Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 december 2020
gepubliceerd op 28 januari 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020205207
pub.
28/01/2021
prom.
13/12/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten" (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 december 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2020 Rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten" (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 2020 onder het nummer 159512/CO/142.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten.

Onder "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke werklieden verstaan.

Art. 2.In toepassing van artikel 6, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 april 2020 van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en er de statuten van vastleggend, worden de volgende aanvullende voordelen toegekend ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten", hierna aangeduid als het fonds : 1° een aanvullende werkloosheidsuitkering;2° een aanvullende sociale uitkering;3° een eindejaarspremie. HOOFDSTUK II. - Aanvullende werkloosheidsuitkering

Art. 3.De bij artikel 1, 2de lid van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde arbeiders hebben voor elke werkloosheidsdag voorzien in de artikelen 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad op 22 augustus 1978) (schorsing wegens slecht weder en schorsing omwille van economische redenen) recht op de bij artikel 4 van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde uitkering, ten laste van het fonds, met een maximum van 75 dagen per kalenderjaar, voor zover ze de volgende voorwaarden vervullen : - recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen bij toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn.

Van 13 maart 2020 tot 31 augustus 2020, hebben de bij artikel 1, 2de lid van deze onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde arbeiders, voor elke dag van tijdelijk werkloosheid wegens overmacht als gevolg van covid-19, recht op de bij artikel 4 van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde uitkering, ten laste van het fonds, met een maximum van 75 dagen per kalenderjaar (alle motieven gecombineerd : economische redenen, slecht weder of overmacht als gevolg van covid-19), voor zover ze de voorwaarden van vorig lid vervullen.

Art. 4.Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkering wordt vastgesteld op 5 EUR per werkloosheidsdag. HOOFDSTUK III. - Syndicale premie

Art. 5.De bij artikel 1, 2de lid van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde arbeiders, die lid zijn van één van de representatieve interprofessionele organisaties welke op nationaal niveau verbonden zijn, hebben recht elk jaar in december op een syndicale premie ten laste van het fonds, voor zover zij tijdens de referteperiode ingeschreven zijn in het personeelsregister van een bij hetzelfde artikel, 1ste lid bedoelde werkgever in functie van hun tewerkstelling in het dienstjaar waarop de betaling betrekking heeft.

Art. 6.§ 1. Het bedrag van de bij artikel 5 bedoelde syndicale premie wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van bestuur van het fonds, in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. De arbeiders hebben recht op de bij artikel 5 bedoelde syndicale premie pro rata hun gewerkte maanden of gedeeltelijke maanden tijdens de referteperiode van 1 juli van het voorgaande jaar tot 30 juni van het lopende jaar.

De verplichting tot aansluiting bij één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties die nationale bonden vormen, is eveneens onderhevig aan dezelfde verhouding.

Art. 7.Deze syndicale premie wordt eveneens toegekend aan arbeiders die tijdens het werkjaar met pensioen gingen alsook aan de erfgenamen van de in datzelfde werkjaar overleden rechthebbenden.

Art. 8.§ 1. Dankzij de database waarover het fonds beschikt op grond van de aansluiting bij de Vereniging van Sectorale Instellingen wordt het voor de uitbetaling van de syndicale premie nodige attest rechtstreeks verzonden door het fonds naar de woonplaats van de arbeider.

Met het oog op administratieve vereenvoudiging zal het fonds de mogelijkheden bestuderen om de attesten voor de uitbetaling van de syndicale premie te verzenden met de attesten voor de eindejaarspremies.

De arbeiders die niet aangesloten zijn bij een representatieve interprofessionele werknemersorganisatie hebben geen recht op de syndicale premie.

Bij voorlegging van het door het sociaal fonds afgeleverde attest vullen de representatieve nationale interprofessionele werknemersorganisaties het attest voor de uitbetaling in, waarbij ze de aansluiting van de arbeider bij hun organisatie bevestigen. Ze betalen de syndicale premie uit aan de rechthebbende leden of aan hun wettelijke erfgenamen in geval van overlijden tijdens het werkjaar.

De aanvragen tot terugbetaling van de aanvullende uitkeringen moeten door de werknemersorganisaties bij het secretariaat van het sociaal fonds worden ingediend binnen een termijn van een jaar. Elk door de werknemersorganisatie terdege ingevuld attest voor uitbetaling moet worden gevoegd bij de aanvragen.

De raad van bestuur van het sociaal fonds moet een beslissing nemen in verband met een systeem van voorschotten, die aan de representatieve werknemersorganisaties zouden worden gestort opdat deze de uitbetaling van de syndicale premie kunnen waarborgen. § 2. Een financiële evaluatie van het fonds zal verricht worden uiterlijk op 15 juli 2008. Indien na deze evaluatie blijkt dat er voldoende beschikbare financiële middelen bestaan, zal het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van allerlei producten" deze financiële middelen billijk verdelen tussen de bestaande en/of in de sector in te voeren tegemoetkomingen. HOOFDSTUK IV. - Eindejaarspremie

Art. 9.Vanaf het refertejaar 2008 bedraagt het bedrag van de eindejaarspremie 8,33 pct. van het jaarlijks brutoloon aangegeven aan de RSZ. Vanaf 1 april 2015 tot en met 31 december 2015 zal elke werkgever een bijdrage ten belope van 8,98 pct. van de bruto loonmassa zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, storten aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017 wordt deze vastgelegd op 9,86 pct. van de bruto loonmassa zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Vanaf 1 januari 2018 wordt deze vastgelegd op 11,18 pct. van de bruto loonmassa zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Vanaf 1 januari 2019 wordt deze vastgelegd op 10 pct. van de bruto loonmassa zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Vanaf 1 juli 2020 tot en met 31 december 2020, wordt deze vastgelegd op 11 pct. van de bruto loonmassa zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Vanaf 1 januari 2021, wordt deze vastgelegd op 10,5 pct. van de bruto loonmassa zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 10.Voor de toepassing van dit hoofdstuk : - dient onder refertejaar 2008 uitzonderlijk te worden verstaan, de periode gaande van 1 oktober 2007 tot en met 30 juni 2008; - is het refertejaar vanaf refertejaar 2009 gelijk aan de periode vanaf 1 juli van het voorgaande jaar tot en met 30 juni van het lopende jaar.

Art. 11.Het in artikel 9 vermelde bedrag, geldt voor alle arbeiders, bedoeld bij artikel 1, 2de lid, die in de sector zijn tewerkgesteld, ongeacht het soort contract : - gedurende een periode van minstens 50 gepresteerde en gelijkgestelde dagen tijdens het refertejaar 2008; - gedurende een periode van minstens 65 gepresteerde en gelijkgestelde dagen tijdens het refertejaar vanaf het refertejaar 2009.

De lijst van de dagen die in de berekening van de gepresteerde en gelijkgestelde dagen in rekening komen, zit in bijlage bij de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 12.De tijdens het refertejaar gepensioneerde of op brugpensioen gestelde arbeiders, en rechthebbenden van een in hetzelfde jaar overleden arbeider, genieten de volledige eindejaarspremie zoals vastgesteld bij artikel 9 van onderhavige overeenkomst.

Onder rechthebbende wordt verstaan, de fysieke persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen.

In aanmerking is te nemen het jaarlijks brutoloon dat is geïnd tijdens het refertejaar.

Art. 13.De premie wordt door het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten" betaald vanaf de maand december van het jaar waarop de premie betrekking heeft.

De betaling van de premie geschiedt op grond van een door het fonds opgesteld betalingsmandaat.

De mandaten worden rechtstreeks door het fonds aan de arbeiders verzonden in de loop van de maand december van het betreffende jaar.

Het recht op een premie verjaart na 42 maand te rekenen vanaf het einde van de referteperiode, bedoeld in artikel 10, waarop de eindejaarspremie betrekking heeft.

Elk jaar zal het fonds ervoor zorgen dat de voor de uitbetaling van de eindejaarspremie nodige arbeidersgegevens worden geüpdatet.

Art. 14.De bepalingen van dit hoofdstuk zijn minimumvoordelen die de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden onverkort laten. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 15.De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst zal jaarlijks door de raad van bestuur van het fonds worden geëvalueerd.

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 13 maart 2020 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij vervangt en annuleert die van 14 april 2020 (Belgisch Staatsblad van 22 juni 2020) betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten", geregistreerd onder het nummer 158564/CO/142.04.

Zij kan worden opgezegd op verzoek van de meest gerede partij, mits een opzegging van drie maanden, gericht bij ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten.

Art. 17.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten" Eindejaarspremie Lijst van de dagen die in de berekening van de gepresteerde en gelijkgestelde dagen in rekening worden genomen.

In uitvoering van het artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2020 betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten".

Werkdagen zijn alle dagen die door de DMFA met een code 1 tot en met code 5 worden weergegeven.

Volgende gelijkgestelde dagen komen in de berekening in aanmerking voor de anciënniteitsvoorwaarde : - ongeval en gewone ziekte (betaald door de werkgever ter gelegenheid van de 2de week gewaarborgd loon), weergegeven door DMFA met code 10; - uitoefening van een functie in de arbeidsgerechten of commissies en rechtscolleges met het oog op de toepassing van de sociale wetgeving, weergegeven door DMFA met code 10; - feestdagen en vervangingsdagen tijdens periode van tijdelijke werkloosheid, weergegeven door DMFA met code 10; - inhaalrustdagen in het kader van arbeidsduurvermindering, niet betaald op het moment dat deze dagen effectief genomen worden, weergegeven door DMFA met code 20; - carenzdag, weergegeven door DMFA met code 23; - dagen begrepen in de eerste 12 maanden van arbeidsonderbreking ingevolge ongeval en gewone ziekte en dagen van arbeidsonderbreking ingevolge profylactisch verlof, weergegeven door DMFA met code 50; - zwangerschaps- en bevallingsrust, weergegeven door DMFA met code 51; - vaderschaps- of adoptieverlof, weergegeven door DMFA met code 52; - arbeidsongeval (de periode van gewaarborgd loon waarvoor geen RSZ-bijdragen worden geïnd), weergegeven door DMFA met code 11; - beroepsziekte (de periode van gewaarborgd loon waarvoor geen RSZ-bijdragen worden geïnd), weergegeven door DMFA met code 11; - dagen van arbeidsonderbreking te wijten aan staking voor werknemers die als werkloze werden erkend, weergegeven door DMFA onder code 70; - dagen van tijdelijke werkloosheid omwille van economische reden, weergegeven door DMFA onder code 71; - dagen van tijdelijke werkloosheid omwille van slecht weer, weergegeven door DMFA onder code 72; - voor de premie 2020, meer specifiek voor de duur van de beperkende maatregelen van de regering als gevolg van covid-19, de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, weergegeven door DMFA onder code 70.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 december 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^