gepubliceerd op 22 februari 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit 16 van juni 1999 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's « cardiale pathologie » moeten voldoen om erkend te worden
12 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit 16 van juni 1999 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's « cardiale pathologie » moeten voldoen om erkend te worden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 9quater, ingevoegd door het koninklijk besluit van 25 april 1997 en vernummerd bij de wet van 25 januari 1999, en artikel 68;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1999 tot vaststelling van de lijst van zorgprogramma's zoals bedoeld in artikel 9ter van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 en tot aanduiding van de artikelen van de wet op de ziekenhuizen die op hen van toepassing zijn, gewijzigd door het koninklijk besluit van 16 juni 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 juni 1999 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's « cardiale pathologie » moeten voldoen om erkend te worden, inzonderheid op artikel 24, § 1;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, gegeven op 14 december 2000;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat het koninklijk besluit van 16 juni 1999 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's « cardiale pathologie » moeten voldoen om erkend te worden, bepaalt dat het zorgprogramma B op twee vestigingsplaatsen mag zijn verspreid, mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden; dat het onder meer vereist is dat deze uitbating geschiedt in het kader van een associatie die bestond op de datum van de inwerkingtreding van bedoeld koninklijk besluit, met name zes maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad die plaatsvond op 2 maart 2000; dat het, wat betreft het vereiste activiteitsniveau, echter volstaat dat op iedere vestigingsplaats wordt voldaan aan de helft va de in het besluit vereiste activiteitsdrempel; dat deze regeling een toename van het aantal vestigingsplaatsen waarop het zorgprogramma B wordt uitgebaat, mogelijk maakt; dat teneinde, om kwaliteitsoogmerken, een dergelijke toename te vermijden, door het koninklijk besluit van 25 januari 2000 aan deze constructie een bijkomende voorwaarde werd toegevoegd, met name het feit dat op de diverse vestigingsplaatsen een harcatheterisatiedienst voor invasief onderzoek, een hartcatheterisatiedienst voor interventionele cardiologie en een hartchirurgiedienst dienden erkend te zijn en uitgebaat, op de datum van de bekendmaking van de beide koninklijke besluiten in het Belgisch Staatsblad, in casu op 2 maart 2000; dat het koninklijk besluit van 25 januari 2000 op formele gronden werd vernietigd bij arrest nr. 91.457 van 7 december 2000; dat teneinde de toename van de vestigingsplaatsen waarop een zorgprogramma B wordt uitgebaat, en dit via de eerder bestaande associaties, te vermijden, het noodzakelijk is om onverwijld hoger vermelde voorwaarde te bevestigen;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 januari 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 24, § 1, van het koninklijk besluit van 16 juni 1999 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma's « cardiale pathologie » moeten voldoen om erkend te worden, wordt aangevuld met de volgende bepaling : « 5° op de datum van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad , op elke vestigingsplaats reeds een hartcatheterisatiedienst voor invasief onderzoek en een hartcatheterisatiedienst voor interventionele cardiologie, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 18 april 1991 tot bepaling van de normen waaraan de hartcatheterisatiedienst moet voldoen om erkend te worden als zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, evenals een hartchirurgiedienst, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 19 oktober 1993 houdende blokkering van het aantal hartchirurgiediensten, zijn erkend en uitgebaat ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 februari 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE