10 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, artikel 2;

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 5, tweede lid, 9°, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-Verordening), bijlage XIV, A, I, 2 en III, 1 en 3;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren, de artikelen 8, 2 en 11, 1;

Overwegende de verklaring van de president van het XIXe Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten van 22 mei 2008;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 4 februari 2008;

Gelet op het advies nr. 45.034/3 van de Raad van State gegeven op 23 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies nr. 46.810/3 van de Raad van State gegeven op 30 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 8 januari 2009, met toepassing van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op de boodschap van 8 juli 2009 van de Commissie overeenkomstig artikel 9.2, laatste lid, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, waarbij zij stelt het antwoord van de Belgische autoriteiten op de uitvoerig gemotiveerde mening van de Commissie van 8 april 2009 na onderzoek als bevredigend te beschouwen;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1°het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; 2° lokale openbare markt : de openbare markt gehouden in de gemeente waar de productie-inrichting van eieren gevestigd is en in de aangrenzende gemeenten of bij ontbreken ervan, de dichtstbijzijnde openbare markt;3° huis-aan-huisverkoop : te koop aanbieden van deur tot deur in het productiegebied;4° productiegebied : de gemeente waar de productie-inrichting van eieren gevestigd is en de aangrenzende gemeenten;5° Verordening (EG) nr.1234/2007 : Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-Verordening); 6° Verordening (EG) nr.589/2008 : Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren. § 2. Zijn eveneens van toepassing de definities vermeld in de Verordeningen (EG) nr. 1234/2007 en nr. 589/2008.

Art. 2.In uitvoering van bijlage XIV, A, I, 2 en III, 3 van de Verordening (EG) nr. 1234/2007 worden eieren die rechtstreeks door de producent verkocht worden aan de eindverbruiker in de productie-inrichting, op een lokale openbare markt of bij huis-aan-huisverkoop, vrijgesteld van de eisen van de Verordeningen (EG) nr. 1234/2007 en nr. 589/2008.

Art. 3.Met toepassing van Verordening (EG) nr. 589/2008, artikel 8, 2 moeten eieren die vanuit een productie-inrichting geleverd worden aan een pakstation in een andere lidstaat van de Europese Unie niet gestempeld zijn met de producentencode vooraleer zij de productie-inrichting verlaten indien het Agentschap daartoe een afwijking heeft verleend.

Een afwijking kan worden bekomen indien voldaan is aan de volgende voorwaarden : a) een verzoek tot afwijking wordt ingediend bij de provinciale Controle-eenheid van het Agentschap tot wiens controlebevoegdheid de betrokken productie-inrichting behoort.De aanvraag moet gezamenlijk gebeuren door de producent en het pakstation; b) het contract tussen de producent en het pakstation vermeldt de producentencode en het engagement van het pakstation om de eieren te stempelen met deze code.

Art. 4.Met toepassing van de Verordening (EG) nr. 1234/2007, bijlage XIV, A, III, 1 en van de Verordening (EG) nr. 589/2008, artikel 11, 1 worden eieren van klasse B die op het grondgebied of de intra-communautaire markt vanuit een productie-inrichting rechtstreeks geleverd worden aan de levensmiddelenindustrie vrijgesteld van de vastgestelde merkplicht in de bijlage XIV, A, III, 1, van de Verordening (EG) nr. 1234/2007 indien het Agentschap hiertoe een afwijking heeft verleend.

Om de afwijking te bekomen, wordt een verzoek tot afwijking ingediend bij de provinciale Controle-eenheid van het Agentschap tot wiens controlebevoegdheid de betrokken productie-inrichting behoort. De aanvraag gebeurt gezamenlijk door de betrokken producent en levensmiddelenindustrie.

Art. 5.Met toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007, bijlage XIV, III, 1, worden eieren van klasse B die op het grondgebied rechtstreeks worden geleverd van de productie-inrichting aan de niet-levensmiddelenindustrie, vrijgesteld van de in bijlage XIV, A, III, 1, van de Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde merkplicht.

Art. 6.Het Agentschap kan bij inbreuken op de reglementering waarvan de controle onder de bevoegdheid van het Agentschap valt en die betrekking heeft op eieren ten allen tijde de afwijking verleend overeenkomstig de artikelen 3 en 4 intrekken.

Art. 7.De Minister tot wiens bevoegdheid de Veiligheid van de Voedselketen behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE