gepubliceerd op 20 juni 2003
Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de « Centrale Dierengezondheids-vereniging » v.z.w. aangeworven bij arbeidsovereenkomst overgaan in de voorlopige cel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut
11 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de « Centrale Dierengezondheids-vereniging » v.z.w. aangeworven bij arbeidsovereenkomst overgaan in de voorlopige cel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4 gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende en specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 27 maart 2003;
Gelet op het protocol van onderhandelingen van 16 april 2003 van het Sectorcomité XII;
Gelet op het protocol nr. 458 van 23 april 2003 van het Comité B;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen het aantal personeelsleden en hun kwalificatie zo vlug mogelijk moet kennen teneinde over te gaan tot het opstellen van een personeelsplan conform artikel 11 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle van sommige instellingen van openbaar nut, gewijzigd door artikel 445 van de wet van 24 december 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen en Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit 9 juni 2003 tot vaststelling van bezoldigingsregels van de personeelsleden van de Centrale Dierengezondheidsvereninging v.z.w. in dienst genomen bij arbeidsovereenkomst in de voorlopige cel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen », stelt het F.A.V.V. een arbeidsovereenkomst voor aan elk personeelslid van de Centrale Dierengezondheidsvereniging binnen de veertien dagen na publicatie van dit besluit. § 2. De arbeidsovereenkomst vermeld in § 1 wordt aangetekend aan de betrokken personeelsleden opgestuurd.
Art. 2.De personeelsleden van de v.z.w. « Centrale Dierengezondheidsvereniging » worden overgedragen naar de voorlopige cel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen op voorwaarde dat ze, binnen de veertien dagen na ontvangst van de arbeidsovereenkomst, deze, ondertekend, naar de gedelegeerd bestuurder van het FAVV aangetekend terugsturen.
De overdracht heeft plaatst op de datum van de ondertekening van dit koninklijk besluit.
Art. 3.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende en specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, wordt aangevuld met volgende bepaling : « 48° aan de personeelsleden van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, overgedragen van de Centrale Dierengezondheidsvereniging. »
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juni 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER