Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 december 2010
gepubliceerd op 07 januari 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het tijdskrediet

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010205247
pub.
07/01/2011
prom.
12/12/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het tijdskrediet (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het tijdskrediet.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 december 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010 Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99176/CO/109)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op de arbeid(st)ers die zij tewerkstellen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten. Zij treedt in werking op 1 januari 2010 en kan, met een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven, aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de kleding- en confectiebedrijf en aan de in dit paritair comité vertegenwoordigde organisaties, door één van de partijen worden opgezegd.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst volgt op deze van 28 februari 2008 betreffende het tijdskrediet, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst verwijst naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking. Zij bevat de sectorale invulling van verschillende bepalingen van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater voor de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.§ 1. De maximumperiode van één jaar voor de uitoefening van het recht, bedoeld in artikel 3 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis en ter wordt op vijf jaar behouden voor alle arbeid(st)ers. § 2. In afwijking van § 1 kunnen de arbeid(st)ers met een functie behorend tot loongroep 6 en hoger, bedoeld in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1991 betreffende de functieclassificatie, die via een akkoord op het vlak van de onderneming, in toepassing van voornoemd artikel 3 tijdskrediet opnemen, dit vanaf het tweede jaar slechts doen per minimumperiode van één jaar.

Art. 5.De grens van 5 pct., bedoeld in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater is gelijk aan 10 pct.

Deze grens van 10 pct. vormt geen beletsel voor de arbeid(st)ers die de leeftijd van 54 jaar of ouder hebben bereikt om een beroep te doen op artikel 9, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater. Voor deze arbeid(st)ers geldt nochtans wel de regel bepaald in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst evenals de regels, bepaald in artikel 14 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater.

Voor de berekening van deze grens worden alle vormen van tijdskrediet in het kader van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater meegeteld, behalve het tijdskrediet van arbeid(st)ers die de leeftijd van 54 jaar of ouder hebben bereikt.

Op ondernemingsvlak kan deze grens worden verhoogd mits akkoord van de werkgever en rekening houdend met de mogelijkheden op het vlak van de arbeidsorganisatie en met de eventuele noodzaak tot vervanging van de arbeid(st)ers die zich wensen te beroepen op de bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst.

De ondernemingen kunnen binnen de grens van 10 pct., bedoeld in onderhavig artikel, een passende verdeling maken tussen verschillende categorieën rechthebbenden.

De toepassing van de nieuwe modaliteiten van onderhavig artikel kan, in ondernemingen waar reeds een bedrijfsakkoord bestaat, onderhandeld worden.

Art. 6.Arbeid(st)ers met een functie behorend tot loongroep 6 en hoger, bedoeld in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1991 betreffende de functieclassificatie worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ter en quater.

Van deze regel kan worden afgeweken op het vlak van de individuele onderneming, na bespreking van de arbeidsorganisatorische noodwendigheden.

De werkgever kan recht op uitstel inroepen wanneer vervanging noodzakelijk is.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 december 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^