10 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid het artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregering van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid artikel 3, § 1, 3°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1976, 14 september 1994 en 10 april 1995 en 4°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995, en op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 juni 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 9 juni 1997;

Gelet op het protocol nr. 4 van 15 september 1997 van het Sectorcomité XIV - Landsverdediging;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden op dezelfde wijze dient te geschieden dan die van de ambtenaren die titularis zijn van gemene graden; dat bijgevolg de weddeschalen van de ambtenaren die houder zijn van bijzondere graden bij het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen onverwijld moeten vastgesteld worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organieke bepalingen

Artikel 1.De weddeschaal van de hierna vermelde bijzondere graad bij het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen wordt als volgt vastgesteld : inspecteur maatschappelijk werk . . . . . 10/1

Art. 2.In de hierna vermelde bijzondere weddeschaal wordt vastgesteld de wedde van de inspecteur maatschappelijk werk, die vier jaar graadanciënniteit heeft : vanaf 1 maart 1985 : 284 280 - 447 732 3/1 X 8 904 10/2 X 13 674 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) vanaf 1 juli 1998 : 289 199 - 447 732 3/1 X 8 904 1/2 X 13 674 1/2 X 8 755 8/2 X 13 674 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) vanaf 1 januari 1990 : 788 219 - 1 211 097 3/1 X 23 036 10/2 X 35 377 (Kl. 24 j. - N.1. - G.B.) vanaf 1 november 1991 : 812 022 - 1 247 678 3/1 X 23 732 10/2 X 36 446 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) vanaf 1 november 1992 : 836 383 - 1 285 115 3/1 X 24 444 10/2 X 37 540 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) vanaf 1 november 1993 : 853 110 - 1 310 819 3/1 X 24 933 10/2 X 38 291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 3.§ 1. Aan de graad van inspecteur maatschappelijk werk (rang 10) wordt de weddeschaal 10 A verbonden. § 2. De inspecteur maatschappelijk werk die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10 B. § 3. De inspecteur maatschappelijk werk die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 C bekomen. HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 4.De wedde van sommige ambtenaren van het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen wordt vastgesteld in de weddeschaal opgenomen in de bij dit besluit gevoegde tabel.

Art. 5.§ 1. De bijzondere weddeschaal verbonden aan de graad van inspecteur maatschappelijk werk wordt vastgesteld als volgt : 826 981 - 1 284 690 3/1 X 24 933 10/2 X 38 291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) § 2. De bijzondere weddeschaal verbonden aan de graad van inspecteur maatschappelijk werk die vier jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld als volgt : 898 575 - 1 394 575 3/1 X 24 933 11/2 X 38 291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 23 oktober 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen, met uitzondering van de artikelen 1 en 2 welke uitwerking hebben met ingang van 1 maart 1985 en die ophouden van kracht te zijn op 31 mei 1994 en van artikel 5 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juni 1994 en ophoudt van kracht te zijn op 30 november 1997.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 november 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET BIJLAGE Conversietabel van de bijzondere graden en de eraan verbonden weddeschalen Administratief personeel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden aan het koninklijk besluit van 10 november 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET