Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juli 2003
gepubliceerd op 21 augustus 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de betaling van de carenzdag

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012626
pub.
21/08/2003
prom.
10/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/10/2003012626/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de betaling van de carenzdag (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de betaling van de carenzdag.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001 Betaling van de carenzdag (Overeenkomst geregistreerd op 15 juli 2002 onder het nummer 63284/CO/305.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers in de kinderdagverblijven waarbij bedoeld worden : de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde kinderkribben en peutertuinen, de diensten voor opvanggezinnen, de diensten voor opvanggezinnen, de diensten voor teleonthaal, het niet-autonoom algemeen welzijnswerk zoals opgenomen in het decreet betreffende het algemeen welzijnswerk van 19 december 1997, de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde projecten voorzover ze sociale, psychische of fysische gezondheidszorg verlenen, de centra voor geestelijke gezondheidszorg en de vertrouwenscentra kindermishandeling zoals erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin, erkend en gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het « Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social-Profitsector 2000-2005 ».

Art. 3.In afwijking van de bepalingen, voorzien in de artikelen 52 en 71 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), wordt de betaling van de carenzdag - dit wil zeggen de eerste dag afwezigheid wegens ziekte of ongeval (behalve arbeidsongeval of beroepsziekte) - ten laste genomen door de werkgever vanaf 1 januari 2001.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001.

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op al de werknemers en beogen slechts minima te bepalen terwijl aan de partijen de vrijheid wordt overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen. Zij mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen die voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

Zij is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van zes maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^