Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 oktober 2005
gepubliceerd op 14 december 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende het bijkomend pensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005202642
pub.
14/12/2005
prom.
10/10/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende het bijkomend pensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de koopvaardij;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende het bijkomend pensioen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 oktober 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de koopvaardij Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005 Bijkomend pensioen (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2005 onder het nummer 73944/CO/316)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : - de werkgevers van de ondernemingen die sleepboten exploiteren, waarvan de verrichte sleepactiviteit "zeevervoer" is en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de koopvaardij; - de werknemers tewerkgesteld in deze ondernemingen, verbonden met een arbeidsovereenkomst voor scheepsdienst en ingeschreven in de Belgische Pool der zeelieden.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werknemers die met rustpensioen gaan, hebben jaarlijks, ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid zeesleepdiensten", recht op een bijkomend pensioen indien zij voldoen aan de volgende voorwaarden : - het bewijs leveren dat zij gedurende de 12 maanden die de dag van de pensionering voorafgaan, ten minste 185 gewerkte en/of gelijkgestelde dagen tellen in dienst van een in artikel 1 bedoelde werkgever, behoudens indien dit onmogelijk was om redenen onafhankelijk van de wil van de werknemer; - op de dag van de pensionering, te rekenen vanaf 1 januari 1947, gedurende ten minste 15 dienstjaren tewerkgesteld zijn geweest bij een in artikel 1 bedoelde werkgever of bij een werkgever van een onderneming van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart; - behoudens de wettelijk toegelaten gelegenheidsarbeid, alle beroepsactiviteit hebben gestaakt.

Onder "dienstjaar" wordt verstaan : een normale en hoofdzakelijke tewerkstelling van 185 dagen per kalenderjaar.

Onder "normale en hoofdzakelijke tewerkstelling" wordt verstaan : de werkelijk gewerkte dagen en de daarmee gelijkgestelde dagen zoals bepaald voor het stelsel van de sociale zekerheid.

Het bewijs van tewerkstelling moet worden geleverd door elk rechtsmiddel.

Art. 3.De werknemers die op het bijkomend pensioen aanspraak maken, moeten een aanvraag, ten vroegste 6 maanden vóór de oppensioenstelling door middel van een daartoe bestemd formulier, indienen bij het "Fonds voor bestaanszekerheid zeesleepdiensten".

Het recht op het bijkomend pensioen gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand tijdens dewelke de aanvraag werd ingediend en ten vroegste op de dag van de pensionering.

Art. 4.Het jaarlijks bedrag van het bijkomend pensioen wordt vastgesteld op 24,79 EUR per in artikel 2 bedoeld dienstjaar, te rekenen vanaf 1 januari 1947, met een maximum van vierentwintig dienstjaren, inclusief de jaren tewerkgesteld in een onderneming van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, hetzij 594,94 EUR. Voor de werknemers die een vervroegd rustpensioen genieten, wordt het bedrag van het bijkomend pensioen met hetzelfde percentage verminderd als het percentage dat voor de berekening van het vervroegd rustpensioen wordt toegepast.

Art. 5.Het "Fonds voor bestaanszekerheid zeesleepdiensten" betaalt elk kwartaal en na vervallen termijn de in artikel 4 bedoelde uitkering.

Het bedrag van het bijkomend pensioen, bestemd voor een rechthebbende die overleden is gedurende het voorbije kwartaal, wordt aan de overlevende echtgenoot of echtgenote uitgekeerd, of bij ontstentenis van een echtgenoot of echtgenote, aan de persoon die bewijst dat hij de begrafeniskosten heeft betaald.

Art. 6.Het voordeel dat bij deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt toegekend, mag niet worden gecumuleerd met reeds in de onderscheiden ondernemingen bestaande gelijkwaardige pensioenstelsels.

Bij gelijkwaardigheid, door de raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid zeesleepdiensten" vastgesteld, mag de werkgever zijn aandeel in het pensioenstelsel dat in zijn onderneming bestaat verminderen tot ten hoogste het niveau van het bij deze collectieve arbeidsovereenkomst toegekende voordeel. Het gunstigere gedeelte blijft alleszins behouden.

Art. 7.Ter financiering van dit bijkomend pensioen zijn de in artikel 1 bedoelde werkgevers een bijdrage van 0,7189 EUR per gewerkte of hiermee gelijkgestelde dag en per in artikel 1 bedoelde werknemer verschuldigd aan het "Fonds voor bestaanszekerheid zeesleepdiensten".

Alle bepalingen inzake wijze en tijdstip van betaling en alle maatregelen in geval van wanbetaling, zoals voorzien bij artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst 2 februari 2005, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, zijn van kracht.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van 6 maanden in acht wordt genomen. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de koopvaardij en aan elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de derde werkdag na de datum van verzending.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^