Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 november 2020
gepubliceerd op 21 december 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020203803
pub.
21/12/2020
prom.
13/11/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie (Cocof) (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie (Cocof).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2019 Toekenning van een eindejaarspremie (Cocof) (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2020 onder het nummer 157172/CO/319.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de instellingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2.Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 3.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst leggen de regels vast die van toepassing zijn op de werknemers bedoeld in artikel 1 inzake de eindejaarstoelage.

Art. 4.Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit drie verhoogde forfaitaire gedeelten en een veranderlijk gedeelte. 1. a) Het eerste forfaitaire gedeelte (A) wordt berekend vanaf 1991 overeenkomstig de toepassing van artikel 5, § 2, punt 1 van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 december 1987.Derhalve wordt het bedrag van het forfaitaire gedeelte van het in aanmerking genomen jaar bekomen door het forfaitaire gedeelte van het vorige jaar te vermeerderen met een percentage dat varieert in functie van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar. Dit percentage wordt berekend tot op vier decimalen. Voor het jaar 2019 bedraagt het bedrag van dit forfaitaire gedeelte 389,75 EUR. b) Sinds 1 januari 2001 wordt bij het forfaitaire gedeelte A een forfaitair jaarlijks bruto niet-geïndexeerd gedeelte B gevoegd van 161,40 EUR.c) In 2019, een bedrag van 340 EUR (C) wordt aan de hierboven vermeld bedragen A en B gevoegd.Vanaf 2020 wordt dezelfde indexatie werkwijze dan voor het gedeelte A toegepast op dit bedrag. 2. Het veranderlijk gedeelte bedraagt 2,5 pct.van het geïndexeerd jaarlijks brutoloon dat als basis gediend heeft voor de berekening van het loon dat aan de werknemer verschuldigd is voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar.

Art. 5.§ 1. Het totale bedrag van de eindejaarstoelage wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke volledige of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties omvat, en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.

De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.

De referteperiode is de periode van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken jaar. Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referteperiode geeft recht op een negende van de toelage toegekend overeenkomstig de bepalingen in artikel 3. Onder "maand" wordt verstaan : elke aanwerving die een aanvang neemt vóór de dertiende dag van de maand. § 2. Als de werknemer de totale toelage niet kan genieten in het kader van volledige arbeidsprestaties, omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referteperiode, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rato van de tijdens de referteperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties. § 3. Het bedrag van de toelage voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rato van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referteperiode heeft of zou hebben gepresteerd.

Art. 6.De eindejaarstoelage wordt in éénmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar.

Art. 7.De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan de werknemers die om dringende reden zijn ontslagen.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 9.De collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de instellingen en diensten, en die gunstigere bepalingen bevatten voor de werknemers, blijven van toepassing.

Art. 10.De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen toegekend door deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief zullen worden toegekend aan de werknemers voor zover de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het College van de Franse Gemeenschapscommissie punt 5, 1° van het akkoord van 29 juni 2000 en de bijlage van 19 juli 2001 bij ditzelfde akkoord alsook het protocolakkoord 2018-2019 van de 18 juli 2018 voor de non-profitsectoren van de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie integraal uitvoeren. Zij komen eveneens overeen deze zelfde overheden in te lichten over de goede uitvoering van deze overeenkomst.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Zij wordt van kracht op 1 december 2019. Zij kan worden opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, die de ondertekenende partijen ervan in kennis stelt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 november 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^