Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juli 2003
gepubliceerd op 18 september 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de loonvorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012621
pub.
18/09/2003
prom.
10/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/10/2003012621/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de loonvorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de loonvorming.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 4 december 2001 onder het nummer 60021/CO/112) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen Afdeling 1. - Meerderjarige werklieden

Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Comité voor het garagebedrijf. Afdeling 2. - Jonge werklieden

Art. 3.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de jonge werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepscategorie waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel (18 jaar = 100 pct.) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De verhogingen die voortvloeien uit de in de bovenstaande tabellen vermelde doorschuiving, worden verleend : - op 1 januari en op 1 juli voor de werklieden geboren tussen 1 oktober en 31 maart; - op 1 juli en op 1 januari voor de werklieden geboren tussen 1 april en 30 september.

Art. 4.De beroepscategorie waartoe een jonge werkman behoort, wordt vastgesteld volgens de regels bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993 van het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de beroepenclassificatie (koninklijk besluit van 23 november 2000, Belgisch Staatsblad van 8 maart 2001).

De jonge werklieden worden bezoldigd op grond van het loon van de geschoolde 2e categorie, indien zij zich oefenen op machines of in werken waarvoor geschoolde werklieden 2e categorie vereist worden.

Zij worden bezoldigd op grond van het loon van de geoefende hulpwerkman, indien zij zich oefenen op machines of in werken waaraan geoefende hulpwerklieden tewerkgesteld worden.

Nochtans kunnen de jonge werklieden, aldus gerangschikt in de categorieën "geoefende hulpwerkman" of "geschoolde 2e categorie" gedurende een stageperiode van maximum zes maanden bezoldigd worden aan het loon van de onmiddellijk lagere categorie.

De jonge werkman kan aanspraak maken op het normaal loon van de meerderjarige werkman van de beroepen categorie waartoe hij behoort, zo hij kwantitatief en kwalitatief hetzelfde werk verricht, en dit bij toepassing van het beginsel "gelijk loon voor gelijk werk". HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 5.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt tot het hogere honderdste afgerond.

Art. 6.Vanaf 1999 en de volgende jaren worden de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen telkens op 1 mei aangepast aan de reële index. De aanpassing wordt dan berekend door het indexcijfer van de consumptieprijzen van april van het kalenderjaar van de aanpassing te vergelijken met het indexcijfer van de consumptieprijzen van april van het voorafgaande kalenderjaar. HOOFDSTUK IV. - Afrondingsregels Afdeling 1. - Afrondingsregels in BEF

Art. 7.Alle verhogingen of aanpassingen van de lonen worden berekend, rekening houdend met de tweede decimaal.

De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt tot op de dichtst bijgelegen eenheid afgerond.

Voorbeeld ...,01 BEF tot en met...,49 BEF wordt afgerond naar de lagere eenheid; ...,50 BEF of meer wordt afgerond naar de hogere eenheid. Afdeling 2. - Afrondingsregels in EUR

Art. 8.Overeenkomstig en in uitvoering van : - advies nr. 1210 van 17 december 1997 dat samen met de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven werd uitgebracht; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 70 van 15 december 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de andere bedragen dan die welke zijn bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van barema's, premies, vergoedingen en voordelen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969); - de aanbeveling nr. 13 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro; worden alle verhogingen of aanpassingen van de lonen berekend, rekening houdend met de vierde decimaal.

De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt afgerond tot op de dichtst bijgelegen eurocent.

Voorbeeld ....,0001 EUR tot en met ....,0049 EUR wordt afgerond naar de lagere eurocent ....,0050 EUR tot en met ....,0099 EUR wordt afgerond naar de hogere eurocent. HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen

Art. 9.Alle verhogingen of aanpassingen van de minimumuurlonen worden op het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) toegepast en schommelen voor de andere categorieën volgens de hierna bepaalde loonspanning : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Er wordt van de voorgaande regel afgeweken voor de hulpwerkman "Service" (A.1.1.). Voor deze laatste, gebeurt de aanpassing aan het indexcijfer van de consumptieprijzen zoals voor de van kracht zijnde lonen.

Art. 10.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de verhoging eerst toegepast.

Art. 11.De loonsverhogingen en loonaanpassingen voorzien in 2001, zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende uurlonen van 4 juli 2001, worden berekend in BEF waarna de spanning wordt berekend.

Daarna gebeurt de omzetting naar euro (aan spanning 100), waarna opnieuw de spanning wordt berekend.

Vanaf 1 januari 2002 zullen de loonsverhogingen en loonaanpassingen worden berekend in euro, waarna de spanning wordt berekend. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en geldt voor een onbepaalde tijd.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming, afgesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf van 26 juli 1999, geregistreerd onder het nummer 53163/CO/112 op 2 december 1999 (koninklijk besluit van 27 november 2001, Belgisch Staatsblad van 19 december 2001).

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2003.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^