gepubliceerd op 22 oktober 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij een ziekte-uitkering in geval van langdurige ziekte in de bakkerijen en banketbakkerijen
11 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij een ziekte-uitkering in geval van langdurige ziekte in de bakkerijen en banketbakkerijen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij een ziekte-uitkering in geval van langdurige ziekte in de bakkerijen en banketbakkerijen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Athene, 11 september 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2001 Toekenning van een aanvullende vergoeding bij een ziekte-uitkering in geval van langdurige ziekte in de bakkerijen en banketbakkerijen (Overeenkomst geregistreerd op 30 januari 2002 onder het nummer 60869/CO/118) A. Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders tewerkgesteld in de bakkerijen, de banketbakkerijen die « verse » producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij en die bijdrageplichtig zijn aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij".
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van artikel 19 van de sectorale arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de sociale programmatie 2001-2002 (overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2001 onder het nummer 59226/CO/118).
B. Terminologie
Art. 3.§ 1. "Arbeiders" : met "arbeiders" worden mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. § 2. "Sociaal fonds" : "Waarborg- en Sociaal Fonds van de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij". § 3. "Ziekte" : elke ziekte waarvan de duur 3 maanden overschrijdt. De zwangerschapsrust wordt niet als een ziekte beschouwd voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 4. "Dag" : elke dag waarvoor een vergoeding wordt betaalt door de mutualiteit.
C. Bestaanszekerheid in geval van langdurige ziekte
Art. 4.§ 1. Een aanvullende vergoeding van 150 BEF bruto per dag (dagen vergoed door de mutualiteit) bovenop de ziekte-uitkering wordt uitbetaald door het sociaal fonds aan de arbeiders vanaf de eerste dag van de 4de maand tot en met de laatste dag van de 12e maand ziekte.
Er wordt geen enkele anciënniteitsvoorwaarde gesteld voor de toekenning van de aanvullende vergoeding. § 2. Deze aanvullende vergoeding bedraagt 3,75 EUR vanaf 1 januari 2002.
Art. 5.Indien de arbeider geen recht heeft op een vergoeding van de mutualiteit voor een reden eigen aan de gezondheidszorg, zal het sociaal fonds de aanvraag onderzoeken en geval per geval een beslissing nemen.
Art. 6.De aanvullende vergoeding is niet aan Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-bijdragen onderworpen, maar alleen aan de bedrijfsvoorheffing.
D. Toekenningsmodaliteiten
Art. 7.De arbeider dient hetzij zelf, hetzij via zijn syndicale organisatie, een aanvraag tot betaling van de aanvullende vergoeding bij het sociaal fonds in via het formulier dat door het fonds opgesteld wordt. Hij stuurt het ingevulde aanvraagformulier terug naar het sociaal fonds na het einde van de betrokken ziekte, en dit ten laatste 5 jaar na het einde van de betrokken ziekteperiode.
Het sociaal fonds betaalt de aanvullende vergoeding per kwartaal op de bankrekening van de betrokken arbeider.
Art. 8.Het sociaal fonds betaalt de aanvullende vergoeding terug aan de werkgever die reeds een gelijkaardig voordeel toekent binnen de grenzen die door het sociaal fonds bepaald worden.
E. Looptijd van de overeenkomst
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 juli 2001 en treedt buiten werking op 30 juni 2003.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 september 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE