gepubliceerd op 09 december 2013
Koninklijk besluit inzake de tewerkstelling van gelegenheidswerknemers in de horecasector. - Addendum
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
12 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit inzake de tewerkstelling van gelegenheidswerknemers in de horecasector. - Addendum
In het Belgisch Staatsblad van 27 november 2013 pagina 92156, akte 2013/206324, wordt het bijgevoegde advies van de Raad van State ingevoegd.
RAAD VAN STATE Afdeling Wetgeving Advies 53.293/1 53.294/1 van 3 juni 2013 over - een voorontwerp van wet 'houdende diverse wijzigingen tot invoering van een nieuwe sociale en fiscale regeling voor de gelegenheidsarbeiders in de horeca' (53.293/1); - een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van de artikelen 8bis, 17bis en 31bis, en tot herinvoering van artikel 31ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en tot wijziging van de artikelen 5bis, 6 en 9octies van het koninklijk besluit van 5 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022901 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 19/03/2014 numac 2014000139 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002013255 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022902 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels sluiten tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, met het oog op het invoeren van een nieuwe regeling voor de gelegenheidsarbeiders in de horeca' (53.294/1) Op 2 mei 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over: - een voorontwerp van wet 'houdende diverse wijzigingen tot invoering van een nieuwe sociale en fiscale regeling voor de gelegenheidsarbeiders in de horeca' (53.293/1); - een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van de artikelen 8bis, 17bis en 31bis, en tot herinvoering van artikel 31ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en tot wijziging van de artikelen 5bis, 6 en 9octies van het koninklijk besluit van 5 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022901 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 19/03/2014 numac 2014000139 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002013255 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022902 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels sluiten tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, met het oog op het invoeren van een nieuwe regeling voor de gelegenheidsarbeiders in de horeca' (53.294/1).
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 23 en 30 mei 2013.
De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Jeroen VAN NIEUWENHOVE, staatsraden, Marc RIGAUX, assessor, en Wim GEURTS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Wouter PAS, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wilfried VAN VAERENBERGH, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 3 juni 2013.
STREKKING VAN DE ONTWERPEN 1. De om advies voorgelegde ontwerpen van wet en van koninklijk besluit strekken ertoe het statuut van de gelegenheidswerknemers in de horecasector te hervormen. 2.1. Het voorontwerp van wet (53.293/1) verruimt vooreerst de in artikel 2, § 1, 3°, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten 'tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders' opgenomen machtiging aan de Koning om in bijzondere toepassingsmodaliteiten te voorzien inzake de sociale zekerheidsbijdragen voor zekere categorieën werknemers, door te bepalen dat ook in bijzondere toepassingsmodaliteiten kan worden voorzien voor de werkgevers en de gebruikers van deze werknemers, waarbij eveneens kan worden afgeweken van zekere bepalingen van die wet.
Daarnaast wordt het koninklijk besluit van 5 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022901 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 19/03/2014 numac 2014000139 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002013255 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022902 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels sluiten 'tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de Sociale Zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels' (1) gewijzigd, met het oog op het ter beschikking stellen van een elektronische toepassing door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de gelegenheidswerknemers en werkgevers in de horecasector voor het opvragen van bepaalde gegevens.
Ten slotte wordt het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gewijzigd teneinde te voorzien in een bijzonder belastingtarief voor de bezoldigingen betaald of toegekend aan gelegenheidswerknemers in de horecasector. 2.2. Het ontwerp van koninklijk besluit (53.294/1) brengt wijzigingen aan in het koninklijk besluit van 28 november 1969 'tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders', met het oog op het aanpassen van de bijzondere toepassingsregels voor gelegenheidswerknemers in de horecasector en het opleggen van bepaalde verplichtingen in dat verband aan de werkgevers of de gebruikers van die werknemers.
Daarnaast wordt ook het voornoemde koninklijk besluit van 5 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022901 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 19/03/2014 numac 2014000139 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002013255 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022902 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels sluiten gewijzigd, teneinde de verplichtingen op het vlak van het bijhouden en het meedelen van bepaalde gegevens betreffende gelegenheidsarbeid in de horecasector aan te passen. 2.3. De ontworpen regelingen treden in werking op 1 oktober 2013.
RECHTSGROND VAN HET ONTWERP VAN BESLUIT 3. Het ontwerp van koninklijk besluit heeft een gediversifieerde rechtsgrond. Hoofdstuk 1, dat wijzigingen bevat aan het koninklijk besluit van 28 november 1969, vindt rechtsgrond in artikel 2, § 1, 3°, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals de in die bepaling opgenomen machtiging zal worden uitgebreid bij het voorliggende ontwerp van wet. Die uitbreiding van de machtiging is, wat de rechtsgrond betreft, evenwel enkel relevant voor de in het ontwerp van koninklijk besluit opgenomen bijzondere toepassingsregels ten aanzien van werkgevers en gebruikers. Onder voorbehoud dat de voornoemde machtiging door de wetgever op de ontworpen wijze wordt uitgebreid, vindt hoofdstuk 1 rechtsgrond in die bepaling.
Hoofdstuk 2, dat wijzigingen bevat aan het koninklijk besluit van 5 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022901 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 19/03/2014 numac 2014000139 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002013255 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022902 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels sluiten, vindt rechtsgrond in artikel 12ter van dat besluit.
Zoals door de gemachtigde wordt bevestigd, vindt hoofdstuk 2 geen rechtsgrond in de artikelen 9ter en 9quater van dat besluit. De verwijzing naar laatstgenoemde bepalingen dient dan ook te worden geschrapt in het vijfde lid van de aanhef van het ontwerp.(2) VORMVEREISTEN 4. Uit artikel 19/1, § 1, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten 'betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling' vloeit voort dat elk voorontwerp van wet, elk ontwerp van koninklijk besluit en elk voorstel van beslissing dat ter goedkeuring aan de Ministerraad moet worden voorgelegd, aanleiding moet geven tot een voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren, tenzij het voorontwerp, het ontwerp of het voorstel hiervan is vrijgesteld. Die vrijstellingen zijn bepaald bij het koninklijk besluit van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/10/2012 numac 2012011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten 'houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid, van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling'.
De bij de adviesaanvraag gevoegde documenten doen er niet van blijken dat de voorliggende ontwerpen het voorwerp zijn geweest van een voorafgaand onderzoek in voornoemde zin.
Het is zeer de vraag of de voorliggende ontwerpen kunnen worden ingepast in één van de vrijstellingscategorieën bepaald in artikel 2 van het voornoemde koninklijk besluit, op grond waarvan geen voorafgaand onderzoek in voormelde zin moet worden uitgevoerd.3 Indien dat niet het geval is, dient dergelijk onderzoek alsnog plaats te vinden. Wanneer uit dat onderzoek bovendien zou blijken dat een effectbeoordeling in de zin van artikel 19/2 van de voornoemde wet noodzakelijk is, en als gevolg van die effectbeoordeling wijzigingen zouden worden aangebracht in de tekst van de ontwerpen, zoals die thans om advies aan de Raad van State, afdeling Wetgeving, zijn voorgelegd, zullen deze wijzigingen eveneens om advies aan de afdeling Wetgeving moeten worden voorgelegd.
TEKSTONDERZOEK ALGEMENE OPMERKINGEN 5.1. Het koninklijk besluit van 5 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022901 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 19/03/2014 numac 2014000139 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002013255 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022902 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels sluiten, dat bij zowel het voorliggende ontwerp van wet als het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit wordt gewijzigd, bevat zowel wetskrachtige als louter uitvoeringsbepalingen. Die uitvoeringsbepalingen vinden bovendien rechtsgrond in sommige bepalingen van datzelfde besluit. Een dergelijke werkwijze, waarbij bepalingen met een verschillende rangorde in de normenhiërarchie in dezelfde tekst worden samengebracht, is niet bevorderlijk voor de rechtszekerheid. In het voorliggende geval klemt dit des te meer, nu moet worden vastgesteld dat ook op inhoudelijk vlak er weinig hiërarchisch verschil is tussen de wetskrachtige en de uitvoeringsbepalingen van dat besluit, aangezien ook de wetskrachtige bepalingen zeer gedetailleerd van aard zijn.
Een en ander heeft tot gevolg dat in sommige bepalingen van het voorliggende ontwerp van wet wordt verwezen naar uitvoeringsbepalingen die het voorwerp zijn van het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit, terwijl de rechtsgrond voor die uitvoeringsbepalingen precies wordt geleverd door een nog tot stand te brengen bepaling die opgenomen is in het voorliggende ontwerp van wet. Al kan worden aangenomen, gelet op de verstrengeling van normen van verschillende rangorde in de huidige regeling, dat een dergelijke werkwijze thans onvermijdelijk is, verdient het niettemin vanuit het oogpunt van de rechtszekerheid sterk aanbeveling om het koninklijk besluit van 5 november 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022901 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 19/03/2014 numac 2014000139 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 29/11/2002 numac 2002013255 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 05/11/2002 pub. 20/11/2002 numac 2002022902 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels sluiten op dit punt aan een grondig onderzoek te onderwerpen en, in voorkomend geval, een wetgevend initiatief te nemen dat ertoe strekt de wetskrachtige en de uitvoeringsbepalingen van dat besluit onder te brengen in afzonderlijke teksten, waarbij met betrekking tot de huidige wetskrachtige bepalingen ook wordt nagegaan of ze niet beter worden geconcipieerd als uitvoeringsbepalingen, rekening houdende met de inhoud ervan. 5.2.1. Tegelijk dient nagegaan te worden of de ruime machtigingen die thans aan de Koning worden verleend in artikel 2 van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, en waarvan één ervan (artikel 2, § 1, 3° ) met het voorliggende ontwerp van wet nog wordt verruimd, niet op gespannen voet staan met artikel 23 van de Grondwet, dat immers een legaliteitsbeginsel bevat met betrekking tot onder meer de in dat artikel 2 bedoelde aangelegenheden. In dat verband kan mutatis mutandis worden verwezen naar advies 51.467/1 van de Raad van State, afdeling Wetgeving, gegeven op 21 juni 2012, over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 23 juli 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/07/2012 pub. 30/07/2012 numac 2012204341 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 tot wijziging van de artikelen 27, 36, 36ter, 36quater, 36sexies, 40, 59quinquies, 59sexies, 63, 79, 92, 93, 94, 97, 124 en 131septies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering sluiten 'tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 tot wijziging van de artikelen 27, 36, 36ter, 36quater, 36sexies, 40, 59quinquies, 59sexies, 63, 79, 92, 93, 94, 97, 124 en 131septies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering', waarin met betrekking tot een qua omvang vergelijkbare machtiging aan de Koning het volgende werd gesteld: "3.1. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt in beginsel geboden door artikel 7, § 1, derde lid, i, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `betreffende de Maatschappelijke Zekerheid der Arbeiders', naar luid waarvan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, onder de voorwaarden die de Koning bepaalt, tot taak heeft 'met behulp van de te dien einde opgerichte of nog op te richten organismen, aan de onvrijwillige werklozen en aan hun gezin de uitbetaling van de hun verschuldigde uitkeringen te verzekeren'. 3.2.1. Hoewel de Raad van State, afdeling Wetgeving, genoemd artikel 7, § 1, derde lid, i, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten altijd heeft aangenomen als rechtsgrond voor de werkloosheidsreglementering, dient hij er niettemin op te wijzen dat de erin opgenomen ruime machtiging aan de Koning, die het vaststellen van de gehele werkloosheidsreglementering omvat, mogelijk op gespannen voet staat met het legaliteitsbeginsel vervat in artikel 23 van de Grondwet. Het recht op werkloosheidsuitkeringen maakt immers onmiskenbaar deel uit van het recht op sociale zekerheid zoals dat is gewaarborgd door artikel 23, derde lid, 2°, van de Grondwet. 3.2.2. In dat verband merkte de afdeling Wetgeving in advies 50.623/AV/3 van 17 en 24 januari 2012, over een voorontwerp van decreet 'houdende de Vlaamse sociale bescherming', het volgende op : `25. Op grond van artikel 23, tweede lid, van de Grondwet komt het aan de 'wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel toe om de economische, sociale en culturele rechten te waarborgen en de voorwaarden voor de uitoefening ervan te bepalen'. Zowel uit de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof als uit de adviespraktijk van de afdeling Wetgeving van de Raad van State blijkt dat artikel 23 van de Grondwet moet worden beschouwd als één van de bepalingen van de Grondwet 'die sommige aangelegenheden voorbehouden aan een wetgever'.(4-5) 26. Uit de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof blijkt echter ook dat uit het gegeven dat artikel 23, tweede lid, van de Grondwet bepaalt dat de bevoegde wetgever 'de voorwaarden voor de uitoefening [bepaalt]' van de erin gewaarborgde rechten, niet kan worden afgeleid dat de bevoegde wetgever de uitvoerende macht niet zou mogen belasten met 'de nadere uitwerking' van de door hem georganiseerde of gewaarborgde (sociaal-economische grond)rechten (6) of van de vooraf door de wetgever zelf gemaakte 'keuzes' (7) of vastgestelde `beginselen' (8), 'grenzen' (9) of 'essentiële elementen'.(10) Bij de beoordeling of een machtiging aan de regering in aangelegenheden waarop artikel 23 van de Grondwet van toepassing is, niet te ver gaat, houdt het Grondwettelijk Hof in het bijzonder rekening met de aard van de geregelde aangelegenheid, zoals bijvoorbeeld het gegeven dat een omvattende regeling van de aangelegenheid door de wetgever 'de doeltreffendheid van het door hem vastgestelde beleid in het gedrang zou brengen' (11), het gegeven dat de betrokken 'maatregelen gemakkelijk (...) [kunnen] worden aangepast om tegemoet te komen aan de vereisten van de technische ontwikkeling', (12) het gegeven dat een algemene en abstracte bepaling onverenigbaar is met de keuze van de wetgever om een geboden hulp te laten variëren in functie van de behoeften van de betrokken gerechtigden,(13) het gegeven dat de regeling op 'relatief soepele wijze [moet] kunnen worden aangepast aan de evolutie van de noden en middelen'(14) in het betrokken beleidsdomein of de 'bijzonder technische en ingewikkelde'(15) aard van de regeling. In recentere arresten oordeelde het Hof zelfs dat een delegatie aanvaardbaar is voor zover de machtigingen betrekking hebben op 'de tenuitvoerlegging'(16) of op 'het aannemen'(17) van maatregelen `waarvan het onderwerp door de bevoegde wetgever is aangegeven'. Uit deze arresten blijkt desalniettemin dat de wetgever zich er bij het bepalen van het 'onderwerp' van een te waarborgen sociaal, economisch of cultureel grondrecht niet toe kan beperken het zonder meer aan de regering over te laten om de draagwijdte, de toekenningsvoorwaarden en het personele toepassingsgebied van deze rechten te bepalen. 27. Het ontwerp bevat verschillende machtigingen aan de Vlaamse Regering.Het komt de Raad van State voor dat voor zover deze machtigingen het zonder meer aan de regering overlaten om wezenlijke elementen te bepalen inzake de draagwijdte van de te waarborgen sociale rechten (18), de voorwaarden voor hun toekenning (19) en het personele toepassingsgebied van de ontworpen regeling (20) het ontworpen decreet op gespannen voet staat met het in artikel 23, tweede lid, van de Grondwet opgenomen legaliteitsbeginsel. (21) Het komt aan de decreetgever toe in het decreet zelf een aantal regels op te nemen die de draagwijdte, de toekenningsvoorwaarden en het toepassingsgebied nader bepalen, of minstens bepalingen op te nemen - bijv. voorzien in criteria of procedures, minima of maxima bepalen, enz. - aan de hand waarvan deze regels door de regering verder kunnen worden ingevuld.' 3.2.3. Hoewel de lering van advies 50.623/AV/3 ook kan worden betrokken op genoemd artikel 7, § 1, derde lid, i, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, en wellicht nog op andere onderdelen van dat lid, zal het uiteindelijk aan het Grondwettelijk Hof toekomen om uitsluitsel te geven over de overeenstemming van genoemde wetsbepaling met artikel 23, tweede lid, van de Grondwet." 5.2.2. Toegepast op het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit zou dit tot gevolg kunnen hebben dat de essentiële aspecten van de regeling opgenomen in het ontworpen artikel 31ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969 (artikel 4 van het ontwerp van koninklijk besluit) door de wetgever zelf moeten worden geregeld, waardoor meteen ook het probleem dat hierna met betrekking tot artikel 5 van het ontwerp van wet wordt opgeworpen, zou worden verholpen (opmerking 8). 6. De voorliggende ontwerpen hebben tot doel om een specifieke regeling tot stand te brengen wat betreft de toepassing van de sociale zekerheid en de inkomstenbelastingen op de gelegenheidsarbeid in de horecasector.Op die wijze ontstaat een verschil in behandeling ten aanzien van werkgevers en werknemers die behoren tot andere sectoren waarvoor een regeling van gelegenheidsarbeid geldt, zoals bijvoorbeeld het tuinbouwbedrijf en de landbouw. De memorie van toelichting bij het wetsontwerp en het verslag aan de Koning bij het ontwerp van koninklijk besluit bevatten geen verantwoording voor dit verschil in behandeling. In elk geval dient de ontworpen regeling in overeenstemming te zijn met het grondwettelijke beginsel van de gelijkheid en niet-discriminatie, hetgeen impliceert dat ervoor een verantwoording voorhanden is die voldoet aan de voorwaarden die op dat vlak door het Grondwettelijk Hof worden gesteld. Het verdient aanbeveling die verantwoording uiteen te zetten, naar gelang de ontworpen bepalingen, hetzij in de memorie van toelichting bij het wetsontwerp, hetzij in het verslag aan de Koning bij het ontwerp van koninklijk besluit.
BIJZONDERE OPMERKINGEN Ontwerp van wet (53.293/1) 7. In de Franse tekst van het opschrift van het ontwerp schrijve men "social et fiscal" in plaats van "sociale et fiscale". Artikel 5 8. Het ontworpen artikel 171, 1°, e, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voert een bijzonder belastingtarief in voor gelegenheidswerknemers waarop het ontworpen artikel 31ter, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 (artikel 4 van het ontwerp van koninklijk besluit) van toepassing is.Hieruit volgt dat het vaststellen van het toepassingsgebied van bedoeld belastingtarief volledig wordt overgelaten aan de Koning.
Uit het legaliteitsbeginsel inzake belastingen, neergelegd in de artikelen 170, § 1, en 172, tweede lid, van de Grondwet, vloeit voort dat de wetgever zelf alle wezenlijke elementen dient vast te stellen aan de hand waarvan de belastingschuld van de belastingplichtigen kan worden bepaald, zoals de categorieën belastingplichtigen, de grondslag van de belasting, de aanslagvoet of het tarief, en de eventuele vrijstellingen en verminderingen. Daaruit volgt dat elke delegatie die betrekking heeft op het bepalen van één van de essentiële elementen van de belasting, in beginsel ongrondwettig is.
Gelet hierop dient de categorie van gelegenheidswerknemers waarop het bijzonder belastingtarief van toepassing is, althans wat de wezenlijke elementen ervan betreft, door de wetgever zelf te worden bepaald.
Mocht de wetgever het noodzakelijk achten om het aan de Koning over te laten om het toepassingsgebied van bedoeld belastingtarief te bepalen, dan kan zulks enkel op grondwettige wijze gebeuren mits de noodzaak om te delegeren vaststaat en de wetgever voorziet in een verplichting tot bekrachtiging van het desbetreffende koninklijk besluit binnen een relatief korte termijn die wordt vastgesteld in de machtigingswet, waarbij de ontstentenis van bekrachtiging binnen die termijn tot gevolg heeft dat het niet bekrachtigd koninklijk besluit geacht wordt geen uitwerking te hebben gehad.
Ontwerp van koninklijk besluit (53.294/1) Opschrift 9. Vanuit het oogpunt van de leesbaarheid is het weinig zinvol om in het opschrift de gehele inhoud van het ontworpen besluit te hernemen. Het kan volstaan te schrijven "Koninklijk besluit van [datum] inzake de tewerkstelling van gelegenheidswerknemers in de horecasector".
Artikel 4 10. In het ontworpen artikel 31ter, vijfde en zesde lid, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 kunnen de woorden "[o]nverminderd de toepassing van burgerlijke of strafsancties", die enkel tot doel hebben de toepassing van de desbetreffende bepalingen van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten te bevestigen, beter worden weggelaten, nu eruit zou kunnen worden afgeleid dat de ontworpen regeling afbreuk zou kunnen doen aan die bepalingen, wat uiteraard niet het geval is. De Griffier Wim GEURTS De Voorzitter, Marnix VAN DAMME _______ Nota's (1) Bekrachtigd bij de wet van 24 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/2003 pub. 02/04/2003 numac 2003022289 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid type wet prom. 24/02/2003 pub. 02/04/2003 numac 2003022290 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot bekrachtiging van diverse koninklijke besluiten genomen met toepassing van de artikelen 38 en 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels sluiten.(2) Dat vijfde lid, dat een verwijzing naar een rechtsgrond biedende bepaling bevat, dient bovendien van plaats te wisselen met het derde lid van de aanhef, dat een verwijzing bevat naar een bij het ontworpen besluit te wijzigen besluit.(3) In dat verband moet worden opgemerkt dat het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit, overeenkomstig de rechtsgrond biedende bepalingen ervoor, in de Ministerraad is overlegd, al wordt van het vervullen van dit vereiste geen melding gemaakt in de aanhef van het ontwerp, wat dient te worden verholpen.(4) (voetnoot 37 van het geciteerde advies) Zie bijv.advies 41.413/1 van 19 oktober 2006 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 20 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2006 pub. 11/01/2007 numac 2006023404 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van de toekenningsvoorwaarden van een adoptieuitkering ten gunste van de zelfstandigen sluiten tot invoering van de toekenningsvoorwaarden van een adoptieuitkering ten gunste van de zelfstandigen. (5) (voetnoot 38 van het geciteerde advies) Volgens het Grondwettelijk Hof heeft de Grondwet in artikel 23 een bevoegdheid toegekend aan de (formele) wetgever en voorzien in het optreden van een democratisch verkozen vergadering.Zo niet zou het Hof immers niet bevoegd zijn om delegatiebepalingen aan artikel 23 van de Grondwet te toetsen (Zie bijv. Grondwettelijk Hof nr. 73/2009, 5 mei 2009, B.3.4). (6) (voetnoot 39 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 43/2006, 15 maart 2006, B.21 (m.b.t. het recht op maatschappelijke dienstverlening); Grondwettelijk Hof, nr. 64/2008, 17 april 2008, B.32.1 (m.b.t. het recht op sociale zekerheid). (7) (voetnoot 40 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 147/2005, 28 september 2005, B.11.6. (8) (voetnoot 41 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 37/98, 1 april 1998, B.4.4; Grondwettelijk Hof, nr. 103/2006, 21 juni 2006, B.3.3. (9) (voetnoot 42 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 18/98, 18 februari 1998, B.6. (10) (voetnoot 43 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 189/2005, 14 december 2005, B.10.3; Grondwettelijk Hof, nr. 66/2007, 26 april 2007, B.10.7. (11) (voetnoot 44 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 189/2005, 14 december 2005, B.10.3. (12) (voetnoot 45 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 189/2005, 14 december 2005, B.10.3. (13) (voetnoot 46 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 43/2006, 15 maart 2006, B.21. (14) (voetnoot 47 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 103/2006, 21 juni 2006, B.3.6. (15) (voetnoot 48 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 64/2008, 17 april 2008, B.32.2. (16) (voetnoot 49 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 101/2008, 10 juli 2008, B.39; Grondwettelijk Hof, nr. 182/2008, 18 december 2008, B.6.3. Zie ook Grondwettelijk Hof, nr. 73/2009, 5 mei 2009, B.6.4. (17) (voetnoot 50 van het geciteerde advies) Grondwettelijk Hof, nr. 135/2010, 9 december 2010, B.15 (in casu betrof het een systeem van programmering van de bedden in de rustoorden en de rust- en verzorgingstehuizen); Grondwettelijk Hof, nr. 151/2010, 22 december 2010, B.4 (in casu werd het aan de regering overgelaten de grenswaarden voor emissie en immissie van geluidshinder, de methodes en de meetapparatuur te bepalen). (18) (voetnoot 51 van het geciteerde advies) Zo laat bijv.artikel 43, § 3, van het ontwerp het zonder meer aan de Vlaamse Regering over de hoogte van het bedrag van de "premie voor jongeren" te bepalen en laat artikel 46 van het ontwerp het zonder meer aan de Vlaamse Regering over de "grensbedragen voor de toepassing van de maximumfactuur" te betalen. (19) (voetnoot 52 van het geciteerde advies) Zo laat bijv.artikel 44, 2°, van het ontwerp het zonder meer aan de Vlaamse Regering over om de toekenningsvoorwaarde inzake preventieve gezinsondersteuning te bepalen (zie ook voor het belang van een nadere regeling daarvan, supra nr. 18) en laat artikel 32, § 1, van het ontwerp het zonder meer aan de Vlaamse Regering over om de leeftijd te bepalen vanaf wanneer jaarlijks de bijdrage moet worden bepaald. (20) (voetnoot 53 van het geciteerde advies) Zo maakt bijv.artikel 30, § 2, van het ontwerp het mogelijk dat de Vlaamse Regering het aantal gerechtigden in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad beperkt door de termijn te bepalen waarbinnen de inwoners van dat gebied zodra dat mogelijk is bij de zorgkas dienen aan te sluiten, zonder dat het ontwerp aangeeft op grond waarvan die termijnbepaling dient te gebeuren. (21) (voetnoot 54 van het geciteerde advies) Een gelijkaardige opmerking werd al gemaakt in advies 44.583/3 van 11 juni 2008 over een ontwerp dat heeft geleid tot het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 11/03/2009 numac 2009200902 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende organisatie van de zorgverzekering sluiten tot wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering. (Parl.St., Vl.Parl., 2007-2008, nr. 1810/1, p. 28) en in advies 39.536/VR/3 van 24 januari 2006 over een ontwerp dat heeft geleid tot het decreet van 15 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2006 pub. 19/02/2007 numac 2007035228 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (Parl.St., Vl.Parl., 2005-2006, nr. 824/1, p. 63).