gepubliceerd op 20 augustus 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1993, tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen
10 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1993, tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 oktober 1983, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot wijziging van de beslissing van 29 juli 1964 van het Nationaal Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 juli 1984, inzonderheid op artikel 2 van de statuten, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1987, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 april 1988;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 23 september 1994 inzonderheid hoofdstuk XI;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1993, tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 24 juli 1984, Belgisch Staatsblad van 11 augustus 1984.
Koninklijk besluit van 12 april 1988, Belgisch Staatsblad van 25 mei 1988.
Koninklijk besluit van 23 september 1994, Belgisch Staatsblad van 24 november 1994.
Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1998 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1993, tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen (Overeenkomst geregistreerd op 14 mei 2002 onder het nummer 62490/CO/126)
Artikel 1.In uitvoering van het protocol van akkoord, artikel 3.3, gesloten op 14 mei 1997 vervangen de ondertekenende partijen het hoofdstuk XI van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot vaststelling van het bedrag en de wijze van toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 september 1994, door de tekst opgenomen in artikel 3.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor onbepaalde tijd gesloten en heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1997.
Zij kan door één de partijen worden opgezegd mits een opzegging van 6 maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief die de reden van opzegging bevat, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.
Art. 3.« Wijzigende bepalingen » « HOOFDSTUK XI. - Vergoeding aan de wedure(naar) van een fysisch gehandicapte
Art. 58.Een vergoeding wordt toegekend aan de weduwe(naar) van een fysisch gehandicapte. Die fysisch gehandicapte moet op het ogenblik van zijn/haar overlijden rechthebbende zijn op een vergoeding in toepassing van artikel 51 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1993.
Wordt beschouwd als weduwe/naar, de rechthebbende volgens de criteria van de wettelijke bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor arbeiders.
Art. 59.De vergoeding bedraagt 20 000 BEF en is personeelsgebonden.
Bij ontstentenis van een weduwe/naar vervalt het recht op vergoeding.
Art. 60.§ 1. De vergoeding zoals bepaald in dit hoofdstuk wordt toegekend aan de weduwe/naar wier echtgeno(o)t(e) overleed na 30 juni 1997. § 2. De in artikel 43 bedoelde vergoeding is éénmalig en wordt uitgekeerd in de loop van het kwartaal volgend op de datum waarop het overlijden ter kennis van het fonds voor bestaanszekerheid wordt gebracht zoals voorzien in artikel 46. § 3. De vergoeding is persoonsgebonden. Het recht op de vergoeding vervalt indien de begunstigde weduwe/naar overlijdt voor de voorziene uitbetalingsdatum.
Art. 61.§ 1. Ten aanzien van de weduwe/naar die een vergoeding genoot in toepassing van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1993 wordt de volgende overgangsregeling toegepast : - in 1998 : uitkering van 60 pct. van het door hun overleden echtgeno(o)t(e) verworven bedrag (= zelfde bedrag zoals verschuldigd in 1997); - in 1999 : uitkering van 40 pct. van het door hun overleden echtgeno(o)t(e) verworven bedrag; - in 2000 : uitkering van 20 pct. van het door hun echtgeno(o)t(e) verworven bedrag.
In 2001 vervalt het recht voor deze rechthebbenden volledig. § 2. De vergoeding is personeelsgebonden. Het recht op de vergoeding vervalt indien de begunstigde weduwe/naar overlijdt voor de voorziene uitbetalingsdatum.
Art. 62.De rechthebbenden dienen de aanvraag tot toekenning van de bedoelde vergoeding in bij het fonds, op een daartoe bestemd formulier.
Indien de overledene gepensioneerd was aangesloten bij één van de in artikel 7 bedoelde werknemersorganisaties, wordt de aanvraag via zijn/haar representatieve organisatie ingediend, de anderen dienen hun aanvraag rechtstreeks in bij het fonds voor bestaanszekerheid.
Art. 63.De vergoeding wordt uitbetaald : - hetzij via de werknemersorganisatie die de aanvraag heeft ingediend; - hetzij rechtstreeks aan de betrokkene die de aanvraag rechtstreeks indiende. » Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX