gepubliceerd op 22 november 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de gistfabrieken en de distilleerderijen
10 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de gistfabrieken en de distilleerderijen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de gistfabrieken en de distilleerderijen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 Loon- en arbeidsvoorwaarden in de gistfabrieken en distilleerderijen (Overeenkomst geregistreerd op 14 juni 2005 onder het nummer 75088/CO/118.06.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de gistfabrieken en de distilleerderijen. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Uurlonen
Art. 2.Op 1 juni 2005 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen zes maanden anciënniteit in de onderneming, ongeacht hun leeftijd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.§ 1. Op 1 juni 2005 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De minimumuurlonen vermeld in dit artikel worden op 1 juli 2006 verhoogd met een percentage bepaald overeenkomstig artikel 9, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 betreffende de sociale programmatie 2005-2006 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid.
Het resultaat van deze loonsverhogingen wordt afgerond op twee decimalen.
Art. 4.De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij een zelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.
Onder "tewerkstellingsperiodes" dient men te verstaan : de periodes gedekt door : - alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschorst; en/of - door een interimovereenkomst.
Art. 5.In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) de volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 6.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2001 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 september 2003 (Belgisch Staatsblad van 17 oktober 2003). HOOFDSTUK IV. - Premie voor nachtarbeid
Art. 7.Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 20 pct. wordt toegekend voor nachtarbeid.
Onder "nachtarbeid", wordt verstaan : de arbeidsuren verricht tussen 22 en 6 uur. HOOFDSTUK V. - Premie voor ploegenarbeid
Art. 8.Voor de arbeiders die in de ploegen van 6 tot 14 uur of van 14 tot 22 uur werken, wordt een loontoeslag van in het totaal 5 pct. voor de twee ploegen toegekend.
Deze toeslag bedraagt minstens 0,37 EUR per uur voor de arbeiders die deel uitmaken van de morgenploeg en 0,42 EUR per uur voor de arbeiders die deel uitmaken van de namiddagploeg.
Deze minimumuurtoeslagen worden op 1 januari 2006 gebracht op : - 0,39 EUR voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,44 EUR voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg. HOOFDSTUK VI. - Geldigheid
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de gistfabrieken en de distilleerderijen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 december 2003 (Belgisch Staatsblad van 2 januari 2004).
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juin 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen, uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.
Commentaar bij artikel 4 : De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE