gepubliceerd op 24 september 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997 en 29 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen
10 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997 en 29 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997 en 29 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juni 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997 en 29 mei 1997 Tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 1997, onder het nummer 45218/CO/113)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren.
Met "werklieden" worden de werklieden en de werksters bedoeld.
Art. 2.Er wordt overeengekomen om 0,10 pct. van de aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid aangegeven loonsom in 1997 en 0,10 pct. ervan in 1998 aan te wenden voor opleidingsacties ten voordele van werknemers of werklozen die behoren tot de risicogroepen.
Art. 3.Vanaf 1 januari 1997, zullen de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren ten minste 0,10 pct. per jaar besteden van de loonsom aangegeven aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid, aan initiatieven voor vorming en tewerkstelling.
Art. 4.Een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van het ceramiekbedrijf" int de bijdragen. Hij beheert en went de bijdrage aan voor de specifieke vorming van werknemers aan ceramiekwerken, volgens beslissing van de beheerraad van deze fonds.
De sociale zetel van dit fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te 1040 Brussel, Belliardstraat 51 of naar elke andere plaats in België bij beslissing van de beheerraad van dit fonds.
Art. 5.Ter compensatie van de uitvoering van deze overeenkomst vragen de partijen aan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid een vrijstelling voor de sector van de bijdragen van 0,10 pct. vanaf 1 januari 1997 en van 0,10 pct. in 1998, die gedurende de jaren 1997 en 1998 aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid moeten worden gestort.
Art. 6.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter uitvoering van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET