Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 juni 2002
gepubliceerd op 15 januari 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen op 56 jaar

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012761
pub.
15/01/2003
prom.
12/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/12/2002012761/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen op 56 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen op 56 jaar.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993.

Bijlage Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2001 Toekenning van het halftijds brugpensioen op 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2001 onder het nummer 58430/CO/128.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn in een voltijdse arbeidsregeling en op hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder. HOOFDSTUK II. - Principe

Art. 2.De voltijdse werknemers hebben de mogelijkheid om met halftijds brugpensioen te gaan vanaf de leeftijd van 56 jaar.

Art. 3.De betrokken werknemers moeten bovendien de werkloosheidsuitkering genieten waarin is voorzien voor deze categorie van werknemers door de reglementering betreffende de werkloosheidsverzekering.

Art. 4.Het aantal arbeidsuren bepaald in de deeltijdse arbeidsregeling moet, na de vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk zijn aan de helft van het aantal arbeidsuren in een normale voltijdse arbeidsregeling in de dienst. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de aanvullende vergoeding

Art. 5.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is ten minste gelijk aan het bedrag bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993 (Belgisch Staatsblad van 4 december 1993).

Art. 6.Het bedrag van de aanvullende vergoeding valt ten laste van de werkgever van de betrokken werknemer en wordt maandelijks betaald. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001 en treedt buiten werking op 31 maart 2003.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^