Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 maart 2003
gepubliceerd op 02 juli 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het akkoord voor de jaren 2001-2002

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012126
pub.
02/07/2003
prom.
11/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/11/2003012126/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 MAART 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het akkoord voor de jaren 2001-2002 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het akkoord voor de jaren 2001-2002.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001 Akkoord voor de jaren 2001-2002 (Overeenkomst geregistreerd op 11 februari 2002 onder het nummer 61129/CO/119) A. Koopkracht 1. Uurlonen - De lonen zullen in de periode 2001-2002 met 5,8 pct.stijgen, conventionele verhogingen en indexeringen inbegrepen. - Er worden loonsverhogingen voorzien van 0,8 pct. op 1 juli 2001 en 1,0 pct. op 1 juli 2002. Ze worden toegepast op de minimumuurloonschalen en op de werkelijk betaalde uurlonen. - Het indexeringssysteem wordt als volgt gewijzigd : de reële lonen en de sectorale minimumlonen zullen elk jaar op 1 januari worden aangepast in functie van de reële evolutie van het viermaandelijks gemiddelde (van de twee laatste maanden) van de gezondheidsindex over de laatste 12 maanden (december jaar - 1 tegenover december jaar - 2).

Bij wijze van overgangsmaatregel zal op 1 januari 2002 de indexering de inflatie omvatten tussen de laatste overschreden grensindex (106,72) en het viermaandelijks gemiddelde (van de laatste twee maanden) van de gezondheidsindex van de maand december 2001. - De derde en laatste verhoging gaat in op 1 december 2002 en bedraagt het saldo van de afgesproken verhoging. Het paritair comité zal in de loop van oktober 2002 de ratio van de laatste verhoging bepalen aan de hand van de volgende formule. Het saldo wordt berekend door de afgesproken nominale verhoging verhoogd met 100, zijnde 105,8 te delen door 100 verhoogd met de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen van de jaren 2001 en 2002. - Praktisch voorbeeld : nominale verhoging met 5,8 pct., uitgaande van de indexprognose van het Federaal planbureau : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. Eenmalige premie In de bedrijven die 50 werknemers of meer tewerkstellen (berekend op basis van de wetgeving en de omzendbrieven betreffende de verkiezingen van de ondernemingsraden), zal op 1 oktober 2001 een eenmalige en niet recurrente premie van 3 000 BEF betaald worden aan alle arbeiders.De premie zal aan de deeltijdse arbeiders betaald worden in verhouding tot hun prestaties. 3. Afwijkingen voor de vleessector Wanneer de toepassing van de conventionele loonsverhogingen en/of de betaling van de eenmalige premie voorzien in de punten 1 en 2 van dit akkoord een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz..., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst ondertekend door de regionale vakbondssecretarissen de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen.

Deze overeenkomsten mogen niet als gevolg hebben dat er afgeweken wordt van de sectorale minimumlonen en minimumpremies.

B. Premies 4. Vervoerskosten Vanaf 1 juli 2001 : - Vanaf 4 kilometer : terugbetaling aan gemiddeld 60 pct.van de treinkaart, voor alle vervoermiddelen. - Fietsvergoeding van 4 BEF per kilometer vanaf de eerste kilometer. - Verplichte spontane aflevering door de werkgever van een invulformulier voor de verklaring op eer inzake gebruik van vervoermiddelen (aanpassing van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst). 5. Eindejaarspremie De anciënniteitsvoorwaarde voor het bekomen van een recht op een pro rata van de eindejaarspremie wordt teruggebracht tot 3 maanden.Deze aanpassing geldt vanaf 1 juli 2001. 6. Namiddagpremie De collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 1991 inzake ploegenpremies zal aangevuld worden teneinde aan de arbeiders wier prestaties aanvangen vanaf 14 uur of later, een namiddagpremie van 7 BEF per uur te garanderen (vanaf 1 juli 2001).Deze premie is niet cumuleerbaar met premies voor nachtwerk of laatavondopeningen, noch met bestaande ploegenpremies.

C. Bestaanszekerheid 7. Sociaal fonds - Verhoging van de bestaanszekerheidsuitkering bij collectief ontslag tot 120 BEF gedurende 120 dagen (vanaf 1 juli 2001). - Verhoging van de bestaanszekerheidsuitkering bij tijdelijke werkloosheid tot 120 BEF gedurende 60 dagen (vanaf 1 juli 2001). - Invoering (vanaf 1 januari 2002) van een bestaanszekerheidsuitkering bij langdurige ziekte : 120 BEF gedurende 60 dagen te rekenen na de periode gedekt door het gewaarborgd loon.

D. Arbeidersstatuut 8. Opzegtermijn De opzegtermijnen te betekenen door de werkgevers worden vanaf 1 juli 2001 aangepast aan de collectieve arbeidsovereenkomst 75 van de Nationale Arbeidsraad : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien het ontslag gegeven wordt met het oog op brugpensioen, wordt de opzegtermijnen herleid tot de regeling bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978).9. Carenzdag Voor werknemers met minstens vijf jaren anciënniteit in de betrokken onderneming wordt één carenzdag per kalenderjaar afgeschaft (vanaf 1 juli 2001).Deze maatregel geldt niet in de slagerijen, spekslagerijen en penserijen met 10 of minder werknemers.

E. Tewerkstelling en vorming 10. Vorming en tewerkstelling - Behoud van de bestaande regeling van tewerkstellingspremies : een éénmalige forfaitaire toelage van 30 000 BEF bij aanwerving van werknemers uit de risicogroepen en een éénmalige forfaitaire toelage van 50 000 BEF bij aanwerving van werknemers uit de risicogroepen ter vervanging van bruggepensioneerden. - De ondernemingen zullen, in het raam van het interprofessioneel akkoord, hun inspanningen voor de beroepsopleiding van de arbeiders en arbeidsters van de onderneming opdrijven tot 1,6 pct. van de brutoloonmassa in 2002. In het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van de Nationale Arbeidsraad zal hierover informatie verstrekt worden aan de Ondernemingsraad. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen die reeds 1,8 pct. van de brutoloonmassa besteden aan de beroepsopleiding, zoals voorzien in het interprofessioneel akkoord. 11. Tijdskrediet - Collectieve arbeidsovereenkomst nr.77 van de Nationale Arbeidsraad wordt als dusdanig toegepast in de sector. - De nodige formaliteiten zullen vervuld worden opdat arbeiders die recht hebben op tijdskrediet, zo mogelijk zouden kunnen genieten van gewestelijke aanmoedigingspremies. 12. Functieclassificatie beenhouwerijvoorbereiders Een paritaire werkgroep zal onderzoeken in welke beroepscategorie de "verkopers-beenhouwerijvoorbereiders" (waarvoor in samenwerking tussen de FOREM en een aantal bedrijven uit de sector opleidingen georganiseerd worden) dienen geklasseerd te worden.De werkgroep zal zijn conclusies uiterlijk neerleggen op 31 december 2001.

F. Sociale vrede en verlenging van akkoorden 13. Verlenging van de lopende collectieve arbeidsovereenkomsten De verstreken collectieve arbeidsovereenkomsten, die voor bepaalde tijd werden gesloten, worden zonder onderbreking verlengd voor de periode 2001-2002 : - tewerkstelling en vorming (aanwervingspremies) (liep af op 31 december 2001); - brugpensioen vanaf 56 jaar (33 jaar en 20 jaar nacht) (liep af op 31 maart 2001); - overuren (65 uren per jaar) (liep af op 31 maart 2001); - afwijkingen van de vijfdagenweek (liep af op 31 maart 2001); - collectieve arbeidsovereenkomst en koninklijk besluit rusttijden (liepen af op 31 maart 2001); - collectieve arbeidsovereenkomst jaarlijkse premie (liep af op 31 maart 2001).

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen op de leeftijd van 58 jaar wordt verlengd tot 31 augustus 2003.

De volgende aanbevelingen blijven gelden : - de aanbeveling van 10 april 1991 over het zondagwerk; - de aanbeveling van 29 juni 1995 inzake deeltijds werk; - de aanbevelingen van 29 juni 1995 betreffende de waarborg van tewerkstelling; - de aanbeveling van 29 juni 1995 inzake uitzendarbeid; - de aanbeveling van 13 juli 1978 inzake overuren. 14. Sociale vrede Bedrijfsonderhandelingen kunnen enkel plaatshebben op aanvraag van de vakbondsafvaardiging in bedrijven met 50 werknemers of meer (berekend op basis van de wetgeving en de omzendbrieven betreffende de verkiezingen van de ondernemingsraden), en kunnen uitsluitend betrekking hebben op de volgende drie punten : - De premie, voorzien in punt 2 van dit akkoord, kan in de bedrijven bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten vóór 30 september 2001 omgevormd worden tot een ander éénmalig en niet recurrent voordeel met een waarde van 3 000 BEF. - De conventionele verhoging van 0,8 pct. op 1 juli 2001, voorzien in punt 1 van dit akkoord, kan in de bedrijven bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten vóór 30 september 2001 omgevormd worden tot een ander voordeel, waarvan de kost in geen geval hoger kan zijn dan de 0,8 pct. voorzien in dit artikel. - De duur van het tijdskrediet toegestaan in de bedrijven.

Deze bedrijfsonderhandelingen mogen niet als gevolg hebben dat er afgeweken wordt van de sectorale minimumlonen en minimumpremies.

De werknemersorganisaties verbinden zich ertoe om geen andere eisen te stellen, die verder gaan dan de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en dit noch op nationaal niveau, regionaal niveau, of op het niveau van de ondernemingen en om geen conflict uit te lokken of te ontketenen. 15. Duur van het akkoord Het akkoord heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001 en treedt buiten werking op 31 maart 2003. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^