Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 augustus 2017
gepubliceerd op 01 september 2017

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017010691
pub.
01/09/2017
prom.
11/08/2017
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 AUGUSTUS 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 augustus 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2016 Vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen (Overeenkomst geregistreerd op 6 juni 2016 onder het nummer 133101/CO/116) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die gelegen zijn in de provincie West-Vlaanderen en ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid uit hoofde van hun bedrijvigheid inzake verwerking van kunststoffen.

Met "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters.

Algemene bepaling

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet generlei afbreuk aan de algemene collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Werkzekerheid

Art. 3.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de werkgevers alles in het werk stellen om ontslag wegens economische redenen te vermijden. Eventuele problemen in dit verband zullen vooreerst en in de mate van het mogelijke, worden opgevangen door het invoeren van een regeling van gedeeltelijke werkloosheid.

Ontslagen wegens economische redenen zijn pas mogelijk na het gebruik van een som van dagen gedeeltelijke werkloosheid naar rato van 15 dagen per arbeider in de getroffen afdeling van de betrokken onderneming binnen een periode van 2 kalenderjaren voorafgaand aan de ontslagen.

Indien deze voorwaarde niet vervuld is op het ogenblik van een ontslag wegens economische redenen, wordt bij het ontslag een bijkomende vergoeding betaald gelijk aan 4 weken loon.

Alvorens tot ontslag wegens economische redenen over te gaan, zal de werkgever hierover met de vakbondsorganisaties overleg plegen.

Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 4.Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar, zoals gedefinieerd in artikel 16, § 2, 2° van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, loopt in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 17 juni 2015 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid ter zake tot 31 december 2017.

De procedures en modaliteiten zijn deze die door voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien zijn.

Art. 5.Het bestaande stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 58 jaar mits 35 jaar loopbaan voor arbeiders met een zwaar beroep zoals verder gedefinieerd in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten, wordt verlengd tot 31 december 2016.

De hierboven vermelde leeftijds- en beroepsloopbaanvoorwaarden volgen de wettelijke evolutie zoals bepaald in het artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten.

De procedures en modaliteiten zijn deze die door voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien zijn.

Art. 6.In toepassing van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 16 september 2015 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en voor de periode beperkt tussen 1 april 2015 en 31 december 2016, wordt het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag ingevoerd voor de arbeiders die : - de leeftijd van 58 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2016; - voldoen aan de ter zake geldende wettelijke voorwaarden zoals gedefinieerd in artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten, bijgevolg zullen de betrokken arbeiders een beroepsverleden als loontrekkende van 33 jaar moeten kunnen rechtvaardigen evenals ofwel gewerkt te hebben in een zwaar beroep zoals gedefinieerd in artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, ofwel minimaal 20 jaar gewerkt te hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 in de Nationale Arbeidsraad (= nachtarbeid).

De procedures en modaliteiten ter zake zijn deze die door voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien zijn.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal dit artikel verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2017 tot 31 december 2017.

Art. 7.In toepassing van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 16 september 2015 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en voor de periode beperkt tussen 1 april 2015 en 31 december 2016, wordt het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag ingevoerd voor de arbeiders die : - de leeftijd van 58 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2016; - voldoen aan de ter zake geldende voorwaarden voorzien in de wetgeving terzake en meer bepaald in het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, en in het bijzonder artikel 3, § 6 van voornoemd koninklijk besluit en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 114 van de Nationale Arbeidsraad, tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere mindervalide werknemers en werknemers met ernstige lichamelijke problemen, indien zij worden ontslagen.

Art. 8.Er geldt voor de betrokken arbeiders een recht op de in artikelen 4, 5, 6, 7 en 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vermelde vormen van stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag indien de betrokken arbeider een anciënniteit geniet als werknemer in de onderneming die minstens gelijk is aan de periode dat de werkgever de aanvullende vergoeding in het kader van het gevraagde stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag betaalt.

Art. 9.In toepassing van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 16 september 2015 in Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en voor de periode beperkt tussen 1 april 2015 en 31 december 2015, wordt het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag verlengd voor de arbeiders die : 1° de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en uiterlijk op 31 december 2015;2° die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden;3° voldoen aan de ter zake geldende wettelijke voorwaarden. De procedures en modaliteiten zijn deze die voorzien zijn door de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad en in de artikelen 45 tot 47 van de wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/02/2011 pub. 07/02/2011 numac 2011012007 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord sluiten houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord.

Er is voor de betrokken arbeiders een recht op deze vorm van stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag na 15 jaar anciënniteit in de onderneming.

Art. 10.In toepassing van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 16 september 2015 in Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en voor de periode beperkt tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016, wordt het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag verlengd voor de arbeiders die : 1° de leeftijd van 58 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en uiterlijk op 31 december 2016;2° die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden;3° voldoen aan de ter zake geldende wettelijke voorwaarden. De procedures en modaliteiten zijn deze die voorzien zijn door de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal dit artikel verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2017 tot 31 december 2017.

Art. 11.In overeenstemming met artikelen 4bis, 4ter en 4quater van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorzien de werkgevers de doorbetaling van de aanvullende vergoeding in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in geval van werkhervatting. De werknemers zullen hun (ex-)werkgevers ook verwittigen van het feit dat ze het werk hervat hebben.

Art. 12.Bij de overgang van 1/5de tijdskrediet of halftijds tijdskrediet naar een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zal de aanvullende vergoeding in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag ten laste van de werkgever berekend worden op basis van een voltijds loon.

Maatregelen inzake tijdskrediet, deeltijdse arbeid en vorming

Art. 13.Tijdskrediet § 1. In navolging van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, met betrekking tot tijdskrediet en voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst : - wordt, overeenkomstig artikel 4, § 1, 3° van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, voor de arbeiders die 5 jaar anciënniteit bereikt hebben in de onderneming en die voldoen aan alle voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, de opnamevormen voltijds tijdskrediet of halftijdse loopbaanvermindering voorzien in het kader van het tijdskrediet met motief van maximaal 36 maanden over de loopbaan; - wordt, overeenkomstig artikel 8, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, voor de arbeiders die voldoen aan alle voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, in afwijking van artikel 8, § 1, de leeftijd op 50 jaar gebracht voor de werknemers die hun voltijdse betrekking verminderen ten belope van één dag of twee halve dagen per week en die voorafgaand aan deze vermindering een beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar hebben doorlopen; - wordt, in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 118 van de Nationale Arbeidsraad, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst de leeftijdsgrens op 55 jaar gebracht voor wat de toegang tot het recht op uitkeringen betreft voor de arbeiders die in toepassing van artikel 8, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking of verminderen met 1/5de en die : - ofwel, voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 6, § 5, 2° en 3° van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 18/12/2001 numac 2001013224 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 28/12/2001 numac 2001013152 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren sluiten, zoals gewijzigd door artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 december 2014; - ofwel, voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 6, § 5, 1° van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 18/12/2001 numac 2001013224 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 28/12/2001 numac 2001013152 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren sluiten, zoals gewijzigd door artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 december 2014, indien de betrokken onderneming erkend is als onderneming in moeilijkheden of in herstructurering en naar aanleiding hiervan een collectieve arbeidsovereenkomst heeft afgesloten die uitdrukkelijk verwijst naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr.118 van de Nationale Arbeidsraad. § 2. De werkgever beslist, na overleg met de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging, over de eventuele vervanging in functie van de werkorganisatie. De werkgever zal, in het geval hij beslist niet te vervangen, zijn beslissing motiveren ten overstaan van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging.

Art. 14.Drempel tijdskrediet Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor de berekening van de drempel, zoals bedoeld in artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, geen rekening gehouden met de arbeiders van 51 jaar en ouder.

Art. 15.Deeltijdse arbeid Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het recht op halftijdse arbeid met verhoudingsgewijs behoud van inkomen toegekend naar rato van maximum 3 pct. van het arbeidersbestand. De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren.

Art. 16.Vorming Voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een inspanning voor vorming gedaan met als streefdoel 2 pct. van de loonmassa voor het geheel van de betrokken ondernemingen.

Er wordt zowel voor de interne als voor de externe beroepsopleiding gestreefd naar een spreiding van de vormingsinspanningen over de verschillende beroepscategorieën, met een bijzondere aandacht voor de kort geschoolden. Jaarlijks wordt voorzien in een evaluatie en bespreking van het programma in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, met de syndicale afvaardiging, waarbij tevens de spreiding van de vormingsinspanningen over de verschillende beroepscategorieën gerapporteerd zal worden.

Uitzendarbeid

Art. 17.Uitzendarbeid § 1. Onverminderd de wettelijke bepalingen en de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 108 ter zake, wordt de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging maandelijks ingelicht over de tewerkstelling van uitzendkrachten, beoogd door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, welke in hoofdzaak handarbeid verrichten.

De te verstrekken informatie betreft volgende punten : - het aantal uitzendkrachten per afdeling; - de reden van tewerkstelling; - de opdeling van het aantal uitzendkrachten in de onderneming volgens ononderbroken tewerkstellingsduur in de onderneming volgens het volgende schema : minder dan drie maanden, tussen drie en zes maanden, tussen zes en twaalf maanden, tussen twaalf en achttien maanden, en vanaf achttien maanden en meer. § 2. In geval een uitzendkracht wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst bij dezelfde gebruiker, vanaf dan werkgever genoemd, wordt de anciënniteit opgebouwd als uitzendkracht bij die gebruiker overgenomen volgens volgende modaliteiten : - Per 20 dagen effectieve prestaties wordt 1 maand anciënniteit toegekend bij de betrokken werkgever.

De volgens bovenstaande modaliteiten als uitzendkracht opgebouwde en overgenomen anciënniteit bij dezelfde gebruiker, vanaf dan werkgever genoemd, geldt voor alle voordelen bij de werkgever, uitgezonderd voor wat betreft de toekenning van de aanvullende werkloosheidsuitkering waarvoor wordt verwezen naar de bepalingen van artikel 25, § 2, b) van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en voor wat betreft de toekenning van de eindejaarspremie, als bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2015 betreffende de eindejaarspremie. Voor de toekenning van de eindejaarspremie wordt de opgebouwde anciënniteit als uitzendkracht bij aanwerving niet overgenomen. § 3. Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verbinden de werkgevers van de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen zich ertoe om het gebruik van dagcontracten in het kader van uitzendarbeid zoveel als mogelijk te beperken.

Modaliteiten van arbeidsduurverkorting, anciënniteitsverlof

Art. 18.Modaliteiten van arbeidsduurverkorting Onverminderd artikel 5, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de modaliteiten in verband met arbeidsduurverkorting, gesloten op 7 november 2001 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt een maximum van 20 dagen gedeeltelijke werkloosheid per kalenderjaar gelijkgesteld met werkelijke prestaties.

Anciënniteitsverlof

Art. 19.§ 1. Als voorafname op een eventueel toekomstige arbeidsduurverkorting onder welke vorm ook, worden een aantal anciënniteitsdagen vanaf 1 januari 2012 als volgt toegekend : - een eerste anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 7 jaar anciënniteit in de onderneming; - een tweede anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 12 jaar anciënniteit in de onderneming; - een derde anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 18 jaar anciënniteit in de onderneming; - een vierde anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 24 jaar anciënniteit in de onderneming; - een vijfde anciënniteitsdag wordt toegekend vanaf 30 jaar anciënniteit in de onderneming.

Of een totaal van maximum 5 anciënniteitsdagen per kalenderjaar.

Vanaf 1 januari 2016 wordt een bijkomende zesde dag anciënniteitsverlof toegekend vanaf 36 jaar anciënniteit in de onderneming. Of vanaf 2016 een totaal van maximum 6 anciënniteitsdagen per kalenderjaar. § 2. Vanaf 1 januari 2016 behouden de arbeiders die overstappen van een voltijds arbeidsregime naar een vorm van landingsbaan, zoals omschreven in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, het aantal anciënniteitsverlofdagen zoals zij die hebben opgebouwd in hun voltijds arbeidsregime.

De verdere opbouw van het aantal anciënniteitsverlofdagen, als bepaald in bovenstaand § 1, gebeurt rekening houdend met de tewerkstellingsbreuk op het ogenblik van de toekenning van de volgende anciënniteitsverlofdagen.

Onderhavige § 2 doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstigere regelingen die in de ondernemingen bestaan.

Koopkracht

Art. 20.Lonen § 1. De minimumuurlonen uitgedrukt in het 40-urenstelsel, bedragen op 1 april 2015 (spilindexcijfer : 100,23, basis 2013 = 100) : - afwerking en verpakking : 12,4925 EUR/bruto per uur; - productie : a) bij aanwerving : 13,2480 EUR/bruto per uur;b) na drie maanden (= referentieloon) : 13,6825 EUR/bruto per uur;c) gespecialiseerden : 13,9670 EUR/bruto per uur; - ploegbazen : 14,3180 EUR/bruto per uur. § 2. Deze bedragen worden gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling der lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen.

Art. 21.Premies voor ploegwerk De premie voor ploegwerk (uitgedrukt in het 40-urenstelsel) bedraagt voor de voor- en namiddagploeg 7,10 pct. en voor de nachtploeg 22,30 pct. van het referentieloon, zoals bepaald in artikel 20, § 1, 2de lid, b) van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

De berekening van de bedragen in euro gebeurt tot op de vijfde decimaal en vervalt alles wat na de vierde decimaal komt, zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2015 betreffende de minimum ploegenpremies, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

De premies voor ploegwerk, uitgedrukt in het 40-urenstelsel, bedragen op 1 april 2015 (spilindexcijfer : 100,23, basis 2013 = 100) : - morgen- en namiddagploeg : 0,9714 EUR/bruto per uur; - nachtploeg : 3,0511 EUR/bruto per uur.

Art. 22.Maaltijdcheques § 1. Vanaf 1 januari 2016 zullen maaltijdcheques toegekend worden aan de arbeiders. Onderhavig artikel regelt de voorwaarden en de modaliteiten van de toekenning van de maaltijdcheques. Zij is gesloten in het kader van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. § 2. Het aantal maaltijdcheques wordt bepaald volgens de "alternatieve telling" als bepaald in artikel 19bis, § 2, 2° van bovenvernoemd koninklijk besluit van 28 november 1969. Meer bepaald wordt het aantal maaltijdcheques bekomen door het aantal uren normale werkelijke arbeid, meerprestaties zonder inhaalrust, meerprestaties mits inhaalrust en andere meerprestaties mits inhaalrust die de betrokken arbeider tijdens het kwartaal gepresteerd heeft, te delen door het normale aantal dagelijkse uren in de onderneming en dit volgens de volgende breuk : Het aantal effectief gepresteerde uren tijdens trimester "X" Waarbij "X" gelijk is aan de gemiddelde arbeidsduur per dag op jaarbasis voor een voltijdse arbeider bij de betrokken werkgever.

Indien uit deze berekening een decimaal volgt, wordt dit afgerond naar de hogere eenheid.

Indien het op deze wijze bekomen aantal maaltijdcheques hoger is dan het maximaal aantal dagen dat in de loop van het kwartaal gepresteerd kan worden door een voltijds tewerkgestelde arbeider bij de betrokken werkgever, dan wordt het aantal herleid tot dit maximaal mogelijke aantal.

Het maximum aantal werkbare dagen van de voltijds tewerkgestelde arbeider in het kwartaal is gelijk aan alle dagen waarop een voltijdse arbeider in een 5-dagenstelsel in het kwartaal theoretisch zou kunnen werken (voor zover dit aldus wordt opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement). Het gaat hierbij dus niet om een gemiddelde per kwartaal, maar om het maximum aantal dagen dat een voltijdse arbeider in het kwartaal theoretisch zou kunnen werken, zonder in conflict te komen met de wetgeving op de arbeidsduur.

Enkel indien de werkgever waarmee de arbeider verbonden is met een arbeidsovereenkomst niet voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden gesteld in artikel 19bis, § 2, 2° van bovenvernoemd koninklijk besluit van 28 november 1969 voor de toepassing van de "alternatieve telling", is het aantal toegekende maaltijdcheques gelijk aan het aantal dagen gedurende welke de arbeider tijdens het trimester effectieve arbeidsprestaties heeft geleverd en dit onafhankelijk van de duur van zijn dagelijkse arbeidsprestatie. § 3. De maaltijdcheques worden elke maand, uiterlijk bij de loonafrekening van de voorgaande maand, in één keer gecrediteerd op de maaltijdchequerekening van de arbeider afhankelijk van het aantal voorzienbare dagen gedurende welke de arbeider arbeidsprestaties zal verrichten.

Het aantal maaltijdcheques wordt geregulariseerd, uiterlijk bij de loonafrekening van de laatste maand van het kwartaal waarop de maaltijdcheques betrekking hebben, zodat het aantal werkelijk toegekende maaltijdcheques in overeenstemming gebracht wordt met het aantal maaltijdcheques dat toegekend moet worden in toepassing van § 2 van onderhavig artikel. § 4. De maaltijdcheques worden op naam van de werknemer afgeleverd.

Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de werknemer, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van de sociale documenten. § 5. De elektronische maaltijdcheque heeft een geldigheidsduur van twaalf maanden, te rekenen vanaf het ogenblik dat de maaltijdcheque op de maaltijdchequerekening wordt geplaatst. § 6. De werkgeversbijdrage in het totaal bedrag van de maaltijdcheque bedraagt vanaf 1 januari 2016 1,41 EUR. De tussenkomst van de arbeider in de maaltijdcheque bedraagt 1,09 EUR en zal in mindering gebracht worden van zijn nettoloon. Bijgevolg is de nominale waarde van de maaltijdcheque gelijk aan 2,50 EUR. § 7. In afwijking van § 6 van onderhavig artikel wordt, voor de arbeiders die tewerkgesteld zijn in weekend- en overbruggingsploegen met een arbeidsprestatie van 12 uren per dag, afgesloten overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de wet van 17 maart 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/1987 pub. 18/03/2010 numac 2010000131 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en die gelijkgesteld worden met voltijdse prestaties, een regeling getroffen waardoor zij per week een totaal bedrag aan werkgeversbijdragen in de maaltijdcheque ontvangen gelijk aan het totaal bedrag van de werkgeversbijdragen in de maaltijdcheque voor een normale voltijdse arbeider.

Voor deze arbeiders die tewerkgesteld zijn bij een werkgever die voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van de "alternatieve telling", als bepaald in § 2 van onderhavig artikel, wordt de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque per dag bekomen door het totaal aan werkgeversbijdragen voor één week tewerkstelling in een normale voltijdse tewerkstelling, zijnde 7,05 EUR (= 1,41 EUR x 5 werkdagen), te delen door "Y" : 7,05 EUR "Y" Waarbij "Y" gelijk is aan het quotiënt dat bekomen wordt door het aantal werkelijk gepresteerde uren arbeid in de weekend- en overbruggingsploegen door een arbeider per week te delen door het normaal aantal uren prestaties per dag voor een voltijdse arbeider bij de betrokken werkgever, zoals bepaald door het arbeidsreglement.

Voorbeeld - De arbeiders werken in de weekendploeg in een week op zaterdag (12 u) en zondag (12 u) = 24u effectieve prestaties per week. - De voltijdse arbeiders in het normaal arbeidsregime werken per week 40u en 8u per dag, waardoor ze op weekbasis in totaal : 5 x 1,41 = 7,05 EUR aan werkgeversbijdragen in de maaltijdcheques ontvangen. - "Y" is in dit geval gelijk aan 3, namelijk het quotiënt ontstaan door 24 (= aantal uren werkelijke arbeid in weekendploeg) te delen door 8 (aantal normaal te presteren uren voor een voltijdse arbeider) = 3. - De werkgeversbijdrage in een maaltijdcheque bedraagt in dit geval : 7,05 EUR : 3 = 2,35 EUR. Voor de arbeiders die tewerkgesteld zijn bij een werkgever die niet voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van de "alternatieve telling", als bepaald in bovenstaand § 2, wordt de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque bekomen door het totaal aan werkgeversbijdragen voor één week tewerkstelling in een normale voltijdse tewerkstelling, zijnde 7,05 EUR (= 1,41 EUR x 5), te delen door "Z" : 7,05 EUR "Z" Waarbij "Z" gelijk is aan het aantal dagen effectieve tewerkstelling per week in de weekend- en overbruggingsploegen.

In dit geval zal de werkgeversbijdrage voor een deeltijds effectief gepresteerde dag worden geprotariseerd.

Voorbeeld - De arbeiders werken in de weekendploeg in een week 2 dagen, namelijk op zaterdag (12 u) en zondag (12 u). - De voltijdse arbeiders in het normaal arbeidsregime werken effectief 5 dagen van maandag tot vrijdag; waardoor ze op weekbasis in totaal : 1,41 x 5 = 7,05 EUR werkgeversbijdrage ontvangen. - "Z" is in dit geval gelijk aan 2. - De werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque per effectief volledig gepresteerde dag in de weekendploeg bedraagt in dit geval : 7,05 : 2 = 3,53 EUR. § 8. De arbeider die geniet van de elektronische maaltijdcheque ontvangt een gratis drager (= kaart) waardoor hij zijn cheques zal kunnen gebruiken.

De arbeider verbindt zich ertoe de kaart in goede staat te bewaren tot zijn vervaldatum, ook al geniet hij op een bepaald moment niet meer van elektronische maaltijdcheques. Bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst, kan de drager worden hergebruikt voor de elektronische maaltijdcheques toegekend door een andere werkgever.

In geval van verlies van de drager, zal de werknemer de kost van de vervanging van de drager dragen, die gelijk zal zijn aan de nominale waarde van één maaltijdcheque. Behalve in geval van verzet vanwege de arbeider, zal deze kost afgehouden worden van de eerstvolgende netto verloning die hem verschuldigd is.

Echter, in geval van diefstal van de drager en mits de werknemer hierover een proces verbaal van de politie kan voorleggen, zal de werkgever de kost van de vervanging van de drager dragen. § 9. Voor de werkgevers die reeds vóór 1 januari 2016, overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969, maaltijdcheques toekennen aan hun arbeiders, gelden volgende bepalingen : - voor de werkgevers waarvan de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque door de verhoging met de werkgeversbijdrage zoals bepaald in bovenstaand § 6 of § 7, de wettelijk maximale werkgeversbijdrage (= 6,91 EUR vanaf 1 januari 2016) niet wordt overschreden, wordt de bij de werkgever geldende werkgeversbijdrage op 1 januari 2016 verhoogd met het bedrag als bepaald in bovenstaand § 6 of § 7; - voor de werkgevers waarvan de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque door de verhoging met de werkgeversbijdrage zoals bepaald in bovenstaand § 6 of § 7, de wettelijk maximale werkgeversbijdrage (= 6,91 EUR vanaf 1 januari 2016) wel zou overschrijden, wordt de bij de werkgever geldende werkgeversbijdrage op 1 januari 2016 verhoogd tot de wettelijk maximale werkgeversbijdrage. Voor het gedeelte van de werkgeversbijdrage dat door de verhoging bepaald in § 6 of § 7 voor een groep van arbeiders de maximale werkgeversbijdrage overschrijdt wordt, voor die betrokken groep van arbeiders, een oplossing uitgewerkt op ondernemingsvlak tegen 31 maart 2016. Bij ontbreken van een oplossing tegen bovenvernoemde datum zal een oplossing worden uitgewerkt door de provinciale sociale partners. § 10. Onderhavig artikel 22 doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstigere regelingen die betreffende de toekenning van maaltijdcheques in de ondernemingen bestaan.

Art. 23.Eindejaarspremie Vóór het einde van elk kalenderjaar wordt pro rata temporis aan de rechthebbende arbeiders een premie genaamd "eindejaarspremie" toegekend.

Het bedrag van de eindejaarspremie blijft behouden op 174 maal het basisuurloon van kracht tijdens de maand december van het betrokken jaar. (in het stelsel 40 uren per week).

De toepassingsmodaliteiten, met uitzondering van hetgeen bepaald is in artikel 25, § 2, c) van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, zijn deze welke zijn vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2015 betreffende de eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Informatie over de classificatie

Art. 24.De werkgevers zijn bereid om aan de arbeiders die er om verzoeken, alsook aan de syndicale delegatie, informatie te verstrekken over de loonklasse.

Bestaanszekerheid

Art. 25.Bestaanszekerheid in geval van gedeeltelijke werkloosheid § 1. In afwijking van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de bestaanszekerheid, gesloten op 31 mei 2011 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen in geval van gedeeltelijke werkloosheid van 10 EUR per dag verhoogd tot 10,50 EUR per dag gedeeltelijke werkloosheid en dit vanaf 1 januari 2016. § 2. Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voorzien in volgende afwijkingen op de sectorale regeling met betrekking tot de aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid : a) in afwijking van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de bestaanszekerheid, gesloten op 31 mei 2011 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, wordt de aanvullende werkloosheidsuitkering per dag gedeeltelijke werkloosheid toegekend voor alle dagen gedeeltelijke werkloosheid tijdens de duur van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst;b) in geval een uitzendkracht wordt aangeworven, en dit vanaf 1 januari 2014, met een arbeidsovereenkomst bij dezelfde gebruiker, vanaf dan werkgever genoemd wordt, voor de opbouw van de anciënniteit van 6 maanden als arbeider om recht te hebben op de aanvullende werkloosheidsuitkering zoals bepaald in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de bestaanszekerheid, gesloten op 31 mei 2011 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, de periode van tewerkstelling als uitzendkracht mee in aanmerking genomen;c) in afwijking van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2015 betreffende de eindejaarspremie, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, worden alle dagen gedeeltelijke werkloosheid gelijkgesteld met werkelijke arbeid voor de opbouw van de eindejaarspremie. § 3. De toepassing van deze afwijkingen zal tegen het einde van de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst geëvalueerd worden.

Art. 26.Bestaanszekerheid in geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst door ziekte of arbeidsongeval Vanaf 1 januari 2016 wordt, in geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst door ziekte of arbeidsongeval, een aanvullende bestaanszekerheid ten laste van de werkgever toegekend, en dit voor een nieuwe ziekte- of arbeidsongevalaangifte ingaand vanaf 1 januari 2016.

Deze bestaanszekerheidsvergoeding is slechts verschuldigd na het einde van de ononderbroken periode van 30 dagen gewaarborgd loon en wordt toegekend voor een periode van maximum 6 maanden per kalenderjaar.

Het bedrag per dag van deze bestaanszekerheidsvergoeding is gelijk aan 60 pct. van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque, meer bepaald 0,85 EUR per dag.

Voor deeltijdse arbeiders gelden deze vergoedingen pro rata hun arbeidsregime.

Mobiliteit

Art. 27.De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten gedragen door de werknemers, ongeacht het gebruikte vervoermiddel, wordt ongeacht de afstand van de verplaatsing toegekend.

De bijdrage blijft gekoppeld aan de prijs van de treinkaart van de NMBS en bedraagt 80 pct. van de prijs van de treinkaart, zoals opgenomen in de tabel in bijlage.

De bijdrage wordt aangepast op 1 februari van ieder jaar aan de nieuwe tarieven van de NMBS. Voor de bepaling van de bijdrage wordt een verplaatsing van minder dan één kilometer gelijkgesteld met een verplaatsing gelijk aan één kilometer.

Art. 28.Fietsvergoeding Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziet men in de mogelijkheid om op ondernemingsvlak overleg te plegen met de ondernemingsraad of de syndicale delegatie met betrekking tot een fietsvergoeding.

Sociale vrede

Art. 29.De sociale vrede wordt gewaarborgd voor de ganse duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Geldigheidsduur

Art. 30.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2015 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2017, met uitzondering van artikelen 4, 6, 10 en 22.

Het artikel 22 wordt afgesloten voor onbepaalde duur. Deze kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden en ten vroegste vanaf 31 december 2016. De poststempel geldt als bewijs.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2015 betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen (registratienummer 126177/CO/116).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de kunststofverwerkende nijverheid van de provincie West-Vlaanderen

Distance

1 mois

3 mois

12 mois

2016

2016

2016

p.c.

Prix/Intervention

Prix

Intervention

Prix

Intervention

Afstand

1 maand

3 maanden

12 maanden

2016

2016

2016

pct.

Prijs/Tussenkomst

Prijs

Tussenkomst

Prijs

Tussenkomst


1-3

33,50

26,80

94,00

75,20

337,00

269,60

80,00

4

36,50

29,20

103,00

82,40

367,00

293,60

80,00

5

39,50

31,60

111,00

88,80

397,00

317,60

80,00

6

42,00

33,60

118,00

94,40

422,00

337,60

80,00

7

44,50

35,60

125,00

100,00

447,00

357,60

80,00

8

47,50

38,00

132,00

105,60

473,00

378,40

80,00

9

50,00

40,00

139,00

111,20

498,00

398,40

80,00

10

52,00

41,60

147,00

117,60

523,00

418,40

80,00

11

55,00

44,00

154,00

123,20

549,00

439,20

80,00

12

57,00

45,60

161,00

128,80

574,00

459,20

80,00

13

60,00

48,00

168,00

134,40

600,00

480,00

80,00

14

62,00

49,60

175,00

140,00

625,00

500,00

80,00

15

65,00

52,00

182,00

145,60

650,00

520,00

80,00

16

68,00

54,40

189,00

151,20

676,00

540,80

80,00

17

70,00

56,00

196,00

156,80

701,00

560,80

80,00

18

73,00

58,40

203,00

162,40

726,00

580,80

80,00

19

75,00

60,00

210,00

168,00

752,00

601,60

80,00

20

78,00

62,40

218,00

174,40

777,00

621,60

80,00

21

80,00

64,00

225,00

180,00

802,00

641,60

80,00

22

83,00

66,40

232,00

185,60

828,00

662,40

80,00

23

85,00

68,00

239,00

191,20

853,00

682,40

80,00

24

88,00

70,40

246,00

196,80

879,00

703,20

80,00

25

90,00

72,00

253,00

202,40

904,00

723,20

80,00

26

93,00

74,40

260,00

208,00

929,00

743,20

80,00

27

95,00

76,00

267,00

213,60

955,00

764,00

80,00

28

98,00

78,40

274,00

219,20

980,00

784,00

80,00

29

101,00

80,80

281,00

224,80

1 005,00

804,00

80,00

30

103,00

82,40

289,00

231,20

1 031,00

824,80

80,00

31-33

107,00

85,60

300,00

240,00

1 072,00

857,60

80,00

34-36

113,00

90,40

318,00

254,40

1 134,00

907,20

80,00

37-39

120,00

96,00

335,00

268,00

1 197,00

957,60

80,00

40-42

126,00

100,80

352,00

281,60

1 259,00

1 007,20

80,00

43-45

132,00

105,60

370,00

296,00

1 321,00

1 056,80

80,00

46-48

138,00

110,40

387,00

309,60

1 383,00

1 106,40

80,00

49-51

145,00

116,00

405,00

324,00

1 446,00

1 156,80

80,00

52-54

149,00

119,20

417,00

333,60

1 490,00

1 192,00

80,00

55-57

153,00

122,40

430,00

344,00

1 534,00

1 227,20

80,00

58-60

158,00

126,40

442,00

353,60

1 579,00

1 263,20

80,00

61-65

164,00

131,20

459,00

367,20

1 638,00

1 310,40

80,00

66-70

171,00

136,80

479,00

383,20

1 712,00

1 369,60

80,00

71-75

179,00

143,20

500,00

400,00

1 785,00

1 428,00

80,00

76-80

186,00

148,80

521,00

416,80

1 859,00

1 487,20

80,00

81-85

193,00

154,40

541,00

432,80

1 933,00

1 546,40

80,00

86-90

201,00

160,80

562,00

449,60

2 007,00

1 605,60

80,00

91-95

208,00

166,40

583,00

466,40

2 081,00

1 664,80

80,00

96-100

215,00

172,00

603,00

482,40

2 155,00

1 724,00

80,00

101-105

223,00

178,40

624,00

499,20

2 229,00

1 783,20

80,00

106-110

230,00

184,00

645,00

516,00

2 303,00

1 842,40

80,00

111-115

238,00

190,40

665,00

532,00

2 376,00

1 900,80

80,00

116-120

245,00

196,00

686,00

548,80

2 450,00

1 960,00

80,00

121-125

252,00

201,60

707,00

565,60

2 524,00

2 019,20

80,00

126-130

260,00

208,00

727,00

581,60

2 598,00

2 078,40

80,00

131-135

267,00

213,60

748,00

598,40

2 672,00

2 137,60

80,00

136-140

275,00

220,00

769,00

615,20

2 746,00

2 196,80

80,00

141-145

282,00

225,60

790,00

632,00

2 820,00

2 256,00

80,00

146-150

292,00

233,60

818,00

654,40

2 923,00

2 338,40

80,00


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^