Evidence Based Medicine » validatie van de voornoemde aanbevelingen. 2° Een logistieke ondersteuning aan de huisartspraktijken leveren, zowel op vlak van de samenwerking tussen huisartsen, tussen huisartsen en geneesheer-specialisten en tussen alle zorgverleners in de eerstelijnszorg.Deze ondersteuning bevat namelijk hulp bij het rationeel gebruik van het Algemeen medisch dossier en van het Elektronisch medisch dossier, bijstand bij de beslissingsname van de huisarts tegenover zijn patiënt, meer bepaald op het vlak van medische ethiek, de ontwikkeling van instrumenten teneinde de coördinatie tussen de ziekenhuisstructuren en de zorgverleners in de eerstelijnszorg te verbeteren, evenals de ontwikkeling van instrumenten bedoeld om de logistieke structuur van huisartspraktijken te verbeteren. 3° De wetenschappelijke ondersteuning aan huisartspraktijken zal, onder andere, verwezenlijkt worden door de oprichting van een wetenschappelijke groep ter omkadering van de vorming, de colloquia en de aktie-onderzoeken inzake huisartsgeneeskunde evenals de ontwikkeling van instrumenten voor de opbouwende evaluatie van huisartspraktijken.4° Pro-aktief een wetenschappelijke ondersteuning geven aan de vertegenwoordigers van huisartsen in de overlegstructuren van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsvezekering en van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De opdrachten vermeld in punten 2° en 3° worden gratis ter beschikking gesteld aan de voornoemde bestemmelingen.
Art. 4.Binnen de uitvoering van de opdrachten voorzien in artikel 3, zullen de verenigingen vermeld in artikel 2 minstens 40 % van de bedragen die hen toegekend worden, besteden aan de opdrachten voorzien in artikel 3, 1°.
Art. 5.Bij publicatie van dit besluit zal 70 % van de bedragen vermeld in artikel 2 gestort worden aan de verenigingen bedoeld in artikel 2.
Het saldo van de toegekende toelage zal voor elke vereniging bedoeld in artikel 2 enkel vereffend worden na : 1° indienen van de tussentijdse activiteitenverslagen bedoeld in artikel 6 bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer (bureau 2E16) van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, respectievelijk tegen uiterlijk 31 maart 2007 en 30 juni 2007, en na goedkeuring van deze verslagen;2° indienen van een finaal aktiviteitenverslag bedoeld in artikel 6, van een bilan van ontvangsten en uitgaven van de betrokken wetenschappelijke vereniging voor het jaar 2006, van een schuldvordering en van de verantwoordingsstukken met betrekking tot het geheel van de toelage bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer (bureau 2E16) van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, tegen uiterlijk 30 oktober 2007;3° goedkeuring van het finaal aktiviteitenverslag bedoeld in artikel 6. Indien de verantwoordingsstukken het toegekende voorschot niet dekken, zal het verschil zonder verwijl terugbetaald worden aan de Staat.
Art. 6.Bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt een begeleidingscomité samengesteld teneinde de werkzaamheden van de verenigingen bedoeld in artikel 2 en de verwezenlijking, door deze verenigingen, van de opdrachten vermeld in artikel 3 te evalueren.
Dit comité is samengesteld uit een vertegenwoordiger van de Minister van Volksgezondheid en uit twee vertegenwoordigers van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Dit comité wordt eveneens begeleid door drie vertegenwoordigers van elke vereniging bedoeld in artikel 2, die zetelen met een raadgevende stem.
Het begeleidingscomité is belast met de evaluatie en, eventueel, de goedkeuring, voor elke vereniging bedoeld in artikel 2 van zowel de tussentijdse activiteitenverslagen als het finaal activiteitenverslag, die de graad van vooruitgang in de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3 aantoont.
Art. 7.Zullen enkel in aanmerking komen : de personeels- en werkingskosten, met name de vergoedingen, de lonen, de wedden, de sociale lasten, de kleine bureaukosten en de kosten van dienstverlening.
In het geval de werktijd van bepaalde personeelsleden zou verdeeld zijn tussen verschillende beroepsbezigheden, meer bepaald, met name, het onderwijs, het onderzoek, de geneeskundepraktijk, zal er slechts dat gedeelte (in tienden berekend) van hun wedden in aanmerking komen, dat overeenkomt met de tijd besteed aan de werkzaamheid gesubsidieerd krachtens dit besluit. De aanmaak van een prestatieblad, ondertekend op eer, waarvan het model door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt geleverd, zal dienst doen als verrechtvaardiging.
Voor elk tewerkgesteld personeelslid gesubsidieerd door deze toelage wordt een loonfiche voorgelegd.
De kosten van dienstverlening zullen vastgesteld worden door middel van een factuur en door het voorleggen van een kostenraming, een offerte, een bestelbon of een voorafgaandelijk contract.
De investeringskosten worden niet terugbetaald.
De kosten voor de terugbetaling van een lening komen niet in aanmerking.
Art. 8.Alle geproduceerde documenten worden overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu onder elektronisch formaat (CD-ROM), vergezeld van een gedrukte versie.
Art. 9.Alle documenten en resultaten geproduceerd door de verenigingen vermeld in artikel 2 in het kader van deze toelage zijn eigendom van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
De verenigingen bedoeld in artikel 2 zullen erop toezien dat elk geproduceerd verslag, aanbeveling en document volledig of gedeeltelijk gebruikmakend van deze toelages, duidelijke aanwijzingen zullen dragen die de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu als eigenaar of partner aanduiden in deze werkzaamheden.
De verenigingen bedoeld in artikel 2 zullen gebruik kunnen maken van de documenten en de resultaten die zij in het kader van deze subsidie zullen geproduceerd hebben voor zover dit gebruik niet winstgevend is.
Dit recht tot gebruik kan, op elk moment, ingetrokken worden door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2006.
Art. 11.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 februari 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE