gepubliceerd op 21 oktober 2005
Koninklijk besluit betreffende de personeelsenveloppe van militairen van het reservekader
13 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende de personeelsenveloppe van militairen van het reservekader
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de Krijgsmacht, afgesloten op 20 mei 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juni 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 19 juli 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 12 september 2005;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder personeelsenveloppe van militairen van het reservekader, de maximum toegelaten effectieven aan militair personeel van het reservekader, uitgedrukt in individuen.
Art. 2.Ten laatste op 1 januari 2015, in vredestijd en buiten de periode van oorlog, bedraagt de personeelsenveloppe van het reservekader 6.000 militairen, waarvan maximum 3.000 in de getrainde reserve.
Deze enveloppe bedraagt : 1° tweeduizend officieren;2° tweeduizend onderofficieren;3° tweeduizend vrijwilligers. De kandidaat-reservemilitairen worden in de niet getrainde reserve, naargelang het geval, bij de reservevrijwilligers, de reserveonderofficieren of de reserveofficieren geteld naargelang de graad waarin zij zijn aangesteld gedurende hun vorming.
Art. 3.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel 13 oktober 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT