gepubliceerd op 17 september 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loonevolutie in 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid
10 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loonevolutie in 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loonevolutie in 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 Loonevolutie in 2001-2002 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 25 juli 2001 onder het nummer 58067/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen. § 2. Met « arbeiders » worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Loonevolutie voor de arbeiders van de voedingsnijverheid met uitzondering van sommige vleessectoren
Art. 2.§ 1. Dit artikel is niet van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de slachthuizen, de werkplaatsen voor het uitsnijden van vlees, de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten, de vetsmelterijen en de darmslijmerijen, de ondernemingen van kalibreren en plakken van darmen inbegrepen. § 2. De partijen komen overeen dat de reële uurlonen en de sectorale minimumlonen in de periode 2001-2002 nominaal zullen stijgen met 6,00 pct., indexeringen inbegrepen. § 3. De eerste loonsverhoging gaat in per 1 mei 2001 en bedraagt 1 pct.
De tweede loonsverhoging gaat in per 1 juni 2002 en bedraagt 1 pct.
De derde en laatste verhoging gaat in per 1 november 2002 en bedraagt het saldo van de hierboven afgesproken verhoging.
Het paritair comité zal in de loop van januari 2002 de ratio van de laatste verhoging bepalen aan de hand van de volgende formule. Het saldo wordt berekend door de afgesproken nominale verhoging verhoogd met 100, zijnde 106, te delen door 100 verhoogd met de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen die reeds toegepast zijn in de jaren 2001 en 2002.
Paritair commentaar Een voorbeeld Afspraak : nominale verhoging met 6,00 pct.
Veronderstellingen : - de grensindex wordt overschreden in juli 2001; - het viermaandelijkse gemiddelde van de gezondheidsindex van de maand december 2001 bedraagt 107.76. De indexering per 1 januari 2002 bedraagt dan 107.76 / 106.98 = 0.73 pct. (*).
Loonvorming in chronologische volgorde : - 1 mei 2001 : 1 pct. conventionele verhoging; - 1 juli 2001 : 2 pct. indexering (overgangsmaatregel); - 1 januari 2002 : eerste jaarindexering = 0.73 pct. (*); - 1 juni 2002 : 1 pct. conventionele verhoging; - 1 november 2002 : saldo dit is : (6,00 + 100) : 100 * 1,01 * 1,02 * 1,0073 * 1,01 = 106,00 / 104,81 = 1,0114 of 1,14 pct. conventionele verhoging. (*) toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 betreffende de koppeling van de lonen van de arbeiders uit de voedingsnijverheid aan het indexcijfer (koninklijk besluit van 17 juli 2002, Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2002). HOOFDSTUK III. - Loonevolutie voor de arbeiders van sommige vleessectoren
Art. 3.§ 1. Dit artikel is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de slachthuizen, de werkplaatsen voor het uitsnijden van vlees, de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten, de vetsmelterijen en de darmslijmerijen, de ondernemingen van kalibreren en plakken van darmen inbegrepen. § 2. De partijen komen overeen dat de reële uurlonen en de sectorale minimumlonen in de periode 2001-2002 nominaal zullen stijgen met 6,00 pct., indexeringen inbegrepen. § 3. De reële uurlonen van de arbeiders worden per 1 juni 2002 verhoogd met 1 pct..
De tweede en laatste verhoging gaat in per 1 november 2002 en bedraagt het saldo van de algemeen afgesproken nominale verhoging.
Het paritair comité zal in de loop van januari 2002 de ratio van de laatste verhoging bepalen aan de hand van de volgende formule. Het saldo wordt berekend door de afgesproken nominale verhoging verhoogd met 100, zijnde 106, te delen door 100 verhoogd met de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen die reeds toegepast zijn in de jaren 2001 en 2002. § 4. De sectorale minimumlonen worden per 1 november 2002 verhoogd om de algemeen afgesproken nominale verhoging te bereiken.
Het paritair comité zal in de loop van januari 2002 de ratio van de verhoging bepalen aan de hand van de volgende formule. De berekening gebeurt door de afgesproken nominale verhoging verhoogd met 100, zijnde 106, te delen door gecumuleerde kost van de voorbije indexeringen van de jaren 2001 en 2002, verhoogd met 100.
Paritair commentaar De bijzondere situatie van de vleessector, voornamelijk de lage rendabiliteit ten gevolge van de scherpe stijging van grondstofprijzen en verwerkingskosten van beendermeel en slachtafval en van de marktverstoring als gevolg van de BSE-crisis en de opstoot van mond- en klauwzeer verantwoorden volgens de onderhandelaars een bijzondere regeling voor de vleessector. HOOFDSTUK IV. - Eenmalige premie
Art. 4.Een éénmalige koopkrachtpremie van 2 000 BEF wordt betaald met het loon van de maand oktober 2001 volgens de modaliteiten van de sectorale eindejaarspremie met dien verstaande dat de referteperiode loopt van 1 oktober 2000 tot 30 september 2001. HOOFDSTUK V. - Ondernemingsoverleg
Art. 5.§ 1. Een ondernemingscollective arbeidsovereenkomst gesloten vóór 31 december 2001 kan de reële loonsverhogingen bepaald in artikelen 2, 3 en 4 van deze overeenkomst vervangen door andere voordelen, voorzover de sectorale minimumlonen en premies nageleefd worden.
Paritair commentaar Volgens de principes van het ondernemingsoverleg is het bijvoorbeeld mogelijk om in een ondernemingsakkoord andere toepassingsdata van de loonsverhogingen overeen te komen.
Het vervroegen van de data voor de overeengekomen loonsverhogingen wordt beschouwd als het toekennen van een voordeel. § 2. Bovendien kunnen op ondernemingsniveau overeengekomen worden : - recurrente maatregelen ten belope van maximum 0,2 pct. van de reële lonen per 31 december 2000, en - eenmalige maatregelen ten belope van maximum 0,4 pct. van de reële lonen per 31 december 2000. Deze laatste mogelijkheid is evenwel beperkt tot ondernemingen waarvan op basis van een evaluatie van hun economische situatie tijdens de twee voorbije jaren, zou blijken dat hun prestaties bijzonder goed waren. § 3. De partijen onderschrijven het beginsel dat het locaal overleg voor de aanwending van deze enveloppes bestaat in het zoeken naar evenwichten tussen de verbetering van de mobiliteit, de functieclassificatie, de loons- en arbeidsvoorwaarden, verdeling van de arbeid, de bedrijfsgebonden noden en de financiële draagkracht van de bedrijven. Alle modaliteiten voor verbetering van de loons- en arbeidsvoorwaarden zijn bespreekbaar.
Art. 6.§ 1. In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de exportmarkt, duidelijke vermindering van de rendabiliteit enz., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst, de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen. § 2. De toepassing van de vorige paragraaf mag niet als gevolg hebben dat kan afgeweken worden van de sectorale minimumlonen en minimumpremies. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX