gepubliceerd op 24 november 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd
10 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2005 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar in de grint- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (Overeenkomst geregistreerd op 24 juni 2005 onder het nummer 75370/CO/102.06)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.
Met "werklieden" worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld.
Art. 2.De door in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, vastgestelde leeftijd wordt voor deze sector, teruggebracht tot 58 jaar zowel voor mannen als vrouwen.
Art. 3.In afwijking van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, wordt voor de berekening van het netto referteloon, de eindejaarspremie meegerekend.
Hiertoe wordt het brutomaandloon verhoogd met 8,33 pct.
Vanaf 1 januari 2005 wordt de bruto aanvullende vergoeding forfaitair verhoogd tot 77,63 EUR.
Art. 4.Daarentegen zou vanaf 1 januari 2005 het aanvullende bedrag van het brugpensioen op 125 EUR gebracht worden en dit tot de 58e verjaardag voor werknemers die ingevolge ontslag wegens herstructurering of bedrijf in moeilijkheden op brugpensioen worden gesteld tijdens de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
De extra uitgaven gepaard gaande met de verhoging van 125 EUR van het aanvullend bedrag van het brugpensioen mag geen aanleiding geven tot verhoging van de begroting van het sociaal comité.
Deze bedragen worden eenmaal per collectieve arbeidsovereenkomst periode geïndexeerd.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2005 en treedt buiten werking op 30 juni 2007.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van oktober 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE