Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juni 2003
gepubliceerd op 03 september 2003

Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk « Centre de Gestion informatique des Administrations locales », afgekort « G.I.A.L. », voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2003000534
pub.
03/09/2003
prom.
10/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/10/2003000534/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JUNI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk « Centre de Gestion informatique des Administrations locales », afgekort « G.I.A.L. », voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen, strekt ertoe aan de V.Z.W. « Centre de Gestion informatique des Administrations locales », afgekort « G.I.A.L. », een erkenning van onbepaalde duur te verlenen voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister, overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 oktober 1984 betreffende de erkenning van informaticacentra voor het uivoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Bij de besluiten van 19 juli 1994 en 23 april 1998, had de voormelde vereniging een erkenning gekregen die respectievelijk tot 31 december 1996 en 31 december 1998 beperkt werd.

Deze beperking in de tijd was aanbevolen door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer die haar gunstig advies van 14 maart 1994 voorzien had van een voorwaarde die bepaalde dat de V.Z.W. G.I.A.L. binnen de twee jaar volgend op het verlenen van de erkenning zelf over het nodige personeel en materieel moest beschikken. In die tijd werd dit personeel en materieel door de Stad Brussel ter beschikking gesteld van de vereniging.

De betrokken V.Z.W. voldoet thans aan deze voorwaarde, in die zin dat zowel het vereiste personeel als het vereiste materieel voortaan toebehoren aan de vereniging.

In haar advies van 19 maart 1997 merkte de voormelde Commissie op dat deze vereniging slechts voor één gemeente prestaties leverde, namelijk voor de Stad Brussel, die voor het overige aan de oorsprong van haar oprichting ligt. Een dergelijke toestand stemde volgens de Commissie niet overeen met de ratio legis van het voormelde koninklijk besluit van 16 oktober 1984.

De vereniging voldoet ook aan deze laatste voorwaarde in de mate dat ze regelmatige prestaties levert ten voordele van de gemeente Elsene.

Op 12 april 1999, heeft de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer haar advies nr. 11/1999 uitgebracht over het huidige ontwerp van koninklijk besluit. Dit advies is gunstig.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

ADVIES NR 11/1999 VAN 12 APRIL 1999 VAN DE COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk "Centre de gestion informatique des administrations locales", afgekort G.I.A.L., voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, gewijzigd door de wet van 11 december 1998 tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad, inzonderheid artikel 29;

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid de artikelen 4, 5, 6 en 8, wet gewijzigd door de wetten van 15 januari 1990, 19 juli 1991 en 8 december 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1984 betreffende de erkenning van informaticacentra voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 27 november 1985;

Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 2 april 1999;

Gelet op het verslag van de heer J. Berleur, Brengt op 12 april 1999 volgend advies uit : I. Voorwerp van de adviesaanvraag : Het ontwerp van koninklijk besluit dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ter advies wordt voorgelegd, beoogt de erkenning met onbepaalde duur van de vereniging zonder winstoogmerk "Centre de gestion informatique des administrations locales", afgekort G.I.A.L., voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, een erkenning die beperkt wordt tot het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

II. Onderzoek van het ontwerp : De Commissie acht het niet noodzakelijk de adviezen te herhalen die zij betreffende dezelfde aanvraag heeft uitgebracht en die gevolgd werden door twee koninklijke besluiten tot toekenning van de erkenning - telkens voor een beperkte tijdspanne - aan het G.I.A.L. (zie koninklijk besluit van 19 juli 1994 en advies nr. 9/94 van 14 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 1994; koninklijk besluit van 23 april 1998 en advies van 19 maart 1997 van de Commissie in een brief aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Belgisch Staatsblad van 27 juni 1998).

In haar laatste advies terzake wenste de Commissie dat "van zodra er aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 1984 voldaan is, de verlenging van de erkenning niet jaar na jaar hernieuwd wordt, maar voor een onbepaalde duur toegekend wordt". Dit wordt inderdaad door het huidig ontwerp van koninklijk besluit beoogd.

De laatste vragen van de Commissie in haar advies van 19 maart 1997 sloegen op de interpretatie die dient gegeven aan de organisatie van de erkende centra zoals die in het koninklijk besluit van 1984 voorzien wordt. Zij merkte op dat er een risico bestond dat deze interpretatie "enigszins beknot is wanneer een erkend centrum slechts voor één enkele gemeente werkt". In het verslag aan de Koning van het besluit van 23 april 1998 werd het bezwaar van de Commissie expliciet overgenomen, zelfs in dreigende bewoordingen. "Het is inderdaad zo dat, indien op 1 januari 1999 de bedoelde v.z.w. nog steeds niet voldoet aan de door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gestelde voorwaarde voor wat betreft het cliënteel, de erkenning niet zal verlengd worden. » Momenteel werkt het centrum G.I.A.L. voor de Stad Brussel en de gemeente Elsene.

Volgens het verslag aan de Koning wordt aldus aan het bezwaar van de Commissie tegemoetgekomen : "De vereniging voldoet ook aan deze laatste voorwaarde (van de Commissie) in de mate dat ze regelmatige prestaties levert ten voordele van de gemeente Elsene. » In de begeleidende brief van 2 april 1999 aan de Minister van Binnenlandse Zaken, wordt dit verduidelijkt : "Il apparaît que ladite A.S.B.L. remplit actuellement toutes les conditions requises par l'arrêté royal précité" (d.w.z. van 16 oktober 1984).

Eén considerans van het ontwerp zou aanleiding kunnen geven tot een bemerking van de Commissie, een considerans die bovendien de "uiterst dringende noodzakelijkheid" van het ontwerp rechtvaardigt : "Overwegende dat verschillende overheden aan deze V.Z.W. de uitvoering van prestaties in het kader van de organisatie van de verkiezingen van 13 juni 1999 toevertrouwd hebben",...

In het koninklijk besluit van 16 oktober 1984 betreffende de erkenning van informaticacentra wordt de rol van deze centra uitdrukkelijk vermeld. ten opzichte van de overheden vertegenwoordigen zij de gemeenten die hen bepaalde opdrachten toevertrouwd hebben, waaronder met name de opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Uit de vaagheid van deze considerans, - "verschillende overheden" - zou men kunnen afleiden dat deze overheden via het G.I.A.L. toegang tot het Rijksregister zouden hebben, tot eender welke gegevens en voor eender welke opdrachten dan ook. Eigenlijk laat voornoemd koninklijk besluit duidelijk verstaan dat deze "verschillende overheden" slechts toegang tot het Rijksregister via het G.I.A.L. mogen hebben voor de gegevens die betrekking hebben op de Stad Brussel en de gemeente Elsene, of op nieuwe gemeenten die in de toekomst hun opdrachten aan het G.I.A.L. zouden toevertrouwen.

Bovendien is het vrij waarschijnlijk dat menige van deze "verschillende overheden" een directe toegang hebben tot het Rijksregister. Deze considerans, die het motief vormt voor de "uiterst dringende noodzakelijkheid", zou verduidelijkt moeten worden. De Commissie wenst dat de betreffende considerans beter aangeeft welke deze "verschillende overheden" zijn, welke doeleinden zij in onderhavig geval geacht zijn na te streven en welke verrichtingen het G.I.A.L. verondersteld wordt uit te voeren.

Om deze redenen, Behoudens de gevraagde opheldering, brengt de Commissie een gunstig advies uit over het haar voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit.

De secretaris, M.-H. Boulanger.

De voorzitter, P. Thomas.

10 JUNI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk « Centre de Gestion informatique des Administrations locales », afgekort G.I.A.L., voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 4, artikel 5, gewijzigd bij de wetten van 19 juli 1991, 8 december 1992, 24 mei 1994, 21 december 1994 en 30 maart 1995, en de artikelen 6 en 8, gewijzigd bij de wet van 15 januari 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1985;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1984 betreffende de erkenning van informaticacentra voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 november 1985;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;

Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 12 april 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er wordt aan de vereniging zonder winstoogmerk « Centre de Gestion informatique des Administrations locales », afgekort G.I.A.L., een erkenning van onbepaalde duur toegekend voor de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 oktober 1984 betreffende de erkenning van informaticacentra voor het uitvoeren van opdrachten bij het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde vereniging zonder winstoogmerk wordt gemachtigd het identificatienummer van het Rijksregister uitsluitend als identificatiemiddel te gebruiken : 1° bij de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 1, 1°, van het voormelde koninklijk besluit van 16 oktober 1984;2° bij de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 1, 2°, van het voormelde koninklijk besluit van 16 oktober 1984, voor zover de bedoelde openbare overheden en instellingen gemachtigd werden het te gebruiken krachtens artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983;3° bij het beheer van de bestanden en de verwerking die zij verzekert voor rekening van de in 2° bedoelde overheden en instellingen, voor zover die gemachtigd werden het krachtens het voormelde artikel 8 te gebruiken. De personeelsleden van de vereniging mogen uitsluitend toegang hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister en het identificatienummer ervan gebruiken voor het uitvoeren van de in het eerste lid bedoelde opdrachten.

Art. 3.De in artikel 1 bedoelde erkenning treedt in werking vanaf de publicatie van het onderhavig besluit en wordt beperkt tot het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^