11 JUNI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het besluit van de Regent van 31 maart 1949 tot regeling van het gebruik der springstoffen in de bedrijven verschillend van de mijnen, groeven en graverijen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor deflagratie vatbare stoffen en mengsels en de daarmee geladen tuigen, inzonderheid op de artikelen 1 en 2;

Gelet op het besluit van de Regent van 31 maart 1949 tot regeling van het gebruik der springstoffen in de bedrijven verschillend van de mijnen, groeven en graverijen, inzonderheid op het artikel 2, vierde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 september 1958, en op de artikelen 23, 27 en 29;

Gelet op het akkoordprotocol van 15 oktober 2001 tot regeling van de specifieke bevoegdheidsverdeling en de middelen tussen het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en het Ministerie van Economische Zaken;

Gelet op het advies nr. 36.637/1 van de Raad van State, gegeven op 4 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2, vierde lid, van het besluit van de Regent van 31 maart 1949 tot regeling van het gebruik der springstoffen in de bedrijven verschillend van de mijnen, groeven en graverijen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 september 1958, worden de woorden « goedgekeurd door de ambtenaar die met het toezicht is belast, en zullen in het werkplaatsreglement van de onderneming worden opgenomen » vervangen door de woorden « meegedeeld aan de ambtenaren en beambten vermeld in artikel 23 ».

Art. 2.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de woorden « hetzij door de ingenieurs van het Mijnkorps, hetzij door de ingenieurs van de Arbeidsbescherming, hetzij door de inspecteurs van de Dienst der Springstoffen, ieder wat hem betreft. » vervangen door de woorden « door de ambtenaren en beambten van de Afdeling Veiligheid van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. ».

Art. 3.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de woorden « Administratie van het Mijnwezen » vervangen door de woorden « Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid ».

Art. 4.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de woorden « De Minister van Economische Coördinatie en de Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg worden, ieder wat hem betreft, belast met » vervangen door de woorden « De Minister van Economie is belast met ».

Art. 5.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Mevr. F. MOERMAN