Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 oktober 2010
gepubliceerd op 19 augustus 2011

Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de besluiten 2008-I-17 en 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van nationale vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2011014051
pub.
19/08/2011
prom.
12/10/2010
ELI
eli/besluit/2010/10/12/2011014051/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 OKTOBER 2010. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de besluiten 2008-I-17 en 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van nationale vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, artikel 17ter ingevoegd bij de wet van 22 januari 2007;

Gelet op de wet van 21 mei 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/05/1991 pub. 13/07/2012 numac 2012203809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het invoeren van een stuurbrevet voor het bevaren van de scheepvaartwegen van het Rijk, artikel 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2010 pub. 21/05/2010 numac 2010014086 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het besluit 2007-I-10 van 31 mei 2007 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart betreffende het Patentreglement Rijn sluiten houdende goedkeuring van het besluit 2007-I-10 van 31 mei 2007 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart betreffende het Patentreglement Rijn;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit zijn betrokken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 april 2009;

Gelet op advies 46.995/2/V van de Raad van State, gegeven op 29 juli 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de overeenkomst tussen het Groothertogdom Baden, Beieren, Frankrijk, het Groothertogdom Hessen, Nederland en Pruisen voor de Rijnvaart, getekend op 17 oktober 1868 te Mannheim, artikel 46, gewijzigd bij de overeenkomst van 20 november 1963, goedgekeurd bij de wet van 4 februari 1967;

Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het in bijlage 1 bij dit besluit gevoegde besluit 2008-I-17 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het Patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van nationale vaarbewijzen van bepaalde lidstaten wordt goedgekeurd.

Art. 2.Het in bijlage 2 bij dit besluit gevoegde besluit 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het Patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van de Roemeense vaarbewijzen A en B en van het Roemeense radarbevoegdheidsbewijs wordt goedgekeurd.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2008 en treedt buiten werking op 30 september 2011.

Art. 4.De Minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken en de Minister bevoegd voor het Vervoer zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 oktober 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage 1 BESLUIT 2008-I-17 VAN 29 MEI 2008 VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART Erkenning van nationale vaarbewijzen van bepaalde lidstaten Besluit De Centrale Commissie opnieuw bevestigend te willen bijdragen aan de integratie en aan de ontwikkeling van de Europese binnenvaartmarkt, onder verwijzing naar het belang dat zij hecht aan een zo eenvoudig, duidelijk en geharmoniseerd mogelijk juridisch kader voor de Rijnvaart, zoals de lidstaten dat tot uitdrukking hebben gebracht in de Ver-klaring van Bazel van 16 mei 2006, bewust zijnde dat de erkenning op de Rijn van buiten de Rijn afgegeven vaarbewijzen een maatregel betreft waarmee wordt beoogd de verplichtingen van het bedrijfsleven te vereenvoudigen en op significante wijze aan de economische veerkracht van de sector bij te dragen, overwegende dat de erkenning van buiten de Rijn afgegeven vaarbewijzen een prioritaire opgave van de CCR is, hetgeen een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de nodige wijzigingen van het Patentreglement Rijn rechtvaardigt, overwegende dat een dergelijke erkenning de wijziging van het Patentreglement Rijn krachtens artikel 1.07 van dat reglement rechtvaardigt, handelend overeenkomstig Aanvullend Protocol nr. 7 van de Akte van Mannheim, op voorstel van haar Comité sociale zaken, arbeidsomstandigheden en beroepsopleiding, I Erkent de geldigheid op de Rijn van de volgende Duitse vaarbewijzen : - het schipperspatent (Schifferpatent) A en - het schipperspatent (Schifferpatent) B, afgegeven door de bevoegde Duitse autoriteiten krachtens de Verordening "Verordnung über Befähi-gungszeugnisse in der Binnenschifffahrt" van 15 december 1997, laatstelijk gewijzigd door artikel 501 van de verordening van 31 oktober 2006 (BGBI-I, blz. 2407 ss), indien aan de volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan : - voor de geldigheid van deze vaarbewijzen op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km 335,92) en de Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten overeenkomstig het in Bijlage A3 bij het Patentreglement Rijn vermelde model worden overgelegd, - de houder moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Patentreglement Rijn voorleggen, dat volgens de door dat reglement voorgeschreven modaliteiten moet worden verlengd.

De Duitse delegatie verplicht zich tot het verstrekken aan de CCR van toekomstige wijzigingen van haar nationale regelgeving inzake het verkrijgen van door dit besluit erkende vaarbewijzen.

II Erkent de geldigheid op de Rijn van de volgende Nederlandse vaarbewijzen : - groot vaarbewijs A - groot vaarbewijs B - groot vaarbewijs I - groot vaarbewijs II, afgegeven door de bevoegde Nederlandse autoriteiten krachtens de Binnenschepenwet, Stb. 1981, 678, gewijzigd door Stb.2007.176, indien aan de volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan : - voor de geldigheid van deze vaarbewijzen op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km 335,92) en de Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten overeenkomstig het in Bijlage A3 bij het Patentreglement Rijn vermelde model worden overgelegd, - de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn, - de houder van groot vaarbewijs I of van groot vaarbewijs II is slechts tot het bereiken van de leeftijd van 50 jaar gerechtigd op de Rijn te varen. - de houder van groot vaarbewijs A of van groot vaarbewijs B moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Patentreglement Rijn voorleggen, dat volgens de door dat reglement voorgeschreven modaliteiten moet worden verlengd.

De Nederlandse delegatie verplicht zich tot het verstrekken aan de CCR van toekomstige wijzigingen van haar nationale regelgeving inzake het verkrijgen van door dit besluit erkende vaarbewijzen.

III Erkent de geldigheid op de Rijn van de volgende Belgische vaarbewijzen : - certificat de conduite/vaarbewijs A - certificat de conduite/vaarbewijs B afgegeven door de bevoegde Belgische autoriteiten krachtens de wet van 21 mei 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/05/1991 pub. 13/07/2012 numac 2012203809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van een zeker verband tussen Belgische pensioenregelingen en die van instellingen van internationaal publiek recht. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en het Koninklijk Besluit van 23 december 1998, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 27 maart 2007 gewijzigde versie, indien aan de volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan : - voor de geldigheid van deze vaarbewijzen op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km 335,92) en de Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten overeenkomstig het in Bijlage A3 bij het Patentreglement Rijn vermelde model worden overgelegd, - de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn, - de houder moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Patentreglement Rijn voorleggen, dat volgens de door dat reglement voorgeschreven modaliteiten moet worden verlengd.

De Belgische delegatie verplicht zich tot het verstrekken aan de CCR van toekomstige wijzigingen van haar nationale regelgeving inzake het verkrijgen van door dit besluit erkende vaarbewijzen.

IV Besluit overeenkomstig artikel 1.07 van het Patentreglement Rijn tot de in de bijlage bij dit besluit vermelde wijzigingen van Bijlage C1 van het Patentreglement Rijn.

Deze wijzigingen gelden van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2011.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 12 oktober 2010 houdende goedkeuring van de besluiten 2008-I-17 en 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het Patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van nationale vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage 2 BESLUIT 2008-I-18 VAN 29 MEI 2008 VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART Erkenning van de Roemeense vaarbewijzen A en B en van het Roemeense radarbe-voegdheidsbewijs Besluit De Centrale Commissie opnieuw bevestigend te willen bijdragen aan de integratie en aan de ontwikkeling van de Eu-ropese binnenvaartmarkt, onder verwijzing naar het belang dat zij hecht aan een zo eenvoudig, duidelijk en geharmoniseerd mogelijk juridisch kader voor de Rijnvaart, zoals de lidstaten dat tot uitdrukking hebben gebracht in de Verklaring van Bazel van 16 mei 2006, bewust zijnde dat de erkenning op de Rijn van buiten de Rijn afgegeven vaarbewijzen een maatregel betreft waarmee wordt beoogd de verplichtingen van het bedrijfsleven te vereenvoudigen en op significante wijze aan de economische veerkracht van de sector bij te dragen, overwegende dat de erkenning van buiten de Rijn afgegeven vaarbewijzen een prioritaire opgave is, hetgeen een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de nodige wijzigingen van het Patentreglement Rijn rechtvaardigt, overwegende dat een dergelijke erkenning de wijziging van het Patentreglement Rijn krachtens artikel 1.07 van dat reglement rechtvaardigt, handelend overeenkomstig Aanvullend Protocol nr. 7 van de Akte van Mannheim, op voorstel van haar Comité sociale zaken, arbeidsomstandigheden en beroepsopleiding, I Zal, zodra de in de bijlage bij Besluit 2008-I-19 vermelde administratieve overeenstemming in werking is getreden, de geldigheid op de Rijn van het Roemeense vaarbewijs categorie A en B (« brevet de capitan fluvial A/B ») dat door de Roemeense scheepvaartautoriteit krachtens Ministerieel Besluit 318/2006 van 3 maart 2006 is afgegeven, erkennen, indien aan de volgende aanvullende voorwaarden wordt voldaan : - voor de geldigheid van deze vaarbewijzen op het riviergedeelte tussen Iffezheim (km 335,92) en de Spijksche Veer (km 857,40) moet tevens een bewijs voor riviergedeelten overeenkomstig het in Bijlage A3 bij het Patentreglement Rijn vermelde model worden overgelegd, - de houder moet ten minste 21 jaar oud zijn, - de houder moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Patentreglement Rijn voorleggen, dat volgens de door dat reglement voorgeschreven modaliteiten moet worden verlengd.

II Zal, zodra de in de bijlage bij Besluit 2008-I-19 vermelde administratieve overeenstemming in werking is getreden, de geldigheid op de Rijn van het Roemeense radarbevoegdheidsbewijs (« certificat de utilizator radar pe caile navigabile interioare ») dat door de Roemeense scheepvaartautoriteit krachtens Ministerieel Besluit 318/2006 van 3 maart 2006 is afgegeven, erkennen.

III Besluit overeenkomstig artikel 1.07 van het Patentreglement Rijn, en onder voorwaarde van de inwerkingtreding van de administratieve overeenstemming, tot de in de bijlage bij dit besluit vermelde wijzigingen van Bijlage C1 van het Patentreglement Rijn.

De in de bijlage bij dit besluit vermelde wijzigingen van het Patentreglement Rijn gelden van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2011.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 12 oktober 2010 houdende goedkeuring van de besluiten 2008-I-17 en 2008-I-18 van 29 mei 2008 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart tot wijziging van het Patentreglement Rijn met betrekking tot de erkenning van nationale vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

^