10 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 119, tweede lid en artikel 121, § 1, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 277 en 278, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 juni 1997 en 4 juni 1998;

Gelet op het advies van het Comité van de Dienst voor administratieve controle, gegeven op 27 maart 2001;

Gelet op het advies 31.604/1 van de Raad van State, gegeven op 10 mei 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Worden opgeheven in het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 : 1° artikel 277, § 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juni 1997;2° artikel 278, eerste lid.

Art. 2.Artikel 278, derde lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juni 1998, wordt vervangen door het volgende lid : « De Dienst voor administratieve controle kan daarenboven aan de verzekeringsinstelling een verklaring sturen die geldt als voorlopige bijdragebon. Aan de hand van deze verklaring en rekening houdend met de andere verzekerbaarheidsgegevens, mag de verzekeringsinstelling aan de betrokken werknemer een voorlopige verzekerbaarheid toekennen waarvan de geldigheidsduur bepaald is door de Dienst voor administratieve controle. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002, met uitzondering van de bepalingen van artikel 1 die uitwerking hebben op 1 januari 1999.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE