13 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 96 van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003 en 22 juli 2004;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003 en 22 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 9° wordt vervangen als volgt : « 9° de gezamenlijke voogdij over de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid: de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Werk;»; 2° er wordt een 9°bis ingevoegd, luidende : « 9°bis de gezamenlijke voogdij over de Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid : de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Pensioenen;»; 3° het 10° wordt vervangen als volgt : « 10° de gezamenlijke voogdij over de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten : de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Pensioenen;».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Eerste Minister en Onze Ministers en Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 februari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT