gepubliceerd op 16 september 2013
Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 25-58-2 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 en bestemd tot het dekken van uitgaven met betrekking tot energiebesparende investeringen
11 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 25-58-2 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 en bestemd tot het dekken van uitgaven met betrekking tot energiebesparende investeringen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/03/2013 pub. 15/03/2013 numac 2013003023 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 sluiten houdende algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013, inzonderheid op het artikel 2.25.6;
Overwegende dat, op het programma 25-58-2 van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013, een provisioneel vereffeningskrediet van 4.768.000 euro zijn ingeschreven, onder meer bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven met betrekking tot energiebesparende investeringen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 juni 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 2 juli 2013;
Op de voordracht van de Staatssecretaris voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling en van de Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een vereffeningskrediet van 3.803.877,93 euro worden afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 25-58-2 (basisallocatie 58.21.01.00.01) van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 en wordt verdeeld overeenkomstig de volgende tabel :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De in deze tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten welke onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2013.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De Staatssecretaris voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling en de Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 september 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, K. GEENS De Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, en Staatssecretaris voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, S. VERHERSTRAETEN De Minister van Begroting, O. CHASTEL