gepubliceerd op 29 juni 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juni 1983 betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de arrondissementscommissarissen
10 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juni 1983 betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de arrondissementscommissarissen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de provinciewet, inzonderheid op artikel 132, vervangen bij de wet van 16 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 1967, 2 maart 1989 en 20 juli 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 1983 betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de arrondissements-commissarissen;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 april 2000, 6 juli 2000 en 30 oktober 2000 : Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 februari 2001, Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 26 februari 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissaris van Malmédy een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 48 000 frank ontvangen voor representatiekosten, die beperkt is tot 24 000 frank voor de adjunct-commissaris van de arrondissementscommissaris van Tongeren;
Overwegende dat het bedrag van deze vergoeding vastgesteld werd bij het koninklijk besluit van 20 juni 1983, dat in werking getreden is op 1 januari 1983, en dat het bedrag tot nu toe nooit is herzien;
Overwegende dat het dringend en onontbeerlijk is het bedrag van de vergoeding te indexeren, en aan te passen aan de levenskosten, Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 juni 1983 betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de arrondissementscommissarissen wordt opgeheven.
Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « Het mobiliteitsstelsel dat van toepassing is op de wedden van het personeel van de ministeries, is van toepassing op deze vergoeding.
Zij wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juni 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE