Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 september 2007
gepubliceerd op 10 oktober 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2003 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012355
pub.
10/10/2007
prom.
10/09/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2003 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2003 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 september 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2007 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2003 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2007 onder het nummer 83184/CO/226)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2003 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden, geregistreerd op 3 februari 2004 onder het nummer 69666/CO/226 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 mei 2004, en gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2005, geregistreerd op 17 juni 2005 onder het nummer 75204/CO/226 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 februari 2006, wordt als volgt gewijzigd : In artikel 3, wordt het derde lid vervangen door volgende bepalingen : « Aldus wordt volgende tabel samengesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tussen de artikelen 12bis en 13 wordt een artikel 12ter ingevoegd luidend als volgt : «

Art. 12ter.Op 1 mei 2008 worden de werkelijke wedden evenals de toepasselijke weddeschaal, met inbegrip van de huisweddeschalen, van de maand april 2008, verhoogd met 25,00 EUR (maandbasis). Voor deeltijds tewerkgestelde bedienden wordt dat bedrag herleid in functie van het toepasselijk arbeidsregime. » Artikel 18 wordt vervangen door volgende bepalingen : «

Art. 18.§ 1. Bij overgang naar een hogere klasse wordt de overeenstemmende wedde onmiddellijk toegekend. § 2. In afwijking van de bepalingen van § 1 geldt volgende regeling in geval van promotie met ten minste twee klassen, bij dezelfde werkgever of bij een andere werkgever van dezelfde groep : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tijdens de overgangsperiode loopt de (fictieve) barema-anciënniteit verder. » Artikel 20 wordt vervangen door volgende bepalingen : «

Art. 20.§ 1. Er wordt een jaarlijkse premie uitgekeerd, gelijk aan de bezoldiging van de maand waarin de uitbetaling plaatsgrijpt, aan de bedienden die gelijktijdig aan volgende twee voorwaarden voldoen : a) in dienst zijn op de datum waarop de premie wordt uitbetaald, en b) in de onderneming effectief tewerkgesteld zijn geweest gedurende het ganse refertejaar. § 2. Behoudens andere bepalingen geldend op ondernemingsvlak, valt het refertejaar samen met het kalenderjaar en wordt de jaarpremie betaald op het einde van het jaar. § 3. Voor bedienden wier bezoldiging contractueel samengesteld is uit een vast gedeelte en een veranderlijk gedeelte, is het bedrag van de premie gelijk aan het vast gedeelte van de maand waarin de uitbetaling gebeurt, verhoogd met het maandelijks gemiddelde van de veranderlijke gedeelten die betaald werden in de loop van de twaalf maanden die de maand van uitbetaling van de premie voorafgaan.

Onder « veranderlijke bezoldiging » moet worden verstaan : alle bezoldigingselementen, die niet vast zijn, onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen, en die regelmatig en op voortdurende wijze tijdens het ganse refertejaar werden toegekend.

Voor bedienden wier contractuele bezoldiging volledig veranderlijk is, is het bedrag van de premie gelijk aan het maandelijks gemiddelde van de bezoldigingen die betaald werden in de loop van de twaalf maanden die de maand van uitbetaling van de premie voorafgaan. § 4. De bedienden die in dienst zijn op de datum van de uitbetaling van de premie, maar die slechts in de loop van het refertejaar in dienst van de onderneming zijn getreden of die geen volledige prestaties tellen tijdens het refertejaar, hebben recht op één twaalfde van de premie voor elke volledige maand effectieve prestaties in de onderneming in de loop van het refertejaar. § 5. De bedienden wier arbeidsovereenkomst een einde neemt vóór de datum waarop de premie wordt uitbetaald, hebben recht op het prorata deel van de premie zoals bepaald in § 4 van dit artikel in volgende gevallen : a) de arbeidsovereenkomst werd beëindigd door de werkgever, behoudens in geval van verbreking wegens dringende reden of beëindiging tijdens de proefperiode;b) de arbeidsovereenkomst werd beëindigd door de bediende, behoudens beëindiging tijdens de proefperiode. § 6. Voor de bedienden die in de loop van het refertejaar overstappen van een voltijds naar een deeltijds arbeidsregime of omgekeerd of die in de loop van het refertejaar overstappen van een deeltijds arbeidsregime naar een ander deeltijds arbeidsregime, wordt de premie als volgt vastgesteld : de som van elk maandloon van het refertejaar (exclusief de jaarpremie, het dubbel vakantiegeld en andere veranderlijke bezoldigingselementen die niet regelmatig en op voortdurende wijze worden toegekend) gedeeld door twaalf. § 7. Voor de toepassing van dit artikel worden volgende afwezigheidsperiodes gelijkgesteld met periodes van effectieve arbeid : a) de afwezigheden ingevolge de toepassing van de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen inzake : - jaarlijkse vakantie; - wettelijke feestdagen; - kort verzuim; - educatief verlof; - beroepsziekten; - arbeidsongevallen; - ongevallen overkomen op de weg van en naar het werk; - syndicaal verlof; b) de eerste dertig dagen afwezigheid wegens ziekte, ongeval van gemeen recht of bevallingsrust.»

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties. Deze opzegging kan ten vroegste ingaan op 1 oktober 2008.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 september 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^