Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 mei 2001
gepubliceerd op 07 september 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de vlasbereiding, betreffende de invoering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van het wettelijk pensioenstelsel

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012400
pub.
07/09/2001
prom.
10/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/10/2001012400/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de vlasbereiding, betreffende de invoering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van het wettelijk pensioenstelsel (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de vlasbereiding;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de vlasbereiding, betreffende de invoering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van het wettelijk pensioenstelsel.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de vlasbereiding Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 1999 Invoering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van het wettelijk pensioenstelsel (Overeenkomst geregistreerd op 5 april 2000 onder het nummer 54528/CO/122)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de arbeiders die worden tewerkgesteld door een werkgever die onder het Paritair Comité voor de vlasbereiding ressorteert, ter financiering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling. Het waarborg- en Sociaal Fonds der vlasbereiding wordt belast met de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Verder wordt dit het waarborgfonds genoemd.

Onder "arbeiders" verstaat men zowel arbeiders en arbeidsters.

Rechthebbenden

Art. 2.Kunnen hun recht op een aanvulling op het wettelijk pensioen laten gelden, alle arbeiders, die gedurende een niet noodzakelijk ononderbroken periode van 365 dagen, te rekenen vanaf 1 januari 1999, tewerkgesteld zijn of waren bij werkgevers bedoeld in artikel 1, ongeacht de aard van hun arbeidsovereenkomst met deze werkgever.

Art. 3.Het bedrag van de aanvulling op het wettelijk pensioen bestaat uit de kapitalisatie van de geïndividualiseerde bijdrage ter financiering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling, op basis van een return in functie van de door het waarborgfonds gekozen rendementsformule.

Art. 4.De aanvulling op het wettelijk pensioen, zoals bepaald in artikel 3, is ten vroegste opvraagbaar vanaf 1 januari 2000.

Art. 5.Elke arbeider kan zijn aanvulling op het wettelijk pensioen in principe opvragen vanaf de eerste dag van de maand volgend op zijn wettelijke pensioenleeftijd.

Indien de arbeider echter op brugpensioen wordt gesteld of op vervroegd brugpensioen gaat, is de aanvulling op het wettelijk pensioen opvraagbaar, conform de wetgeving terzake, vanaf de eerste dag van de maand volgend op het brugpensioen of het vervroegd pensioen.

Het recht tot opvraging van de aanvulling op het wettelijk pensioen vervalt drie jaar na de eerste dag van de maand volgend op de wettelijke pensioenleeftijd van de arbeider. Zo de arbeider binnen deze periode zijn aanvulling niet heeft opgevraagd, wordt het niet opgevraagde kapitaal overgemaakt aan het waarborgfonds.

Art. 6.Bij opvraging van zijn aanvulling op het wettelijk pensioen, heeft de arbeider de keuze tussen een eenmalige uitkering van deze aanvulling of een rente die jaarlijks betaalbaar is.

Indien geen keuze wordt gemaakt, wordt veronderstelt dat hij opteert voor een eenmalige kapitaalsuitkering.

Indien geopteerd wordt voor een jaarlijkse rente, dient het bedrag ervan minstens 25 000 BEF bruto te bedragen, zo niet wordt de aanvulling in de vorm van een eenmalige uitkering betaald.

Het waarborgfonds is belast met de bepaling van de technische grondslagen van deze rente.

Art. 7.Indien de arbeider voor de pensioenleeftijd overlijdt, wordt de aanvulling op het wettelijk pensioen, zoals vastgesteld op het moment van het overlijden, in de vorm van een eenmalige kapitaalsuitkering, uitgekeerd aan begunstigde(n), op zijn (hun) aanvraag, volgens de onderstaande volgorde : a) de echtgeno(o)t(e) van de arbeider, indien niet gescheiden van tafel en bed of in aanleg tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed;b) bij ontstentenis, de wettelijke, geadopteerde of natuurlijke erkende kinderen van de arbeider, of bij plaatsvervulling, hun erfgenamen in rechte lijn;c) bij ontstentenis, de andere wettelijke erfgenamen van de arbeider, met uitzondering van de Staat;d) bij ontstentenis, het waarborgfonds. Het recht op opvraging van de aanvulling op het wettelijk pensioen vervalt drie jaar na de eerste dag van de maand volgend op het overlijden. Zo de begunstigde binnen deze periode de aanvulling niet heeft opgevraagd, wordt het niet opgevraagde kapitaal overgemaakt aan het waarborgfonds.

Niet gehuwde arbeiders hebben de mogelijkheid zelf een begunstigde aan te wijzen. Hiertoe dienen schriftelijk, via een daartoe bestemd formulier, het waarborgfonds te informeren. De arbeider kan te allen tijde een andere begunstigde aanwijzen.

Het waarborgfonds kan niet aansprakelijk worden gesteld voor een eventuele betwisting door een belanghebbende betreffende de aanduiding van een begunstigde.

Art. 8.Jaarlijks, in de loop van het tweede kwartaal, zullen de arbeiders door middel van een individuele informatiebrief door het waarborgfonds geïnformeerd worden over de stand van hun aanvulling op het wettelijk pensioen op 1 januari.

Art. 9.Het waarborgfonds is belast met de vaststelling van de modaliteiten en procedures die noodzakelijk zijn voor de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

De bijzondere gevallen die niet op basis van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost, worden voorgelegd aan de raad van beheer van waarborgfonds.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een periode van onbepaalde duur en heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999. Zij kan worden beëindigd, mits een opzegging van twaalf maanden wordt betekend per aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de vlasbereiding.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 mei 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^