gepubliceerd op 27 juli 2016
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar met een loopbaan van 40 jaar (1)
10 JULI 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 58 jaar met een loopbaan van 40 jaar (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 58 jaar met een loopbaan van 40 jaar.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juli 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015 Toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 58 jaar met een loopbaan van 40 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2015 onder het nummer 128211/CO/125.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 116 van 27 april 2015, is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden ressorteren. HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden 2.1. Werkloosheid met bedrijfstoeslag
Art. 2.Ingevolge artikel 3, § 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 115 van 27 april 2015, kunnen aanspraak maken op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, de arbeid(st)ers : 1° die worden ontslagen, behalve om een dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, tussen 1 januari 2015 en 31 december 2016, en die;2° in overeenstemming met de collectieve arbeidsovereenkomst nr.116 van 27 april 2015, de leeftijd van 58 jaar of ouder hebben bereikt op het einde van de arbeidsovereenkomst en tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst, en die; 3° op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden, en die;4° recht hebben op werkloosheidsuitkeringen.
Art. 3.In afwijking van artikel 2, 2° geldt het bedoelde stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag ook voor de werklieden die vóór 1 januari 2016 worden ontslagen en die uiterlijk op 31 december 2015 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst de leeftijd van 56 jaar bereiken.
De werklieden moeten worden ontslagen tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst en vóór 1 januari 2016.
De werklieden die voldoen aan de in de vorige leden en de in artikel 2, § 1, 1°, 3° en 4° bepaalde voorwaarden en wiens opzeggingstermijn na 31 december 2015 verstrijkt, behouden het recht op bedrijfstoeslag. 2.2. Tussenkomst van het fonds
Art. 4.Om aanspraak te kunnen maken op de maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag, uitgekeerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden", dienen de arbeid(st)ers die geen 60 jaar zijn op de datum van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst : a) een tewerkstelling te bewijzen van minstens 10 jaar bij één of meerdere werkgevers die ressorteren onder één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid (125.01, 125.02, 125.03); of b) minstens zeven sociale voordelen of de vergoeding tot terugbetaling van de kosten voor mechanische gereedschappen toegekend door één van de fondsen voor bestaanszekerheid opgericht door één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid, hebben ontvangen in de loop van de 10 jaar die hun SWT voorafgaan. HOOFDSTUK III. - Bedrag en uitkering Bedrag van de bedrijfstoeslag
Art. 5.De maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag SWT ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" bedraagt 120 EUR. De wettelijke (werkgevers)bijdragen en (werknemers)inhoudingen hierop zijn ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden".
Arbeid(st)ers die aangesloten zijn bij een vakbondsorganisatie genieten bovendien van een syndicale premie van 11,25 EUR per maand.
Deze premie wordt samen met de aanvullende forfaitaire bedrijfstoeslag betaald.
Art. 6.Indien de maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag lager ligt dan het bedrag dat moet betaald worden ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, is de werkgever verplicht het verschil bij te passen.
Voor het bepalen van het netto refertemaandloon (RSZ-bijdrage berekend op het bruto refertemaandloon aan 100 pct.), wordt rekening gehouden met de eventuele werkbonus.
De bedrijfstoeslag van de arbeid(st)ers die gebruik maakten van de mogelijkheid hun loopbaan te verminderen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77bis, 77ter en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis van hun bruto refertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse betrekking.
De betaling van de bedrijfstoeslag blijft behouden in geval van werkhervatting. HOOFDSTUK IV. - Procedure en algemene bepalingen
Art. 7.De aanvragen tot toekenning van de forfaitaire bedrijfstoeslag SWT moeten worden ingediend bij het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" door toedoen van een werknemersorganisatie, vertegenwoordigd in de Nationale Arbeidsraad, of rechtstreeks door de arbeider.
De aanvragen moeten vergezeld zijn van de documenten die het recht op de bedrijfstoeslag SWT aantonen.
Art. 8.De bijzondere gevallen die niet kunnen geregeld worden overeenkomstig de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden door de meest gerede partij voorgelegd aan het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden". HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en treedt buiten werking op 31 december 2016.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS