Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 januari 2006
gepubliceerd op 21 februari 2006

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend aan de huisartsenwachtposten bedoeld in het artikel 56, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006022163
pub.
21/02/2006
prom.
13/01/2006
ELI
eli/besluit/2006/01/13/2006022163/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend aan de huisartsenwachtposten bedoeld in het artikel 56, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 4, ingevoegd bij de wet van 11 juli 2005;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 25 juli 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 oktober 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 14 oktober 2005;

Gelet op het advies nr. 39.378/1 van de Raad van State, gegeven op 24 november 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit wordt verstaan onder : 1° de Minister : de Minister van Sociale Zaken;2° de wet : de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;3° de tussenkomende partijen : de betrokken huisartsenkring of kringen, de betrokken lokale overheid of overheden en één of meerdere ziekenhuizen.

Art. 2.Onder de voorwaarden vermeld in artikel 56, § 4, van de wet, en binnen de perken van de beschikbare kredieten, kan de Minister met de tussenkomende partijen overeenkomsten sluiten, waarvan de financiering ten laste genomen wordt door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, met het oog op het toekennen van tussenkomsten voor de financiering van huisartsenwachtposten.

Art. 3.De overeenkomst bedoeld in artikel 1 omvat tenminste volgende elementen : 1° het bedrag van de tussenkomst;2° de nadere regelen inzake het betalen van de betrokken tussenkomst en het indienen van facturen;3° de kwantitatieve en kwalitatieve evaluatiecriteria die de evaluatie van het project toelaten met name : a) de informatie voor de patiënten betreffende de mogelijkheden en de voordelen van de door de huisartsen georganiseerde wachtposten;b) de bereikbaarheid van de wachtpost;c) de kwaliteit van de interventie;d) de veiligheid van de huisartsen, in het bijzonder op weg naar en tijdens de huisbezoeken;e) de samenwerking en de communicatie met de andere zorgverleners, in het bijzonder de erkende huisartsen die het globaal medisch dossier van de patiënten beheren en de spoeddiensten van de ziekenhuizen;4° de indieningsvoorwaarden voor een activiteitenverslag. De overeenkomst wordt getekend door de Minister en de vertegenwoordigers van de verschillende tussenkomende partijen vermeld in de tussenkomstaanvraag bedoeld in het artikel 4, § 1.

Art. 4.§ 1. De aanvragen voor een tussenkomst ingediend met het oog op het sluiten van de overeenkomst bedoeld in artikel 1 worden per aangetekend schrijven verzonden aan de Leidend Ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging, RIZIV, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel, binnen zes maanden na inwerking treden van dit besluit. § 2. De tussenkomstaanvragen ingediend door de tussenkomende partijen moeten aan volgende voorwaarden voldoen : 1° huisartsenconsultaties aanbieden;2° beschikken over de nodige medische logistiek om een behandeling toe te staan, zonder systematische verwijzen naar de dichtstbijzijnde spoeddienst;3° beschikken over een meertalig onthaal; 4° beschikken over verpleegkundig personeel;5 5° een overeenkomst sluiten met een of meerdere ziekenhuizen om de patiënt indien nodig snel te kunnen doorverwijzen naar een ziekenhuis;6° tenminste de weekends en feestdagen dekken, steeds met een aanbod van toegankelijkheid tijdens de periode tussen 19 uur en 24 uur van maandag tot vrijdag;7° zich integreren in het project van de wachtpostrollen van huisartsen van de zone, hetzij overdag (wachtrol via de consultatieperiode zonder afspraak) of de nachten en het weekend (via de huisartswachtrollen die vooraf in de betrokken zone per wachtpost georganiseerd zijn). § 3. De aanvragen tot tussenkomst bevatten ten minste de volgende elementen : 1° een volledige beschrijving van het project waaruit blijkt dat het voldoet aan de eigenschappen opgenoemd in § 2;2° een voorbegroting;3° een gesloten overeenkomst tussen de tussenkomende partijen bedoeld in het artikel 56, § 4, van de wet.Die overeenkomst moet, tenminste, de samenwerkingsregelen alsook de bepalingen getroffen met het oog op het financieel beheer van de tussenkomst bedoeld in het artikel 2, omvatten. § 4. De analyse van de tussenkomstaanvragen zal gebeuren op basis van de criteria van overeenstemming van het project met de voorwaarden bedoeld in artikel 2.

Het vooraf bestaan van een pilootervaring van een wachtpost en het bevinden van het project in een interventiezone van het federaal grootstedenbeleid, zijn positieve waarderingselementen van het project. § 5. De aanvragen die niet voldoen aan de bepalingen van het onderhavige artikel zijn niet ontvankelijk.

Art. 5.Elke zorgverstrekker die een gezondheidsprestatie in de zin van artikel 34 van de wet uitvoert, mag aan de patiënten die worden behandeld in het kader van de krachtens onderhavig besluit gefinancierde wachtposten, geen supplementen vragen op de reglementaire prijzen en honoraria of die bepaald in een akkoord of overeenkomst bedoeld in de artikelen 42 en 50 van de wet.

Art. 6.De duur van de overeenkomst bedoeld in artikel 3 bedraagt drie jaar, hernieuwbaar op basis van een evaluatie.

Art. 7.Onderhavig besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 januari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^