Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juli 2003
gepubliceerd op 16 oktober 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de uitvoering van het protocolakkoord van 17 mei 2001

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012622
pub.
16/10/2003
prom.
10/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/10/2003012622/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de uitvoering van het protocolakkoord van 17 mei 2001 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende de uitvoering van het protocolakkoord van 17 mei 2001.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2001 Uitvoering van het protocolakkoord van 17 mei 2001 (Overeenkomst geregistreerd op 23 augustus 2001 onder het nummer 58613/CO/321)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen.

Art. 2.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2000 betreffende de tewerkstelling wordt artikel 6 vervangen door de volgende tekst : «

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002. »

Art. 3.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt artikel 16 vervangen door de volgende tekst : «

Art. 16.De arbeidsduur wordt vastgesteld op 36 uren 40 minuten gemiddeld per week vanaf het jaar 2001.

De overgang van de arbeidsweek van 36 uren 50 minuten naar de arbeidsweek van 36 uren 40 minuten wordt voor de voltijdse werknemers doorgevoerd door toekenning van een bijkomende verlofdag per jaar en dit vanaf het jaar 2001. Deze dag wordt aan de deeltijdse werknemers pro rata toegekend.

De arbeidstijdregeling wordt bepaald op het vlak van de onderneming, hetzij door de ondernemingsraad, hetzij bij akkoord tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging of bij ontstentenis hiervan met de werknemers of hun afgevaardigden. »

Art. 4.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt hoofdstuk XVII vervangen door de volgende tekst : « HOOFDSTUK XVII. - Recht op tijdskrediet

Art. 27.Tijdskrediet ter verlenging van het postnataal verlof.

Zonder afbreuk te doen aan de rechten die de werknemers putten uit de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van de Nationale Arbeidsraad tot instelling van een stelsel van tijdskrediet, wordt een recht op tijdskrediet van 6 maanden ingesteld, voor alle werkneemsters die aldus hun postnataal verlof kunnen verlengen en die daartoe een aanvraag richten tot de werkgever zes weken vóór het einde van hun postnataal verlof.

De beperking tot 5 pct. van het aantal in de onderneming of de dienst tewerkgestelde werknemers, zoals vastgesteld in artikel 15 van de hoger vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 geldt niet voor de gevallen waarin er een recht op tijdskrediet binnen de voorwaarden van dit artikel wordt toegestaan.

Dit bijkomend recht op tijdskrediet moet niet verplicht worden toegekend aan kaderleden.

Art. 28.Tijdskrediet in het algemeen De arbeiders en bedienden die behoren tot de eerste vier categorieën gedefinieerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1980 betreffende de beroepsclassificatie van de bedienden, artikel 2, hebben recht op een tijdskrediet dat minimaal 3 maanden en maximaal 5 jaar kan duren, indien zij hiertoe de aanvraag doen ten laatste drie maanden voor het begin of de verlenging van deze onderbreking.

Het aantal werknemers dat gelijktijdig kan genieten van de bepalingen van de vorige alinea mag in afwijking van de bepalingen van artikel 15 van de hoger vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77, de 8 pct. van het totaal personeelsbestand van de betrokken onderneming niet overschrijden.

De reïntegratie van deze werknemers na hun beroepsloopbaanonderbreking dient te geschieden in een functie van dezelfde looncategorie, rekening houdend met de bekwaamheden van de betrokken werknemer, doch niet noodzakelijk in een identieke functie. »

Art. 5.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt hoofdstuk XVIII vervangen door de volgende tekst : « HOOFDSTUK XVIII. - Recht op vermindering van de arbeidsprestaties vanaf 50 jaar

Art. 29.Noch de beperking tot 5 pct. van het aantal in de onderneming of de dienst tewerkgestelde werknemers, zoals vastgesteld in artikel 15 van de hoger vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77, noch de beperking tot 8 pct. voorzien in vorig artikel, zijn van toepassing op de gevallen waarin een loopbaanvermindering wordt toegestaan aan arbeiders en bedienden die behoren tot de eerste vier categorieën gedefinieerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1980 betreffende de beroepsclassificatie van bedienden, artikel 2, van minstens 53 jaar.

Dit artikel doet bovendien geenszins afbreuk aan de rechten van de werknemers van 50 jaar of ouder op een loopbaanvermindering van 1/5e of met de helft.

Dit recht kan de werkgever niet verhinderen later voor dezelfde persoon de regeling van het conventioneel brugpensioen toe te passen.

De berekening van de aanvullende vergoeding gebeurt in dat geval op basis van het voltijds netto referteloon en van de werkloosheidsuitkeringen voor alle dagen van de week. »

Art. 6.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt artikel 3 aangevuld met de volgende bepalingen : « De maandelijkse minimumlonen van de mannelijke en vrouwelijke bedienden van 21 jaar en ouder vastgelegd in artikel 2 worden op 1 juli 2001 met 19,83 EUR verhoogd.

De maandelijkse minimumlonen van de mannelijke en vrouwelijke bedienden van 21 jaar en ouder vastgelegd in artikel 2 worden op 1 juli 2002 met 14,87 EUR verhoogd. »

Art. 7.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt artikel 7 aangevuld met de volgende bepalingen : « De effectief betaalde lonen worden verhoogd met 19,83 EUR per maand op 1 juli 2001 en met 14,87 EUR per maand op 1 juli 2002. »

Art. 8.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt artikel 9 aangevuld met de volgende bepalingen : « Het minimumuurloon van de werklieden en werksters van 21 jaar en ouder wordt verhoogd met 0,1237 EUR per uur op 1 juli 2001.

Het minimumuurloon van de werklieden en werksters van 21 jaar en ouder wordt verhoogd met 0,0927 EUR per uur op 1 juli 2002. »

Art. 9.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt artikel 12 aangevuld met de volgende bepalingen : « De effectief betaalde uurlonen van de werklieden en werksters worden verhoogd met 0,1237 EUR op 1 juli 2001 en met 0,0927 EUR op 1 juli 2002. » Art.10. In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt artikel 11 aangevuld met de volgende bepaling : « De maandlonen van de voltijdse werklieden en werksters worden berekend door de uurlonen te vermenigvuldigen met 160. »

Art. 11.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden wordt artikel 32bis vervangen door de volgende bepaling : « Met ingang van 1 juli 2001 wordt het stelsel van de carensdagen, zoals voorzien in artikel 52 van de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 niet meer toegepast. »

Art. 12.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers, wordt artikel 3 vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 3.Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor verplaatsingen vanaf 4 km, berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten : a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstegemoetkoming in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel 60 pct.van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden; b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 60 pct.van de effectief door de werknemer betaalde prijs. »

Art. 13.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers, wordt artikel 6 vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 6.In geval van gebruik van een persoonlijk vervoermiddel (waaronder de fiets) is de bijdrage van de werkgever afhankelijk van het bestendig gebruik van een vervoermiddel over een afstand die minstens 4 km bedraagt. »

Art. 14.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers, wordt artikel 7 vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 7.Wanneer de werknemer zich verplaatst per fiets, bedraagt de vergoeding voor verplaatsingen van en naar het werk 0,10 EUR per kilometer. In geval van verplaatsing met een persoonlijk vervoermiddel, ander dan de fiets, wordt de vergoeding berekend op basis van het barema van de Nationale Maatschappij voor de Belgische Spoorwegen, vermeld in artikel 3 van deze overeenkomst en toegepast op de werkelijk afgelegde afstand. »

Art. 15.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers, wordt artikel 9 vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 9.De werkgever die een vervoersdienst voor de werknemers organiseert, neemt slechts in de persoonlijke vervoerskosten deel voor- zover de werknemer ten minste 4 km moet afleggen om zich te begeven naar de plaats waar hij het vervoermiddel kan nemen dat hem ter beschikking wordt gesteld. In dat geval wordt de financiële tussenkomst berekend volgens de modaliteiten vervat in de voorgaande hoofdstukken van deze collectieve arbeidsovereenkomst. »

Art. 16.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers, wordt artikel 12 vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 12.a) - werknemers die gebruik maken van het openbaar vervoer leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 4 km een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; bovendien preciseren zij het aantal effectief afgelegde kilometers.

Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen; - werknemers die gebruik maken van een persoonlijk vervoermiddel vermelden in hun verklaring op erewoord de afgelegde afstand met het persoonlijk voertuig; - voor deze verklaringen maken de werknemers gebruik van een formulier dat overeenkomt met het model in bijlage II. b) de werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.»

Art. 17.In de bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 betreffende de terugbetaling van de vervoerskosten van de werknemers, worden de woorden "Ondergetekende, wonend ..., werkend ..., verklaar op mijn eer dat ik, om mij naar mijn werk te begeven, bestendig één of meerdere vervoermiddelen gebruik over een afstand van ten minste 5 km (trein vanaf 3 km)", vervangen door de volgende woorden : "Ondergetekende, wonend ..., werkend ..., verklaard op mijn eer dat ik, om mij naar mijn werk te begeven, bestendig één of meerdere vervoermiddelen gebruik over een afstand van ten minste 4 km (trein vanaf 3 km)".

Art. 18.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 1993 betreffende de organisatie van de arbeid op zaterdag bij de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, wordt artikel 8 vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 8.Vanaf 1 juli 2001 wordt een toeslag van 30 pct. bovenop het normale loon betaald voor arbeidsprestaties na 13 uur op zaterdagen.

Gunstigere regelingen op het vlak van de bedrijven blijven behouden. »

Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Ze heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001, met uitzondering van de artikelen 4 en 5 die in werking treden op 1 januari 2002, en de artikelen 12 tot 17 die in werking treden op 1 juli 2001.

Ze kan opgezegd worden door elk van de partijen met een opzeg van 3 maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers van geneesmiddelen.

Art. 20.De artikelen die in de onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst. Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de linkse kolom van de tabel, gelden vanaf de dag van de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de rechtse kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^