gepubliceerd op 18 april 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van het brugpensioen voor het personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden
11 MAART 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van het brugpensioen voor het personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van het brugpensioen voor het personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007 Vaststelling van het brugpensioen voor het personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2007 onder het nummer 84263/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behoren tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° de verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° de verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel. § 4. Onder "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Begrippen
Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder "sociaal fonds" : het "Sociaal Fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden" opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 1973 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met motorvoertuigen" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 december 1973 (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1974), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 april 1994 (Belgisch Staatsblad van 16 juni 1994) en gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, houdende wijziging van de benaming van het "Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met voertuigen" in "Sociaal Fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden" en wijziging van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1999 (Belgisch Staatsblad van 28 december 1999), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2004, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 augustus 2005 (Belgisch Staatsblad van 23 november 2005). HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden aanvullende conventionele brugpensioenvergoeding
Art. 3.Er wordt een aanvullende conventionele brugpensioenvergoeding ten laste van de werkgever toegekend onder de volgende voorwaarden, waaraan cumulatief moet zijn voldaan : - alle gevallen van ontslag, behalve om dringende reden, van werklieden en werksters die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt op de dag waarop zij worden ontslagen (einde arbeidscontract); - de ontslagen werklieden en werksters moeten uitdrukkelijk bekend maken van de conventionele brugpensioenmogelijkheid gebruik te willen maken; - zij zullen van het conventioneel brugpensioen kunnen genieten tot op de datum waarop hun rustpensioen ingang vindt; - de werknemer moet bovendien op het ogenblik van ontslag voldoen aan één van volgende anciënniteitsvoorwaarden : Tot en met 31 december 2007 : a) werknemers die de leeftijd van 58 jaar bereikt hebben, ontslagen werden na 31 maart 2007 maar voor 1 januari 2008 : - minstens 25 jaar in loondienst gewerkt hebben.b) werknemers die de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben : - hetzij tenminste 10 jaar tewerkgesteld zijn geweest door een onderneming van de RSZ-categorie 083 in de loop van de laatste 15 jaar; - hetzij ten minste 20 jaar in loondienst zijn geweest.
Vanaf 1 januari 2008 : a) werknemers die de leeftijd van 58 jaar bereikt hebben : - minstens 35 jaar in loondienst gewerkt hebben (30 jaar voor de vrouwelijke werkneemsters).b) werknemers die de leeftijd van 56 jaar bereikt hebben : - minstens 33 jaar in loondienst gewerkt hebben, waarvan 20 jaar nachtarbeid (in de zin van Nationale Arbeidsraad van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.46). c) werknemers die de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben : - hetzij minstens 30 jaar in loondienst gewerk hebben.Een vrouwelijke werkneemster moet een beroepsverleden van 26 jaar kunnen voorleggen; - hetzij minstens 10 jaar tewerkgesteld zijn in een onderneming van de RSZ-categorie 083 in de laatste 15 jaar.
Art. 4.Voor de werknemers en werkneemsters die de leeftijd van 58 jaar bereikt hebben kan de werkgever terugbetaling bekomen van de aanvullende vergoeding door tussenkomst van het sociaal fonds mits hij : - sedert minstens 1 jaar voorafgaand aan de aanvang van het brugpensioen behoort tot de RSZ-categorie 083; - behoort tot de RSZ-categorie 083 gedurende de periodes waarvoor hij aanvullende vergoeding terugvordert aan het sociaal fonds.
Het sociaal fonds kan voor de uitvoering hiervan beschikken over een bijdrage van 0,25 pct. die inbegrepen is in de patronale bijdrage bepaald overeenkomstig artikel 12 van zijn statuten.
Art. 5.De praktische modaliteiten voor de uitvoering van deze overeenkomst zullen uitgewerkt worden door de raad van beheer van het sociaal fonds. HOOFDSTUK IV. - Berekening aanvullende conventionele brugpensioenvergoeding
Art. 6.Het bruto bedrag van de aanvullende conventionele brugpensioenvergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsvergoeding.
Art. 7.Het bruto referte-dagloon wordt bekomen door het bruto RSZ-loon van de effectief gepresteerde dagen van de laatste 12 gewerkte maanden te delen door het aantal effectief gepresteerde dagen in deze periode.
Het bruto referte dagloon wordt in het 5 dagen uurrooster vermenigvuldigd met 65/3 en in het 6 dagen-uurrooster met 78/3. Zo bekomt men het bruto refertemaandloon.
Het bruto-referte-maandloon (begrensd zoals bepaald in artikel 6 van de Nationale Arbeidsraad van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17) wordt verminderd met de persoonlijke RSZ-bijdragen en de normale bedrijfsvoorheffing. Het netto-refertemaandloon dat zo wordt berekend, wordt op de euro naar boven afgerond.
Art. 8.Voor deeltijdse werknemers die voor de werkloosheid gelijkgeschakeld worden met een voltijdse werknemer, zal ook het netto-referteloon door de werkgever berekend worden op voltijdse basis. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 9.. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2007 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2008. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2006 tot vaststelling van het brugpensioen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 2008.
De Minister van Werk, J. PIETTE