gepubliceerd op 15 december 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden
12 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 oktober 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 21 augustus 2003 onder het nummer 67171/CO/221) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid (PC 221). HOOFDSTUK II. - Juridisch kader
Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 betreffende de bevordering van de tewerkstelling en de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996).
Zij is eveneens gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003, en dit in al zijn bepalingen. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duren van twee jaar, ingaande op 1 januari 2003 om te eindigen op 31 december 2004. HOOFDSTUK IV. - Koopkracht
Art. 4.In het belang van de economische activiteit van de sector, zullen de onderhandelaars op het vlak van de onderneming, onderhandelingen voeren rekening houdend met de economische situatie die momenteel moeilijker is dan deze van de afgelopen jaren.
De sociale partners op ondernemingsvlak onderschrijven, ondubbelzinnig, de indicatieve marge van het intersectoraal akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003.
Met betrekking hiermee, verwachten de werkgevers dat er drie indexen mogelijk zijn gedurende de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst en daarom nodigen zij de onderhandelaars uit om op het ondernemingsvlak hiermee rekening te houden. HOOFDSTUK V. -Waarborg van tewerkstelling brugpensioen
Art. 5.Via een raamakkoord voor de sector wordt het mogelijk gemaakt om, overeenkomstig de mogelijkheden voorzien in artikel 23 van de wet van 26 juli 1996 en zoals voorzien in het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003, vanaf 1 januari 2003 tot 31 december 2004 de brugpensioenleeftijd te verlagen tot 56 jaar, voor de bedienden met een beroepsverleden van minimum 33 jaar, waarvan minstens 20 jaar in een arbeidsregime met nachtarbeid, zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990. Het van kracht worden op bedrijfsvlak gaat slechts in op voorwaarde dat bedrijven hiertoe toetreden via een bedrijfsovereenkomst, waarin de toepassingsmodaliteiten gestipuleerd worden. HOOFDSTUK VI. - Vorming en opleiding
Art. 6.De ondertekenende partijen beslissen de bestaande overeenkomsten voor risicogroepen en opleidingen te verlengen.
Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 januari 1997, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 en het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003, wordt voor de periode 2003-2004, de inspanning van 0,10 pct. van de loonmassa ten voordele van de risicogroepen, gehandhaafd.
Art. 7.De personen die tot de risicogroepen behoren zijn de volgende : a. de personen bepaald in artikel 173, a) en b), van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991);b. de bedienden die ontslagen of werkloos zijn ten gevolge van een faillissement of een collectief ontslag;c. de bedienden die in de onderneming een opleiding volgen en die zonder deze opleiding in hun werkzekerheid zouden bedreigd zijn;d. jonge werkzoekende schoolverlaters, of werkzoekenden die aangeworven worden vanuit de wettelijke verplichting tot vervanging, als RVA stagiairs na afloop van de stage of binnen een startbaanovereenkomst.
Art. 8.Onder meer om de permanente vorming in de bedrijven te stimuleren en met het oog op het behoud van de werkzekerheid, verbinden de partijen zich ertoe de sector inspanning van 0,20 pct. van de loonmassa voor opleidingen te verlengen. HOOFDSTUK VII. - Bestaanszekerheid
Art. 9.De syndicale premie wordt, vanaf 1 januari 2003, opgetrokken van 74,37 EUR naar 90,00 EUR. HOOFDSTUK VIII. - Mobiliteit
Art. 10.De tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten wordt behouden op gemiddeld 80 pct. (cfr. collectieve arbeidsovereenkomst 19sexies ), namelijk in de heenrit, op basis van het sociaal abonnement en dit vanaf de eerste kilometer, ongeacht het vervoermiddel. HOOFDSTUK IX. - Werking van de arbeidsmarkt, loopbaanonderbreking en tijdskrediet
Art. 11.De sociale partners onderschrijven de bepalingen betreffende het tijdskrediet en de loopbaanonderbreking zoals opgenomen het interprofessioneel akkoord.
Art. 12.Partijen gaan akkoord dat de werknemers ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies voor zorgkrediet, opleidingskrediet, landingsbanen, ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering, loopbaanvermindering, die worden toegekend door de gewesten of gemeenschappen. HOOFDSTUK X. - Diversen
Art. 13.De sociale partners bevelen tevens aan in geval van herstructurering outplacement te voorzien. HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen
Art. 14.De sociale partners verbinden zich ertoe geen nieuwe eisen op sector vlak te zullen verdedigen tijdens de duur van dit akkoord.
Tevens verbinden ze zich ertoe de sociale vrede in de ondernemingen te handhaven voor de bepalingen van kracht via deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE