Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 2007
gepubliceerd op 09 juli 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende het conventioneel brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007201890
pub.
09/07/2007
prom.
13/06/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JUNI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende het conventioneel brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, betreffende het conventioneel brugpensioen, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2006 Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 29 augustus 2006 onder het nummer 80665/CO/107) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever, de werklieden en werksters met inbegrip van de huisarbeiders van de ondernemingen ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters, paritair comité 107 (koninklijk besluit van 29 januari 1991 - Belgisch Staatsblad van 8 februari 1991). HOOFDSTUK II. - Recht op het conventioneel brugpensioen

Art. 3.Werklieden en werksters met inbegrip van de huisarbeiders vanaf 58 jaar met 15 jaar loondienst in de onderneming § 1. De regeling van de aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, zoals ingesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, wordt toegepast op de werklieden en werksters met inbegrip van de huisarbeiders vanaf 58 jaar, indien ze worden ontslagen door hun werkgever (behalve om dringende redenen) en op voorwaarde dat ze over een loondienst van 15 jaar in de onderneming beschikken. § 2. De betrokken ondernemers kunnen volgens deze overeenkomst slechts in brugpensioen gaan voor zover ze voldoen aan de voorwaarden betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. § 3. De leeftijd waarvan sprake in § 1 van dit artikel moet ten laatste bereikt zijn bij het effectief verstrijken van de opzeggingstermijn of op de datum waarop de verbrekingsvergoeding wordt toegekend en in alle geval vóór het verstrijken van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 4. De artikelen 4 tot en met 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 zijn eveneens van toepassing. § 5. Het brugpensioen toegepast op basis van deze overeenkomst neemt een einde wanneer de werknemer de pensioenleeftijd bereikt. HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en duur

Art. 4.Deze overeenkomst is gesloten voor bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2005 en eindigt op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^