gepubliceerd op 31 juli 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 37bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
10 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 37bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 1, alinea 3, en op artikel 37bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 21 december 1994 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 augustus 1995, 5 maart 1997, 16 april 1997, 29 april 1999 en 29 mei 2000, en op artikel 37ter, ingevoegd bij de wet van 21 december 1994;
Gelet op het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 18 december 2000;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van 11 april 2001;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering geformuleerd tijdens zijn vergadering van 2 april 2001;
Gelet op het advies van de Algemene Raad van 23 april 2001;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 mei 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 juni 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 18 december 2000 het principe bevat dat de regeling omtrent het globaal medisch dossier uitgebreid wordt, in een eerste fase, tot de verzekerden ouder dan 50 jaar, en, in een tweede fase, tot het geheel van de bevolking; zodat het, in het belang van de betrokken rechthebbenden en in het belang van een goed beheer van de ziekteverzekering, noodzakelijk is dat onderhavig besluit, dat op het vlak van de remgelden, de eerste fase van de uitbreiding van de doelgroepen van het globaal medisch dossier regelt, zo vlug mogelijk aangenomen en bekend gemaakt wordt;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 37bis, § 1, Bbis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 mei 2000, wordt door de volgende bepaling vervangen : « Bbis. Voor de rechthebbenden voor wie de verstrekking 102771 beoogd in artikel 2, A, van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984 wordt verleend, wordt het bedrag van het persoonlijk aandeel verminderd met 30 % voor : a) de raadplegingen bedoeld onder de codenummers 101010, 101032, 101076 en 101054, op voorwaarde dat de rechthebbende ouder is dan 50 jaar;. b) de raadplegingen bedoeld onder de codenummers 101010, 101032, 101076 en 101054, en de bezoeken bedoeld onder de codenummers 103110, 103132, 103213, 103235, 103316, 103331, 103353, 103412, 103434, 103515, 103530, 103552, 103913, 103935 en 103950 op voorwaarde dat de rechthebbende ouder is dan 75 jaar of vanaf de dag waarop de verzekeringsinstelling in het bezit is van het bewijs dat de rechthebbende in het lopende of het voorgaande kalenderjaar voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 2, 2), van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 tot uitvoering van artikel 37, § 16bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Het recht op de vermindering van het persoonlijk aandeel bedoeld in vorig lid gaat in op de dag waarop de voornoemde verstrekking 102771 wordt verleend en geldt voor een periode van maximum 15 maanden. Een nieuwe periode van vijftien maanden gaat in op de dag waarop, na het einde van de twaalfde maand, de verstrekking 102771 opnieuw wordt verleend.
De rechthebbenden die overeenkomstig voornoemd artikel 2, A, voldoen aan de voorwaarden voor het aanrekenen van de verstrekking 102771 zijn in het betreffende honorarium geen persoonlijk aandeel verschuldigd. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2001.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juli 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE