gepubliceerd op 05 september 1997
Koninklijk besluit tot vaststelling voor de ondernemingen met als activiteit constructie van spoorwegmaterieel, gelegen op het Brugse grondgebied en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en electrische bouw, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst
11 JULI 1997. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor de ondernemingen met als activiteit constructie van spoorwegmaterieel, gelegen op het Brugse grondgebied en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en electrische bouw, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 51, 1 en 3, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990, de wet van 26 juni 1992 en bij het koninklijk besluit nr.254 van 31 december 1983;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en electrische bouw;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de huidige economische toestand het spoedig invoeren van een regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor de ondernemingen met als activiteit constructie van spoorwegmaterieel, gelegen op het Brugse grondgebied en die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en electrische bouw ressorteren;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen met als activiteit constructie van spoorwegmaterieel, gelegen op het Brugse grondgebied en die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en electrische bouw ressorteren.
Art. 2.Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden geheel worden geschorst, of mag een regeling van gedeeltelijke arbeid worden ingevoerd, vanaf de eerste arbeidsdag volgend op die van de kennisgeving.
De kennisgeving geschiedt door aanplakking van een bericht op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming.
Wanneer de werkman de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de kennisgeving dezelfde dag over de post toegezonden.
Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bij gebrek aan werk wegens economische redenen mag negentien weken niet overschrijden.
Wanneer de voorziene duur van negentien weken wordt bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren alvorens een nieuwe volledige schorsing of een regeling van gedeeltelijke arbeid kan ingaan.
Art. 4.Mededeling van de aanplakking of individuele kennisgeving, moet door de werkgever, onder een bij de post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving, worden gezonden aan het bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is.
Art. 5.De bij artikel 2 bedoelde kennisgeving en de bij artikel 4 bedoelde mededeling moeten de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan en de datum waarop deze schorsing een einde zal nemen, en de data waarop de werklieden werkloos zullen gesteld worden.
De bij artikel 4 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst rechtvaardigen en hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afde-ling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst..
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1997 en houdt op van kracht te zijn op 8 november 1997.
Art. 7.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld