Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juni 1998
gepubliceerd op 27 augustus 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012303
pub.
27/08/1998
prom.
10/06/1998
ELI
eli/besluit/1998/06/10/1998012303/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 25 maart 1997 onder het nummer 43598/CO/127.02)

Artikel 1.Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, sluit het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen een collectieve arbeidsovereenkomst waarbij een fonds voor bestaanszekerheid wordt opgericht en waarvan de statuten hierna worden bepaald.

Art. 2.Het fonds neemt de rechten en verplichtingen, alsmede het actief en het passief - niets uitgezonderd of voorbehouden - over van het "Kompensatiefonds voor de arbeiders uit de brandstoffenhandel van de provincie Oost-Vlaanderen (K.A.B.O.V.)", opgericht bij beslissing van 8 april 1965, door het Gewestelijk Paritair Comité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 september 1966 (Belgisch Staatsblad van 30 september 1966) en waarvan de statuten een laatste maal werden gewijzigd per collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 1994.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de beslissing van 8 april 1965 van het Gewestelijk Paritair Comité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 september 1966 (Belgisch Staatsblad van 30 september 1966) en een laatste maal gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 1994 geregistreerd onder het nummer 37088/CO/127.02.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen mits een opzegtermijn van één jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de betekening van de opzegging.

Deze opzegging geschiedt bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen en aan elk van de in dat subcomité vertegenwoordigde organisaties.

De voorzitter van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen is gehouden een vergadering van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen samen te roepen binnen de maand na de betekening van de opzegging.

Tijdens deze vergadering stelt het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen de wijze van vereffening vast. Het stelt één of meer vereffenaars aan en bepaalt hun bevoegdheden en hun gebeurlijk loon.

Het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na vereffening van de schulden, en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming welke zoveel mogelijk het doel benadert van het ontbonden fonds.

STATUTEN HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : 1. alle werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen;2. en op alle werklieden en werksters door de in punt 1 bedoelde werkgevers worden tewerkgesteld.

Art. 5.Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, sluit het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen een collectieve arbeidsovereenkomst waarbij een fonds voor bestaanszekerheid wordt opgericht, genaamd "Kompensatiefonds voor de arbeiders uit de brandstoffenhandel van de provincie Oost-Vlaanderen", afgekort K.A.B.O.V. en waarvan de statuten hierna worden bepaald.

Art. 6.Deze zetel van het fonds is gevestigd te Gent, Hoogstraat 15.

Deze zetel kan door een beslissing van de raad van bestuur worden gewijzigd, maar steeds binnen het grondgebied van Oost-Vlaanderen.

Art. 7.Het fonds wordt opgericht voor een onbepaalde duur.

Art. 8."Het fonds heeft tot doel : - de uitkering van voordelen, toegekend door het Paritair Subcomité voor handel in brandstoffen van Oost-Vlaandern aan de werklieden en werksters die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen te verzekeren; - het innen van bijdragen, nodig voor zijn werking; - het invorderen van bijdragen ten laste van de werkgevers bedoeld in artikel 4.1 overeenkomstig de statuten. HOOFDSTUK II. - Modaliteiten van toekenning en financiering

Art. 9.Ter ontlasting van de betrokken werkgevers, kan het fonds worden belast met de toekenning en uitkering van wettelijke, reglementaire en per collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegde lonen, vergoedingen en andere sociale voordelen.

Art. 10.De rechthebbenden, de aard, het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de modaliteiten van toekenning en uitkering van de bij artikel 9 bedoelde voordelen, worden vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 11.Het fonds wordt gefinancierd door bijdragen van de werkgevers, ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.

Art. 12.Het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen van de werkgevers worden vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 13.In uitvoering van een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, kan het fonds de inning van de bijdragen overdragen aan een ander organisme.

In dat geval duidt voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst het organisme aan en bepaalt de voorwaarden en modaliteiten van inning welke door het uitvoerend organisme moeten worden nageleefd. HOOFDSTUK III. - Bestuur

Art. 14.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, samengesteld uit 4 leden, aangeduid door en onder de leden van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.

De leden worden aangeduid, voor de ene helft door de groep van de werkgeversvertegenwoordigers en voor de andere helft door de groep van de werknemersvertegenwoordigers.

Art. 15.De leden worden aangeduid voor een onbepaalde duur en kunnen ten allen tijde ontslagen en vervangen worden door het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.

In geval van overlijden of ontslagname van een bestuurder, mag de raad van bestuur voorlopig in de vervanging voorzien. Deze benoeming wordt onderworpen aan de goedkeuring van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen tijdens zijn eerstkomende vergadering.

Ontslagname van een bestuurder gebeurt door een aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.

Art. 16.De raad van bestuur duidt een voorzitter, ondervoorzitter en secretaris aan, die al dan niet lid zijn van de raad van bestuur.

Wanneer de voorzitter verhinderd is, oefent de ondervoorzitter zijn functies uit.

Art. 17.De raad van bestuur vergadert op uitnodiging van de voorzitter. Deze is verplicht de raad van bestuur samen te roepen telkens één of meerdere leden van de raad van bestuur hierom verzoeken, binnen de maand na het verzoek.

De uitnodiging vermeldt de agenda van de vergadering. De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen indien, buiten de voorzitter, ten minste één lid van de groep de werkgeversvertegenwoordigers en één lid van de groep der werknemersvertegenwoordigers aanwezig zijn.

Art. 18.De beslissingen van de raad van bestuur worden met een meerderheid van stemmen bij beide partijen, zowel langs werknemerszijde als langs werkgeverszijde, genomen.

De bestuurders mogen deelnemen noch aan de beraadslagingen noch aan de stemming betreffende aangelegenheden waarbij zij persoonlijk betrokken zijn. Hun onthouding wordt in de notulen vermeld. De raad kan enkel geldig beslissen over de punten vermeld op de agenda.

Enkel de leden van de raad van bestuur aangeduid door de werknemers- en werkgeversorganisatie zijn stemgerechtigd.

Wanneer de voorzitter vaststelt dat de raad van bestuur, bij een tweede oproep niet geldig kan beslissen, deelt hij dit onverwijld schriftelijk mee aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen die binnen de maand, te rekenen van voormelde brief, het bevoegd Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen samenroept; dit comité neemt de nodige maatregelen om het bestuur van het fonds te verzekeren.

Art. 19.Van elke vergadering van de raad van bestuur worden notulen opgemaakt. Zij worden ondertekend door de voorzitter en de aanwezige leden.

De notulen worden uiterlijk binnen de maand verzonden aan de leden van de raad. Bezwaren tegen deze notulen moeten binnen de twee maand na de vergadering worden ingediend bij de voorzitter van de raad van bestuur.

Art. 20.De raad van bestuur is belast met de uitvoering van de door het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen gegeven richtlijnen en is verantwoordelijk tegenover dit laatste waaraan een jaarlijks verslag dient voorgelegd.

Hij is bekleed met de meest uitgebreide machten om alle handelingen van beheer en beschikkingen te stellen waarbij het fonds betrokken is.

In zijn bevoegdheid vallen alle handelingen welke niet uitdrukkelijk door de wet of deze statuten aan het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen zijn voorbehouden.

Art. 21.De raad van bestuur benoemt en ontstaat, hetzij zelf, hetzij bij volmacht, alle agenten, bedienden en personeelsleden van het fonds en bepaalt hun werkzaamheden en vergoedingen.

Art. 22.De raad van bestuur mag eveneens alle bijzondere machten toevertrouwen aan iedere gevolmachtigde naar zijn keus. De raad van bestuur kan het dagelijks bestuur van het fonds toevertrouwen aan één of verschillende bestuurders, of aan derden. Hen kan een vergoeding voor bestuurskosten worden toegekend.

Art. 23.De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan met betrekking tot de verbintenissen van het fonds. Hun verantwoordelijkheid is beperkt tot de uitoefenen van het ontvangen mandaat.

Art. 24.Behoudens in geval van bijzondere volmacht, gegeven door de raad van bestuur, worden de stukken die het fonds verbinden, met uitzondering van deze van het dagelijks of gewoon beheer, ondertekend door de voorzitter en door een lid van de raad van bestuur van elke groep, bedoeld bij artikel 14.

De rechtsvorderingen als eisende en verwerende partij, worden ingesteld op vordering van de voorzitter. HOOFDSTUK IV. - Balans - rekeningen en controle

Art. 25.Het maatschappelijk dienstjaar vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december.

Art. 26.Het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen stelt minstens één revisor aan die onbeperkt recht van toezicht en onderzoek heeft over al de boekhoudkundige verrichtingen van het fonds. Deze revisor mag zich evenwel nooit met het bestuur van het fonds inlaten.

Art. 27.Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afsluiten van het maatschappelijk jaar wordt door de raad van bestuur aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen een verslag overgemaakt over de werking van het fonds, samen met de balans, de rekeningen, en een verslag van de revisor.

De voorzitter van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen legt dit verslag ter goedkeuring voor op de eerstvolgende vergadering van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen en maakt een kopie over aan de bevoegde minister.

Art. 28.De raad van bestuur oefent een bestendig toezicht uit op de met het dagelijks bestuur belaste persoon of personen. Op zijn eenvoudig verzoek worden alle documenten ter controle voorgelegd.

Art. 29.Aan de raad van bestuur moet door de met het dagelijks bestuur belast personen minstens halfjaarlijks een financieel verslag worden voorgelegd en binnen de vier maanden na het verstrijken van het maatschappelijk jaar een omstandig jaarlijks verslag.

Art. 30.Voor het verstrijken van het maatschappelijk jaar legt de raad van bestuur een begroting voor het volgende maatschappelijk jaar voor aan het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.

HOOFSTUK V. - Wijziging - ontbinding - vereffening

Art. 31.Elke wijziging aan deze statuten kan slechts het voorwerp uitmaken van een beraadslaging indien zij uitdrukkelijk werd aangekondigd in de uitnodiging op de agenda voor de vergadering van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.

Art. 32.In geval van vrijwillige ontbinding van het fonds, benoemt het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen dat deze ontbinding beslist heeft, vereffenaars en bepaalt hun bevoegdheden en gebeurlijk loon. Het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen beslist over de bestemming van de goederen in waarden van het fonds na vereffening van de schulden en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming welk zoveel mogelijk het doel benadert van het ontbonden fonds.

Art. 33.In geval van ontbinding wegens het opzeggen van deze collectieve arbeidsovereenkomst door één van de ondertekende partijen, wordt de procedure gevolgd, opgenomen onder artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^