gepubliceerd op 12 augustus 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 juli 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen
13 JUNI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 juli 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 juli 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juni 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 juli 2009 Vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen (Overeenkomst geregistreerd op 6 november 2009 onder het nummer 95561/CO/116) Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie West-Vlaanderen en ressorteren onder het Paritair Comité van de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.
Algemene bepaling
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van het uitzonderlijk akkoord voor de onderhandelingen op sector- en ondernemingsvlak in de periode 2009-2010 van 18 december 2008 en het nationaal akkoord 2009-2010 gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid van 1 april 2009.
Werkzekerheid
Art. 3.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de werkgevers alles in het werk stellen om ontslag wegens economische redenen te vermijden. Eventuele problemen in dit verband zullen vooreerst en in de mate van het mogelijke, worden opgevangen door het invoeren van een regeling van gedeeltelijke werkloosheid.
Uitsluitend tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen ontslagen wegens economische redenen eerst mogelijk zijn na het bereiken van een som van dagen gedeeltelijke werkloosheid naar rato van 15 dagen per arbeider in de getroffen afdeling van de betrokken onderneming.
Indien deze voorwaarde niet vervuld is op het ogenblik van een ontslag wegens economische redenen, wordt, bij dit ontslag, de wettelijke opzeggingstermijn of de wettelijke verbrekingsvergoeding verdubbeld.
Alvorens tot ontslag wegens economische redenen over te gaan, zal de werkgever hierover met de vakbondsorganisaties overleg plegen.
Brugpensioen collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17, nr. 92 en nr. 96 van de Nationale Arbeidsraad
Art. 4.Het bestaande stelsel van brugpensioen, waarbij de leeftijd van 60 jaar, voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de nationale arbeidsraad op 19 december 1974, verlaagd werd tot 58 jaar, wordt verlengd tot 30 juni 2011 en dit voor zover de huidige wettelijke regelingen van kracht blijven.
De procedures en modaliteiten zijn deze die door voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien zijn.
Art. 5.In toepassing van het nationaal akkoord gesloten op 1 april 2009 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 27 mei 2009 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en voor de periode beperkt tussen 1 januari 2009 en 31 december 2010, wordt de brugpensioenregeling, zoals voorzien in bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, uitgebreid tot de arbeiders die : - de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2010; - voldoen aan de ter zake geldende wettelijke voorwaarden; bijgevolg zullen de betrokken arbeiders een beroepsverleden als loontrekkende van 33 jaar moeten kunnen rechtvaardigen evenals minstens 20 jaar in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad (= nachtprestaties).
De procedures en modaliteiten ter zake zijn deze die door voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien zijn.
Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal dit artikel nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 30 juni 2011.
Art. 6.In toepassing van het nationaal akkoord gesloten op 1 april 2009 in het paritair comité en van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 27 mei 2009 in van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid wordt, voor de periode beperkt tussen 1 januari 2009 en 31 december 2010, en mits uitdrukkelijk voorafgaandelijk akkoord van de werkgever, wordt de mogelijkheid tot het opnemen van halftijds brugpensioen toegekend aan de arbeiders die : - de leeftijd van 55 jaar of meer bereikt hebben of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2010; - voldoen aan de ter zake geldende wettelijke bepalingen; - met hun werkgever een akkoord bereiken om hun arbeidsprestaties te halveren.
De procedures en modaliteiten zijn deze die door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, worden bepaald.
Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal dit artikel verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 30 juni 2011.
Art. 7.In toepassing van het nationaal akkoord gesloten op 1 april 2009 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 27 mei 2009 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en voor de periode beperkt tussen 1 januari 2009 en 31 december 2010, wordt de brugpensioenregeling, zoals voorzien in bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, uitgebreid tot de arbeiders die : 1) de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en uiterlijk op 31 december 2010;2) die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van tenminste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden;3) voldoen aan de ter zake geldende wettelijke voorwaarden. De procedures en modaliteiten zijn deze die door de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17, nr. 92 en nr. 96 van de Nationale Arbeidsraad voorzien zijn.
Er is een recht op brugpensioen vanaf 56 jaar met 40 effectieve loopbaan na 15 jaar anciënniteit in de onderneming.
Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal dit artikel nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 30 juni 2011.
Art. 8.In overeenstemming met artikel 4bis, 4ter en 4quater van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien de werkgevers de doorbetaling van de aanvullende vergoeding brugpensioen in geval van werkhervatting. De werknemers zullen hun (ex)werkgevers ook verwittigen van het feit dat ze het werk hervat hebben.
Art. 9.Bij de overgang van 1/5de tijdskrediet of halftijds tijdskrediet naar brugpensioen zal de aanvullende vergoeding brugpensioen berekend worden op basis van de voltijdse situatie.
Maatregelen inzake tewerkstelling, tijdskrediet, vorming
Art. 10.Tijdskrediet § 1. Het recht op tijdskrediet, voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering, vanaf 1 januari 2002, van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt, in navolging van het nationaal akkoord van 1 april 2009 gesloten in het Paritair Comité van de scheikundige nijverheid, uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan.
Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden. Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van het 2e tot en met het 5e jaar, de volgende cumulatieve voorwaarden nageleefd te worden : - het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar; - de arbeiders die van dat recht op tijdskrediet gebruik wensen te maken dienen minstens vijf jaar anciënniteit bereikt te hebben.
De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren. § 2. De werkgever beslist, na overleg met de ondernemingsraad of bij ontstentenis de syndicale afvaardiging, over de eventuele vervanging in functie van de werkorganisatie. De werkgever zal, in het geval hij beslist niet te vervangen, zijn beslissing motiveren ten overstaan van de ondernemingsraad of bij ontstentenis de syndicale afvaardiging.
Art. 11.Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het recht op halftijdse arbeid met verhoudingsgewijs behoud van inkomen toegekend naar rato van maximum 3 pct. van het arbeidersbestand. De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren.
Art. 12.Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor de berekening van de drempel, zoals bedoeld in artikel 15, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, geen rekening gehouden met de arbeiders van 52 jaar en ouder.
Vorming
Art. 13.Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een inspanning voor vorming gedaan met als streefdoel 2,0 pct. van de loonmassa voor het geheel van de betrokken ondernemingen. Er wordt zowel voor de interne als voor de externe beroepsopleiding gestreefd naar de mogelijkheid om dit voor alle categorieën van het arbeiderspersoneel te voorzien, maar met een bijzondere aandacht voor de laaggeschoolden. Er wordt een jaarlijkse evaluatie en bespreking van het programma voorzien in de ondernemingsraad of bij ontstentenis met de syndicale afvaardiging.
Anciënniteitsverlof
Art. 14.Als voorafname op een eventueel toekomstige arbeidsduurverkorting onder welke vorm ook, worden vanaf 2009 een aantal ancienniteitsdagen toegekend volgens onderstaand schema : - een eerste anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 7 jaar anciënniteit in de onderneming; - een tweede anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 14 jaar anciënniteit in de onderneming, - een derde anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 20 jaar anciënniteit in de onderneming; - een vierde anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 25 jaar anciënniteit in de onderneming; - een vijfde anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 30 jaar anciënniteit in de onderneming. (totaal maximum 5 anciënniteitsdagen per kalenderjaar).
Koopkracht
Art. 15.Lonen De werkelijk betaalde basisuurlonen, (40-urenweek) worden verhoogd met 0,0800 EUR per uur vanaf 1 juli 2009.
De bestaande minimumuurlonen uitgedrukt in het 40-urenstelsel, worden met 0,0800 EUR per uur verhoogd en worden vanaf 1 juli 2009 : - Afwerking en verpakking : 11,2795 EUR/bruto per uur - Productie a) bij de aanwerving : 11,9620 EUR/bruto per uur;b) na drie maanden (referentieloon) : 12,3545 EUR/bruto per uur;c) gespecialiseerden : 12,6115 EUR/bruto per uur; - Ploegbazen : 12,9280 EUR/bruto per uur.
Deze bedragen worden gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling der lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen.
Bovenvermelde bedragen stemmen overeen met het spilindexcijfer 109,66 op basis van 2004 = 100.
Art. 16.Premies voor ploegwerk De premies voor ploegwerk (uitgedrukt in het 40-urenstelsel) bedragen, voor de dagploegen 7,10 pct. en voor de nachtploegen 22,30 pct. van het referentieloon, zoals bepaald in artikel 15, 2e lid, hierboven.
De berekening van de bedragen in euro gebeurt tot op de vijfde decimaal en vervalt alles wat na de vierde decimaal komt, zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 betreffende de ploegenpremies, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.
Hierdoor worden de ploegvergoedingen vanaf 1 juli 2009 (uitgedrukt in het 40-urenstelsel) : - morgen- en namiddagploeg : 0,8771 EUR/bruto per uur; - nachtploeg : 2,7550 EUR/bruto per uur Bestaanszekerheid
Art. 17.Enkel voor het kalenderjaar 2009 wordt uitzonderlijk voorzien in volgende afwijkingen met betrekking tot de aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid : - in afwijking van artikel 8, § 1, 2e lid van het nationaal akkoord 2009-2010 voor arbeiders gesloten op 1 april in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid wordt het bedrag van 9 EUR per dag gedeeltelijke werkloosheid toegekend voor alle dagen gedeeltelijke werkloosheid in het kalenderjaar 2009; - in afwijking van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2009 betreffende de eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, worden, voor het kalenderjaar 2009, alle dagen gedeeltelijke werkloosheid gelijkgesteld met werkelijke arbeid voor de opbouw van de eindejaarspremie.
Vanaf het kalenderjaar 2010 gelden bovenvermelde afwijkingen op de desbetreffende sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten niet meer.
Uitzendarbeid
Art. 18.Onverminderd de wettelijke bepalingen ter zake, wordt de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging maandelijks ingelicht over de tewerkstelling van uitzendkrachten, beoogd door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, welke in hoofdzaak handarbeid verrichten.
De te verstrekken informatie betreft volgende punten : - het aantal uitzendkrachten per afdeling; - de reden van tewerkstelling; - de opdeling van het aantal uitzendkrachten in de onderneming volgens ononderbroken tewerkstellingsduur in de onderneming volgens het volgende schema : minder dan drie maanden, tussen drie en zes maanden, tussen zes en twaalf maanden, tussen twaalf en achttien maanden, en vanaf achttien maanden en meer.
Mobiliteit
Art. 19.Voor wat betreft het gebruik van een ander vervoermiddel dan het openbaar vervoer blijft de tussenkomst van de werkgever gekoppeld aan de vroegere tabel (vastgesteld in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden) op basis van het gemiddelde van 65 pct. en aangepast op 1 februari van ieder jaar aan de nieuwe tarieven.
Art. 20.Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziet men in de mogelijkheid om op ondernemingsvlak overleg te plegen met de ondernemingsraad of de syndicale delegatie met betrekking tot een fietsvergoeding.
Bestaande overeenkomsten en sociale vrede
Art. 21.Alle bepalingen van vorige collectieve arbeidsovereenkomsten, die niet éénmalig zijn of die door deze collectieve arbeidsovereenkomst niet gewijzigd of afgeschaft worden, blijven voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.
De sociale vrede wordt gewaarborgd voor de ganse duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Geldigheidsduur
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2011, met uitzondering van artikelen 4, 5, 6 en 7.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET