gepubliceerd op 28 maart 2024
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
13 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen beoogt de loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt aantrekkelijker te maken en de openbare werkgever concurrentiëler te maken op de arbeidsmarkt. Een aantal van de bepalingen van het koninklijk besluit passen eveneens binnen de algemene context van het behalen van duurzame maatschappelijke uitdagingen.
De voorgestelde maatregel geeft de personeelsleden van de federale openbaar ambt zoals bedoeld in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende sommige maatregelen inzake openbaar ambt de mogelijkheid om om een fiets te leasen dankzij een theoretisch budget dat op de eindejaarstoelage gebaserd is.
De creatie van het door het koninklijk besluit ingevoerde duurzame maatschappelijke voordeel berust op een gecombineerde lezing van artikelen 1 en 2 in die zin dat ze in het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten invoegen: - een nieuw artikel 17bis in Titel II, Hoofdstuk I, Afdeling 1, Onderafdeling 2: eindejaarstoelage en - een nieuwe Titel IIIbis: "Overige voordelen", Afdeling I: fietsleasing.
Meer bepaald biedt artikel 1 van het koninklijk besluit het personeelslid de mogelijkheid om te kiezen voor de volledige of gedeeltelijke omzetting van de eindejaarstoelage in een theoretisch budget dat toegang geeft tot duurzame maatschappelijke voordelen.
De omzetting van het theoretisch budget in een mogelijkheid tot fietsleasing is voorzien door artikel 2 van het koninklijk besluit.
Dit is het eerste duurzame maatschappelijke voordeel dat wordt ingevoerd voor het personeelslid van het federaal openbaar ambt.
Onverminderd de reglementaire bepalingen die specifiek zijn voor hem en het principe van niet-cumulatie van vergoedingen voor dezelfde kosten heeft de mandaathouder eveneens de mogelijkheid om toegang te krijgen tot het duurzame maatschappelijke voordeel van de fietsleasing dat door het koninklijk besluit wordt ingevoerd, aangezien hij ab initio de bepalingen betreffende de eindejaarstoelage geniet.
Met andere woorden, de mandaathouder kan van dit voordeel profiteren zolang hij het niet via zijn mobiliteitsbudget geniet.
Concreet moet het personeelslid, om toegang te krijgen tot dit duurzame maatschappelijke voordeel, eerst: - op een duidelijke en nauwkeurige wijze kiezen voor de opbouw van het theoretische budget dat gevormd wordt op basis van de prestaties die hij verricht tijdens de referentieperiodes die dienen voor de opbouw van het recht op de eindejaarstoelage en - er zich uitdrukkelijk toe verbinden gebruik te maken van de voordelen die voortvloeien uit het theoretisch budget, met inachtneming van de voorwaarden met betrekking tot het fietsgebruik in het federaal openbaar ambt. (art. 17bis).
Om volledig van de maatregel gebruik te maken wordt de voormelde verbintenis van het personeelslid aangegaan voor het begin van de referentieperiode voor de opbouw van het recht op de eindejaarstoelage. Zo kiest het personeelslid bijvoorbeeld, als er in 2025 een fietsleasing op basis van het theoretische budget wordt overwogen, voor de omzetting van de eindejaarstoelage in een theoretisch budget uiterlijk aan het einde van het jaar 2024.
Rekening houdend met het concept zelf van de leasing en met de voordelen die de leasing biedt tot aan het einde van de looptijd ervan, is het belangrijk dat het personeelslid vanaf het begin geïnformeerd wordt van de duur van de verbintenis die hij aangaat, zodat het maatschappelijke voordeel optimaal effect heeft.
Op dezelfde manier wordt het personeelslid, als hij tijdens de referentieperiode voor de opbouw van het recht op de eindejaarstoelage geen volledige prestaties (meer) verricht, ervan op de hoogte gebracht dat deze verandering het theoretische budget waar hij gebruik van kan maken in het kader van de fietsleasing kan beïnvloeden.
Het opgebouwde theoretische budget beperkt zich tot het bedrag dat nodig is om de fiets die het personeelslid heeft gekozen te leasen (art. 100/1).
Als het totale bedrag van de eindejaarstoelage na de omzetting niet door het theoretische budget geabsorbeerd is, maakt het niet omgezette deel of het overtollige deel het voorwerp uit van een jaarlijkse uitbetaling aan het personeelslid. Dit restbedrag is niet onderworpen aan dezelfde regels inzake fiscale vrijstelling als de eindejaarstoelage in de zin van artikel 17 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten.
Om een uniforme toegang te verzekeren tot het voormelde maatschappelijke voordeel dat binnen het federaal openbaar ambt wordt ingevoerd neemt de minister belast met ambtenarenzaken de nodige maatregelen voor het vaststellen van het algemeen kader met betrekking tot de toegang en de werkingsmodaliteiten van de fietsleasing (art. 100/1) dat op de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt zoals vastgelegd bij artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken van toepassing is. Elke bevoegde minister neemt de nodige maatregelen om hun personeelsleden effectief toegang te geven tot bovenvermeld sociaal voordeel.
De volwaardige financiële aantrekkelijkheid van deze maatregel veronderstelt dat bij de uitvoering ervan rekening wordt gehouden met het bestaande kader voor fiscale vrijstelling.
De toepassing van de bepalingen van dit besluit vallen volledig onder de verantwoordelijkheid van de leidend ambtenaren.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Ambtenarenzaken P. DE SUTTER
13 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonder Raad artikel 19bis, § 2, laatst gewijzigd bij de wet van 27 december 2021;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 17 juli 2023 ;
Gelet op het advies van het College van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid, gegeven op 30 juni 2023 ;
Gelet op het protocol nr. 837 van 19 februari 2024 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op de adviesaanvraag, die op 29 februari 2024 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de ingediende aanvraag tot advies ingeschreven onder het nummer 75.761/4 op 1 maart 2024 van de rol werd afgevoerd ;
Gelet op artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen van autoregulering betreft;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Tussen artikel 17 en artikel 18 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt wordt een artikel 17bis ingevoegd, luidende: "
Art. 17bis.§ 1. In afwijking van artikel 17, § 4 kiest het personeelslid vóór het begin van de in artikel 17, § 1 vermelde referentieperiode ervoor de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk om te zetten in een theoretisch budget waarbinnen hij kan kiezen voor duurzame maatschappelijke voordelen. § 2. Het personeelslid dat in toepassing van § 1 kiest voor de omzetting van de hele eindejaarstoelage of een deel ervan in een theoretisch budget in het kader waarvan hij andere voordelen kiest, ziet af van het recht op de hele eindejaarstoelage of een deel ervan dat overeenkomt met de periode waarop de voordelen betrekking hebben.
Onverminderd het eerste lid wordt, wanneer de omzetting van de eindejaarstoelage in toepassing van § 1 gedeeltelijk is of wanneer er een saldo overblijft van het in § 1 bedoelde theoretische budget, het resterende saldo jaarlijks als toelage uitbetaald aan het personeelslid.
Art. 2.Tussen Titel III en Titel IV van hetzelfde koninklijk besluit, wordt een nieuwe Titel IIIbis ingevoegd, die als volgt luidt: "Titel IIIbis: Andere voordelen Afdeling I: Fietsleasing
Art. 100/1.Het personeelslid dat in toepassing van artikel 17bis ervoor kiest de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk om te zetten in een theoretisch budget bouwt, op basis van de in artikel 17, § 1, derde lid, bedoelde referentieperiode en volgens dezelfde modaliteiten, het budget ter financiering van de voordelen in het kader van de fietsleasing op.
De Minister van Ambtenarenzaken stelt het algemene kader vast voor de toegang tot en de werkingsmodaliteiten van de fietsleasing dat op de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt zoals vastgelegd bij artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzakenvan toepassing is.
Art. 3.Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 maart 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, P. DE SUTTER